Gemeenteraad juni 2014

  

Gemeentebestuur in beroep tegen milieuvergunning windturbineproject Ecopower (Jan Vangheel)
Vertegenwoordigen op de algemene vergadering van diverse verenigingen en instellingen (Jan Vangheel)
Gemeentebestuur voert nieuw systeem in voor verdeling bladkorven (Jan Vangheel)
Voor- en naschoolse opvang voor kinderen met een beperking (Wendy Soeffers)
Aanpassing van het terrasreglement (Wendy Soeffers)
G-sport-ambassadeur Koen Dillen vraagt om je te registreren als G-sportfan (Koen Dillen)
N-VA vraagt de afsluiting van de Oude Wilg aan de Blauwe Keidreef (Koen Dillen)
N-VA vraagt om te waken over het openbare karakter van De Maat (Koen Dillen)
Welke stappen gaat het bestuur nog bijkomend nemen voor de mobiliteit van de fietsers in het centrum (Andre Verbeke)
Toestand van Sint Apollonialaan na heraanleg en ontbreken van wegmarkeringen (Hans De Groof)

Gemeentebestuur in beroep tegen milieuvergunning windturbineproject Ecopower (Jan Vangheel)

De voorzitter stelt voor om agendapunt 47.a van raadslid Vangheel samen te behandelen met agen-
dapunt 47.o van raadslid Van Gompel.
Raadslid Van Gompel (MeMo) antwoordt dat hij liever heeft dat dit apart behandeld wordt, omdat het
over iets anders gaat.
Raadslid Vangheel (N-VA) vindt dat terwijl in alle omliggende gemeentes er windmolens verschijnen,
Mol de boot blijft afhouden. Onlangs las hij dat het gemeentebestuur in beroep gaat tegen de milieu-
vergunning van windturbineproject Ecopower. Staat het gemeentebestuur nog steeds achter haar
‘kaderplan windturbines’ van 2011? In 2009 was het de ambitie om in Mol 50 windmolens te plaat -
sen. Men wou in Mol allemaal groene stroom en Mol moest op het vlak van hernieuwbare energie een
voorbeeldfunctie vervullen. Er zaten nog projecten in de pijpleiding. Wat waren die toen? In 2011,
met dat ‘kaderplan windturbines’ was er nog maar sprake van maximum 20 windmolens. Men heeft
toen een boek geschreven waarin vermeld staat waar er windmolens mogen komen en aan welke
eisen die moeten voldoen. Nu heeft men een project dat aan redelijk wat eisen voldoet en dat in 1
keer de ganse Molse bevolking van groene stroom kan voorzien. 40% ervan gaat naar Vito, de rest is
voor de plaatselijke bevolking. De burgers kunnen daarin participeren. Om dezelfde hoeveelheid
energie op te wekken heeft men 10 miljoen m³ gas nodig. Staat men nog achter dit project?
Schepen Van Rompaey (CD&V) vraagt of hij het goed begrijpt dat de fractie van het raadslid dit
dossier wenst te gunnen.
Raadslid Vangheel antwoordt dat zijn fractie voor windmolens in Mol is.
Schepen Van Rompaey antwoordt dat het college ook voor windmolens in Mol is.
Raadslid Vangheel vraagt wat de laatste eis is van de gemeente waaraan Ecopower moet voldoen.
Schepen Van Rompaey stelt dat er niets nieuws onder de zon is als men de beslissing van 3 jaar terug
erbij neemt. Het standpunt van de gemeente is heel duidelijk. Men staat nog achter het kaderplan.
Dat plan is enkele jaren geleden door de gemeenteraad unaniem goedgekeurd, over alle partijgrenzen
heen. Dat betekent dat men dit voornamelijk in 3 zones vergunbaar acht. Het is niet omdat een zone
in het kaderplan staat dat men carte blanche krijgt om daar alles te doen wat men wil. Het project
dat is ingediend, gaat over windturbines met een totale hoogte van 200 meter, die zo goed als ner-
gens in Vlaanderen staan. Dat is een primeur, dat is uniek. Dan moet men zich de vraag stellen of
net dit gebied, waar toch wel een aantal vragen bestaan over die inplanting, het enige gebied in
Vlaanderen moet zijn waar men windturbines van 200 meter gaat zetten. Er zijn honderden bezwaren
ingediend van verontruste burgers uit Mol, die allerlei opmerkingen opwerpen. Er zijn bezwaren bij
van tientallen bladzijden. Het schepencollege meent dat als men die bezwaren doorleest - men moet
dat echt met de nodige aandacht behandelen - er vandaag onvoldoende kaarten op tafel liggen om
dat te kunnen. In dit project heeft de Vlaamse overheid beslist om geen volwaardige MER-studie op
te leggen. De mening van het college is net dat als die voorwaardige MER-studie wel gebeurt en alle
aspecten op mens, natuur en milieu bestudeerd worden, uit die studie ook automatisch zal blijken of
hetgeen de mensen opwerpen al dan niet correct is. Maar vandaag is die informatie er niet. Wat
men nu gedaan heeft, is exact hetzelfde gezegd als 2 à 3 jaar geleden. Men heeft exact dezelfde
opmerking gemaakt. Het provinciebestuur moet maar kijken wat ze met die opmerking doet.
Raadslid Vangheel zegt dat de plaats van die windmolens van 200 meter te maken heeft met de lucht-
vaart. Boven het SCK mag er niet gevlogen worden en daarom mogen hier de windmolens hoger zijn.
Schepen Van Rompaey antwoordt dat het met iets anders te maken heeft. Dat was ook maar een
vraag tussendoor. De kern van de zaak is dat men voor zo’n belangrijk project verwacht dat er een
MER-studie wordt gemaakt, waarin alle aspecten bestudeerd worden.
Raadslid Vangheel merkt op dat ze speciaal vrijgesteld zijn omdat ze al een studie gedaan hebben.
Schepen Van Rompaey stelt dat het college die mening niet deelt. Er werd een ontheffingsstudie
gemaakt. Het college vindt echter dat voor zo’ n dossier, waarbij men windturbines zet van 200 meter
in die omgeving, het niet kan dat men een ontheffing krijgt en dat een volwaardige MER-studie vereist
is. Als morgen die MER-studie uitwijst dat de impact relatief beperkt is, dan is dat een gegeven op
basis waarvan het college een definitieve beslissing kan nemen. Maar dat ligt vandaag niet op tafel.
Men is van mening dat die studie er eigenlijk eerst moet zijn vooraleer men tegen de mensen gaat
zeggen dat ze ongelijk hebben.
Raadslid Vangheel zegt dat men met zo’n M ER-studie minstens voor 2 jaar vertrokken is.
Schepen Van Rompaey stelt dat het ook een belangrijk dossier is dat het uitzicht van onze gemeente
over een ganse generatie gaat bepalen.
Raadslid Vangheel merkt op dat de schepen gezegd heeft dat er honderden bezwaren zijn binnenge-
komen, er in bv. 2.000 die ingeschreven op ‘groene
stroom’ -aankoop. Dat zijn mensen die aan de andere kant staan. Men heeft hier die vergadering ge-
had over die ‘groene stroom’ -aankoop en de schepen was daar ook aanwezig. De 1e vraag die gesteld
werd, was wanneer men hier in Mol eigen groene stroom zou hebben. Bij die ‘groene stroom’ -leve-
ranciers zit Essent bij. Als men bij Greenpeace gaat kijken, ziet men dat Essent 7 op 20 krijgt, omdat
men grijze stroom levert, ‘groene stroom’ -certificaten aankopen in Noorwegen voor 4,5 euro per stuk
en hun grijze stroom is ineens groene stroom. De mensen die groene stroom willen kopen willen
liefst groene stroom uit hun eigen omgeving hebben. Het probleem met Ecopower is dat het enige
minpunt dat Greenpeace kan vinden, is dat er een hele lange wachtlijst is om coöperant te worden.
Schepen Van Rompaey komt terug op hetgeen hij gezegd heeft. Het college is niet tegen, maar men
vindt wel dat elk dossier zijn recht heeft, zoals men dat ook in andere dossiers doet. Hetgeen in het
dossier zit, inclusief de adviezen en opmerkingen van mensen die een bezwaar hebben ingediend,
moet correct behandeld kunnen worden. Het college vindt dat daar vandaag niet de nodige studies
voor op tafel liggen. Als die morgen of overmorgen op tafel liggen, krijgt dat debat een volledig
andere wending. Dan moet men daar inhoudelijk een standpunt over gaan innemen, terwijl men dat
eigenlijk vandaag niet doet.
Raadslid Vangheel kent dat ontheffingsdossier en daarin staat dat alle bezwaren van tafel geveegd
zijn.
Schepen Van Rompaey nodigt het raadslid uit om samen met hem de bezwaren die zijn ingediend
mee te komen doornemen en te komen vaststellen dat het ontheffingsrapport dat het raadslid aan-
kaart geen antwoord biedt op sommige punten die door de mensen worden aangekaart. Dan vindt hij
het de plicht van het schepencollege dat men in dit dossier, het is eigenlijk geen echte industriezone,
die volwaardige MER-studie vraagt. Dat is het standpunt dat men nu al 3 jaar inneemt en wat dat
betreft is er niets nieuws onder de zon.
Raadslid Belmans (N-VA) vraagt of men daar niet op een andere manier op kan drukken om te zorgen
dat die MER-studie er komt.
Schepen Van Rompaey antwoordt dat de initiatiefnemer op de hoogte is van het standpunt van het
schepencollege van Mol. Als die ontheffing krijgt op Vlaams niveau kan men hem als gemeentebe-
stuur niet verplichten om dat te gaan doen.
Raadslid Vangheel vraagt hoe dat nu verder in zijn werk zal gaan.
Schepen Van Rompaey antwoordt dat er een beroepsprocedure is voor de minister. In 2e orde moet
er nog een beslissing genomen worden over de stedenbouwkundige vergunning door de gemachtigde
ambtenaar, waar vervolgens in een beroepsprocedure de deputatie uitspraak over moeten doen.
Raadslid Verbeke (N-VA) vraagt of men er zicht op heeft of men open staat voor die MER-studie.
Schepen Van Rompaey antwoordt dat er een dossier is ingediend om een ontheffing te krijgen en dat
die ontheffing verleend is.
Raadslid Vangheel zegt dat er in staat dat dit geen meerwaarde zou hebben is het dossier.
Schepen Van Rompaey stelt dat dit 1 standpunt is.

Terug naar boven

Vertegenwoordigen op de algemene vergadering van diverse verenigingen en instellingen (Jan Vangheel)

Raadslid Vangheel (N-VA) meldt dat er vertegenwoordigers naar ongeveer 32 verenigingen en instel-
lingen worden gestuurd. Men moet hier regelmatig stemmen wie men daar naartoe stuurt. Men ziet
wel de algemene agenda, maar van wat daar allemaal gezegd en beslist wordt, hoort men zeer wei-
nig. Veel van die instellingen geven wel een infomoment, maar van veel weet men echt niet wat er
daar gezegd wordt. Is het niet mogelijk om op de eerstvolgende gemeenteraad na zo’n algemene
vergadering, de persoon die Mol daarin vertegenwoordigt daar een beetje uitleg over geeft en dat de
raadsleden die persoon daar een beetje over kunnen ondervragen? Of kan men misschien 1 of 2x per
jaar een vergadering organiseren waar die vertegenwoordigers hun uitleg komen doen, zodanig dat
men op de hoogte is van wat er allemaal gebeurt in die instellingen.
De gemeentesecretaris verduidelijkt dat in het gemeentedecreet dergelijke commissie is voorzien.
Ook in het huishoudelijk reglement is dat opgenomen in artikel 34. Het voorstel is dat de fractielei-
ders, samen met de voorzitter van de gemeenteraad en de voorzitter van de gemeenteraadscommis-
sie, eind augustus of begin september samenkomen om te bespreken hoe men dat best aanpakt en
organiseert, want 32 verenigingen is niet niks. Van sommige verenigingen is informatie belangrijker
dan van andere. Misschien moet men een prioriteitenlijst opmaken en dan bekijken hoe men dit gaat
aanpakken.
Raadslid Lodewijckx (CD&V) stelt voor dat men best eerst bekijkt welke agendapunten er op de alge-
mene vergadering staan, en dat men naar aanleiding daarvan vragen kan stellen en dat de vertegen-
woordigers die kunnen meenemen naar de algemene vergadering. Hij denkt dat dit beter is, want an-
ders moet men een half jaar wachten op de uitleg. Er worden ook infovergaderingen gehouden voor
alle gemeenteraadsleden door bv. Iveka, Ika, …
De gemeentesecretaris denkt dat niets het voorstel van raadslid Lodewijckx in de weg staat. Er zijn
inderdaad een aantal intercommunales die informatievergaderingen voor de gemeenteraadsleden
organiseren. Is het dan nog nodig om nog bijkomende informatie te verstrekken als die daar al wordt
gegeven, want daar kunnen ook vragen gesteld worden door de raadsleden zelf. Daarom kan men
best een overleg plannen om te bekijken hoe men dit aanpakt.
De voorzitter zegt dat niets het raadslid belet om als hij echt een prangende vraag heeft over een
dossier, hij die vraag stelt. Er zal met de fractieleiders en met de voorzitters een datum van een ver-
gadering worden afgesproken.

Terug naar boven

 

Gemeentebestuur voert nieuw systeem in voor verdeling bladkorven (Jan Vangheel)

Raadslid Vangheel (N-VA) heeft het persbericht over de bladkorven gelezen. Hij heeft die opgegeven
link bezocht. In het begin was het niet zo heel duidelijk welke straten wel en welke straten geen
bladkorven kregen. Hij heeft ondertussen zelf een brief gekregen dat zijn straat wel een bladkorf
krijgt. Hij leest dat bv. in de Hofstraat en in de Jakob Smitslaan geen bladkorven komen, maar daar
staan toch grote bomen. Hetzelfde voor de Greesstraat, waar halfhoge bomen staan met heel veel
bladeren. Wat gebeurt er als die bladeren straks afvallen en men zet daar geen bladkorven? De ene
persoon kuist de bladeren wel op, de andere persoon kuist de bladeren niet op, die waaien van de
ene naar de andere en voor men het weet heeft men burenruzies. Wat met de mensen die zelf een
bladkorf maken en er bladeren in verzamelen. Kunnen die aan de gemeente melden dat de bladkorf
vol zit en vragen of men die komt ledigen? Gaat de gemeente dat dan doen of niet?
Schepen Van Craenendonck (CD&V) antwoordt dat men een nieuw masterplan opgemaakt heeft voor
de bladkorven, omdat het GFT-afval in Mol betalend geworden is. Men heeft een selectie gemaakt
van enkel de grote bomen, hoger dan 10 meter. Daar gaat men bladkorven zetten aan de rand, niet
in het centrum. Het ledigen van de bladkorven gaat men dit jaar uitgeven aan een aannemer. Die
worden minstens 1x per week geledigd. In het centrum zal de gemeente dat zelf doen. Bv. de Hof-
straat en de Jakob Smitslaan gaat men 1x per week reinigen. 1x per jaar gaat men over gans Mol
een grote kuis doen om alles proper te maken.
Raadslid Vangheel vraagt of de mensen van de Greesstraat de bladeren dan gewoon mogen laten
liggen.
Schepen Van Craenendonck antwoordt dat zij de bladeren inderdaad gewoon mogen laten liggen en
op het einde van het seizoen komt de gemeente alles reinigen. Bladkorven die zelf gemaakt zijn wor-
den niet door de gemeente geledigd. Als de bewoners alles op een hoop doen op plaatsen waar blad-
korven staan, dan wordt dat wel meegenomen. Dit is een proefproject voor dit jaar dat men nadien
zal evalueren. Als er suggesties zijn mag men die altijd doorgeven.

Terug naar boven

Voor- en naschoolse opvang voor kinderen met een beperking (Wendy Soeffers)

Raadslid Soeffers (N-VA) zegt dat er binnen de gemeente Mol een voor- en naschoolse opvang be-
staat. Er is echter nog geen voor- en naschoolse opvang voor kinderen met een beperking. Tijdens
de adviesraad voor mensen met een beperking is er vanuit de Witte Mol zelf de vraag gekomen om dit
te kunnen organiseren binnen onze gemeente, meer bepaald in de nieuwe gebouwen van Saigo. Zij
hebben toen zelf het voorstel gedaan eventueel een plaats voor hen beschikbaar te houden, waar zij
zelf personeel zouden tewerkstellen om die kinderen op te vangen, want niet iedereen is opgeleid om
zulke kinderen voor en na de schooluren of tijdens vakanties op te vangen. Is dat een mogelijkheid
binnen onze gemeente? Is dat iets dat men kan onderzoeken en in samenwerking met de Witte Mol
eventueel zou kunnen opstarten?
Schepen Deckx (sp.a) antwoordt dat de vraag die het raadslid nu aan haar stelt haar niet bereikt
heeft. Er is op de dienst wat dat betreft geen enkele vraag binnengekomen. Als men een samenwer-
kingsverband wil opzetten, is dat de 1e stap die moet genomen worden. Zeggen dat in onze ge-
meente geen opvang georganiseerd wordt voor kinderen met een beperking, klopt absoluut niet. Men
heeft in Mol een inclusieve kinderopvang en men wordt daar ook voor gehonoreerd door Kind &
Gezin. Men heeft daar in 2013 een bedrag van 12.455 euro voor gekregen, juist omdat men inclusie-
ve plaatsen aanbiedt. Men vangt momenteel kinderen op met een beperking, zowel fysiek als men-
taal. Er zijn enkele autistische kinderen, er zijn kinderen met ADHD, er zijn kinderen met het down-
syndroom, er zijn kinderen met ernstige medische aandoeningen, ... Het enige wat van belang is, dat
is dat de draagkracht van de kinderclub het aankan. Wanneer er zo iemand zich aandient wordt er
binnen de dienst een open gesprek gevoerd en tast men af wat de mogelijkheden zijn. Tot nu toe is
dat, behalve in 1 situatie waar er agressie was waardoor andere kinderen niet meer naar de opvang
durfden te komen, altijd goed gelopen. Men is altijd bereid om over nieuwe initiatieven te praten. Ze
zou willen vragen aan de geïnteresseerde organisaties dat ze contact opnemen met de dienst. Zeg-
gen dat er geen mogelijkheid is voor kinderopvang voor kinderen met een beperking klopt helemaal
niet.
Raadslid Soeffers wil er toch even aan toevoegen dat men spreekt over verschillende soorten beper-
kingen. Als het gaat over kinderen in een rolstoel die mentaal zwaar beperkt zijn, die sondevoeding
moeten krijgen, … weet zij niet of die wel terecht kunnen in deze opvang. Zij weet ook niet of die
mensen gespecialiseerd zijn om zulke kinderen op te vangen en of de accommodatie aangepast is met
brancards, toiletten, liften. Zij weet niet of daar al verder over nagedacht is. Er zijn instellingen die
ook tijdens de vakanties sluiten. Dat gaat dikwijls over korte periodes, maar die ouders moeten dan
ook wel opvang vinden voor die kinderen. Het is iets wat aangekaart is op de adviesraad voor men-
sen met een beperking, dus zij schudt dat hier niet zo maar uit haar mouw. Het is gewoon een vraag
of daar over nagedacht kan worden en het is zeker geen verwijt naar de gemeente dat het er niet is.
Zij vraagt om te bekijken of die mogelijkheid er eventueel wel zou kunnen gecreëerd worden.
Schepen Deckx verduidelijkt dat men in Mol een inclusieve kinderopvang heeft. Op alle vragen die
momenteel gesteld zijn, is men kunnen ingaan. Het is in 1 situatie mis gelopen. Als het zo is dat er
organisaties in Mol op vlak van kinderopvang initiatieven willen nemen, vraagt zij hen om contact op
te nemen met haar of met de dienst, zodanig dat men daarover kan overleggen en bekijken waar
men kan landen. Zij sluit dat niet uit, maar zij kan daar nu ook niet ‘ja’ of ‘n een’ op zeggen. Maar
men mag niet zeggen dat men in Mol geen kinderopvang heeft voor kinderen met een beperking,
want die heeft men wel.
Raadslid Soeffers zegt dat er wel opvang is, maar zij vraagt gespecialiseerde opvang voor mensen
met een beperking. Zij zal dat verder opnemen om te zien of dit verder kan overlegd worden met de
schepen.

Terug naar boven

Aanpassing van het terrasreglement (Wendy Soeffers)

Raadslid Soeffers (N-VA) heeft in het verslag van het college van burgemeester en schepenen van 2
april 2014 gelezen dat er een aanpassing zou gebeuren aan het terrasreglement. Men zou willen aan-
passen dat het onderste gedeelte van de terrassen bestaat uit een duurzaam paneel in houten plan-
ken of gelaagd hout met een nog zichtbare houtstructuur, waarbij het bovenste gedeelte van het
windscherm mag bestaan uit kleurloos en doorzichtig veiligheidsglas of een gelijkaardig materiaal.
Dat zou moeten goedgekeurd worden op de gemeenteraad, maar zij heeft daar nog nergens iets van
teruggevonden, terwijl toch wel alle terrassen buiten staan in de Corbiestraat en de zomer begint.
Wat wordt er verder nog gedaan met dat reglement?
Schepen Deckx (sp.a) antwoordt dat er een vraag geweest is van nogal wat horeca-uitbaters of men
het glas dat nu voorzien is in de terrasafbakening mag weglaten. De reden daarvoor is dat dit vooral
in 1 bepaalde uitgangsbuurt sneuvelt en dat het een kostelijke zaak is om het telkens te vervangen.
Er is ooit geopperd om plexiglas te voorzien, maar dat is zeer snel bekrast door weersomstandigheden
e.d. en dat is dus niet aangenaam. Men heeft na overleg geconcludeerd dat het best mogelijk zou
zijn dat de horeca-uitbater zelf kiest of hij al dan niet glas voorziet in de afbakening van zijn terras.
Weliswaar als het voorzien wordt, moet het binnen de norm die gesteld is in het reglement. Dat
reglement is helemaal voorbereid, maar aangezien het een stedenbouwkundig reglement betreft moet
het voor advies naar de gecoro en zij bepaalt de agenda van de gecoro niet. Zodra het daar gepas-
seerd is, komt het voorstel naar de gemeenteraad.

Terug naar boven

G-sport-ambassadeur Koen Dillen vraagt om je te registreren als G-sportfan (Koen Dillen)

Raadslid Dillen (N-VA) meldt dat de burgemeester en hijzelf sinds enkele maanden G-sportambassa-
deur zijn van het G-sportfonds. Door de interne staatshervorming zijn bepaalde functies binnen de
provincie weggevallen. O.a. het belangrijk subsidiëren van sportactiviteiten is meer aan de gemeen-
tes of aan het Vlaamse niveau toegewezen. De provincie Antwerpen heeft zich dan ook gericht naar
de G-sport. Daarom werd er een G-sportfonds opgericht om de mensen meer toe te trekken naar de
sport voor gehandicapten en ook om mensen met een beperking te laten sporten. De belangrijkste
doelen zijn om tegen 2018 20% van de mensen met een beperking te laten sporten. Men wil de
bestaande sportclubs laten kennismaken met de G-sport, in die mate dat zij zich willen engageren om
een eigen G-sportafdeling op te richten. Men wil ook de bevolking sensibiliseren om G-sportfan te
worden. Zo wil men op enkele jaren tijd tot 10.000 G-sportfans komen. De bedoeling is om fondsen
te verwerven om die mensen met een beperking sport te laten doen. Men wil met het G-sportfonds
de families engageren en ook de netwerken van de families, want het is belangrijk dat iedereen aan-
gesproken wordt. Men wil zelfs bepaalde acties promoten en steunen om zo tot G-sportwerking te
komen. Wat kan de gemeente daar aan doen? Er loopt een oproep om zo veel mogelijk fans te be-
komen. Zijn oproep aan de raadsleden is om te registreren tot G-sportfan. Dat is iets vrijblijvend, dat
kost niets. Men moet gewoon even naar de site www.gsportfonds.be gaan, daar wat informatie
invullen en dan is men G-sportfan. De gemeente kan verder nog reclame maken voor het fonds via
de site, via het infoblad, via de sociale media. Men kan ook de betrokken organisaties, sportclubs
e.d., erover informeren. De gemeente kan bv. ook bepaalde promotieacties steunen. In november
zal er een G-sportweek worden georganiseerd. Daar kan de gemeente financiële of logistieke steun
aan verlenen. Dat is niet ‘ver van mijn bed’, want als men hier in de gemeente kijkt komt Vigé -Mol
toch redelijk wat in het nieuws. Het is een blindensportvereniging waar men o.a. torbal en atletiek
beoefent. De vereniging krijgt subsidies van het G-sportfonds om bv. internationale tornooien te
organiseren. Enkele maanden geleden was hij samen met de schepen van sport op de 1e samen-
komst van de hockeyclub voor mensen met een beperking. Tijdens de cross van de Keiheuvel is er
ook altijd een aparte organisatie voor mensen met een beperking. Dat zijn een aantal dingen die nu
reeds gebeuren, maar het is de bedoeling dat er een aantal van die acties bijkomen van bv. voetbal-
clubs e.d. Daarom wil men iedereen aanspreken om daar aan deel te nemen. Hij roept de raads-
leden op om G-sportfan te worden.

Terug naar boven

N-VA vraagt de afsluiting van de Oude Wilg aan de Blauwe Keidreef (Koen Dillen)

Raadslid Dillen (N-VA) zegt dat hij zojuist foto’s heeft laten rondgaan van deze site, die tot de verbeel -
ding spreken van iedereen. Het is een zeer oud pand dat gecatalogeerd is als erfgoed, maar het is
volledig vervallen. Dat ligt aan de Blauwe Keidreef op de hoek met de put. Men ziet dat bijna niet
liggen, want dat ligt tussen de bomen. Het ligt wel midden in het toeristisch gebied en het is mo-
menteel een zeer onveilige site. Het bestaat uit 2 delen. Het betreft een woonhuis en een schuur.
Het woonhuis staat op Lommels grondgebied. Dat is een ruïne met open kelders en met ingestorte
kelders die vol water staan. De vloer is daar zeer fragiel en kan alle momenten instorten en dan be-
landt men in de kelder. Dan is er ook een schuur die vol rommel ligt. Daar worden drugsspuiten
gevonden, daar zijn brandstichtingen. Dat is daar dus een zeer onveilige situatie die niet gunstig is
voor onze gemeente. Verder loopt daar net langs een riviertje dat zorgt voor de bevloeiing van de
Maat. Dat werkt met een sluis, maar vandalen hebben die sluis stuk gemaakt. Dat riviertje ligt vol
met autobanden, dus momenteel kan er qua niveaubevloeiing voor de Maat niets gebeuren. Verder
ziet men dat daar ook zeer veel puin gestort is, zoals stenen, zand, autobanden, … Er ligt vanalles
dat daar niet moet liggen. Hij vraagt om deze site af te zetten, zodoende dat de kinderen daar niet
meer kunnen komen, dat de drugsgebruikers er niet meer kunnen komen, dat ze daar niet meer
kunnen storten.
Schepen Van Rompaey (CD&V) antwoordt dat dit in 1e orde een taak is voor de eigenaar, maar die
laat dat blijkbaar na. Het is niet echt een nieuwe situatie en men gaat dat hier ook niet direct kunnen
oplossen. Hij stelt voor dat men naar aanleiding van de vraag van het raadslid de eigenaar uitnodigt
en eventueel samen gaat kijken welke maatregelen die kan nemen. Afhankelijk daarvan kan men
bekijken wat de gemeente nog kan doen. Het verhaal van de banden heeft hij ook genoteerd, want
dat wist hij niet. Hij stelt voor dat als men hier iets meer over weet men dat terug zal koppelen met
het raadslid.
Raadslid Dillen is akkoord dat dit gaat gebeuren, maar vindt dat de gemeente hier al lang zijn kop in
het zand steekt. De 1e vraag tot interventie werd in 2011 gesteld, en er is ondertussen nog altijd
niets gebeurd. Die eigenaar gaat daar niets aan doen, want dat ligt in proces. Die eigenaar moet
heel veel geld betalen, maar die kan dat niet betalen. Voor de volksgezondheid, voor de veiligheid
van de Molse bevolking en van de toeristen denkt hij dat het belangrijk is dat de gemeente Mol daar
iets aan doet.
Schepen Van Rompaey stelt voor om het toch eerst via de eigenaar te proberen.

Terug naar boven

N-VA vraagt om te waken over het openbare karakter van De Maat (Koen Dillen)

Raadslid Dillen (N-VA) deelt mee dat hij tijdens een vorige gemeenteraad reeds zijn twijfels geuit
heeft over de verkoop van de Maat aan Natuurpunt. Niet dat hij iets heeft tegen Natuurpunt, want hij
is daar zelf lid van. Hij denkt dat het verkopen van een openbaar domein aan een privé-organisatie
altijd serieuze risico’s inhoudt. Hij had dan ook aangeboden om eens een gesprek te hebben met het
Kempens Landschap omdat die mensen eigenlijk ongeveer dezelfde doelen hebben als Natuurpunt.
Hij had vernomen dat dit gesprek gedoemd was om te mislukken en dat is dus ook mislukt. Hij heeft
gehoord dat er geen samenwerking zal zijn met Kempens Landschap en dat de verdere samenwerking
met Natuurpunt zal ingezet worden. Als dat niet meer kan omgedraaid worden, zou hij voorstellen
dat er een sterk contract opgemaakt wordt vanuit de gemeente. D.w.z. dat in dat contract staat dat
er openbaarheid en toegankelijkheid voor de burgers gegarandeerd wordt, ook de volgende jaren. Hij
zegt niet dat men overal moet komen. Ergens waar er natuurdomein is, waar broedvogels zitten,
daar moet men niet komen. Hij zou niet graag hebben dat er nog meer afgesloten wordt dan dat er
nu al afgesloten is. Hij herinnert hierbij aan zijn vraag over het openstellen van het oude stort. Het
raadslid zou in dat contract zetten dat Natuurpunt ook alles in het werk moet stellen om het toerisme
te stimuleren en niet te verminderen. Hij zou ook graag hebben dat er in gestipuleerd wordt dat er
advies gevraagd wordt aan de Erfgoedcel naar aanleiding van belangrijke zaken van erfgoed die hier
aanwezig zijn, zijnde de wateringen en de sprietputten. Het afwijzen of het van de hand doen van
het Ecocentrum vindt hij geen goed idee. Dat was een ideale plaats om de coördinatie van het Molse
toerisme te organiseren, in het centrum van het toeristische deel van Mol in Rauw. Hij heeft verno-
men dat de gemeente het Ecocentrum zou opgeven.
Schepen Van Rompaey (CD&V) antwoordt dat het college de mening van het raadslid m.b.t. de open-
stelling en de toegankelijkheid betreft, deelt. Wie de partij ook is met wie het gemeentebestuur
praat, dat moet verankerd worden in de afspraken, op een manier dat dit ook afdwingbaar is. Wat
dat betreft is er geen discussie en deelt men dezelfde mening. Toevallig heeft men vorige week nog
een aantal teksten besproken op het college. Ook daar zijn, los van de tussenkomst van het raadslid,
exact dezelfde opmerkingen gemaakt. Hij wil trouwens zeggen dat men ondertussen al enkele jaren
met Natuurpunt samenwerkt in die omgeving. De discussie van toegankelijkheid en openstelling van
wandelpaden is niet echt een moeilijke discussie met Natuurpunt. Het feit dat bepaalde paden van-
daag nog niet open zijn of andere paden ondertussen wel open zijn maar toch wel heel lang dicht zijn
gebleven, was niet de eis van Natuurpunt maar dat was de eis van andere mensen binnen het Molse.
Maar men volgt de mening van het raadslid. Binnen 10 jaar zijn het misschien andere mensen en dus
moet men daar goede afspraken over maken op papier. Het raadslid weet wat de aanleiding is om in
dit traject verder te gaan. Dat is voor een stukje een financiële reden geweest. Dat lost men niet op
als men met Kempens Landschap dit traject zou doorlopen. Kempens Landschap koopt, maar de ge-
meente moet een bepaald percentage betalen en het onderhoud tijdens de volgende jaren komt op
het conto van de gemeente. Dat is in tegenstrijd met hetgeen men in dit dossier wil doen. Kempens
Landschap beantwoordt dus niet aan de uitgangspunten voor dit traject. Wat het Ecocentrum betreft,
is hetgeen het raadslid zegt niet correct. Het gemeentebestuur trekt zich niet terug uit het Ecocen-
trum. In de meerjarenplanning is de afspraak gemaakt dat er een traject wordt uitgewerkt waarbij de
kostprijs voor het gemeentebestuur moet gehalveerd worden. Die oefening is ondertussen gebeurd
en is vorige week ook aan het college voorgelegd, met de afspraak dat men daar verder rond werkt.
Er zal daar personeel van de gemeente blijven zitten en de gemeente zal blijvend werkingskosten
voorzien voor dat Ecocentrum. Wat er wel is, is dat om het gat dat er valt - want als men moet be-
sparen zit men er met minder personeel - men naar Natuurpunt kijkt om via de vrijwilligerssfeer op
zaterdag en zondag er een werking uit te bouwen, zodanig dat het personeel van de gemeente daar
alleen nog op werkdagen aanwezig hoeft te zijn. Dat is volgens hem een win-winsituatie. Hij geeft
altijd het vb. van de Liereman in Oud-Turnhout, waar dat perfect werkt en waar volgens hem dat
systeem meer mensen in die richting zal brengen, zowel de pure toerist als de natuurliefhebber, dank-
zij die vrijwilligersinzet die men zo kan uitbouwen in de gemeente. Het is dus volledig onjuist dat de
gemeente daar zou stoppen en zich terug zou trekken.
Raadslid Dillen kan enkel maar toejuichen dat de gemeente binnen het Ecocentrum actief blijft. I.v.m.
de Maat denkt hij inderdaad dat het financiële het belangrijkste is. In Lommel heeft men de Sahara
en die blijft gerund door de stad Lommel. Die hebben daar ook bedrijven voor aangesproken zoals
o.a. Sibelco, en die krijgen ook subsidies van Europa om dat grote natuurgebied verder te ontwik-
kelen. Hij denkt dat de Maat wel kan blijven bestaan als openbaar domein. Als dat in Lommel kan
gebeuren, kan het misschien in Mol op een andere manier.
Schepen Van Rompaey deelt mee dat men in Mol hetzelfde doet, alleen niet met Europese subsidies
maar met Vlaamse subsidies via Natuurpunt. De openbaarheid wordt vastgelegd in de overeenkom-
sten die men gaat opmaken, zodanig dat er geen discussie kan bestaan over het publieke karakter
van de omgeving.

Terug naar boven

Welke stappen gaat het bestuur nog bijkomend nemen voor de mobiliteit van de fietsers in het centrum (Andre Verbeke)

Raadslid Verbeke (N-VA) vindt dat de mobiliteit van de fietsers in het handelscentrum een heel heikel
punt is. Het gemeenbestuur is zich daar ook van bewust en heeft nu geprobeerd om via die sensibili-
seringscampagne en met de bijhorende borden, de automobilisten eraan te doen denken dat er ook
fietsers op straat zijn. Gaat dit afdoende zijn? Gaan die 6 borden die er nu staan het probleem op-
lossen? Men heeft de fietssuggestiestroken, maar als hij zelf door het centrum rijdt, merkt hij op dit
moment weinig verschil. Gaat er een evaluatie gebeuren om te zien of die borden effect hebben of
niet? Hoe gaat men dat evalueren, want dat zal niet gemakkelijk zijn? Gaan er in de toekomst nog
andere stappen genomen worden om die mobiliteit voor de fietsers echt te garanderen? Is er ge-
dacht aan echte afgesloten fietspaden? Dat is een vraag die in 2012 door de sp.a-fractie gesteld is.
Velen zoeken hun heil op het voetpad, maar dat mag natuurlijk niet. “Vrijliggende en goed onder -
houden fietspaden zijn een noodzaak”, dat komt van d e sp.a-fractie. Nu komt men gewoon met die
borden af, maar hij vreest dat dit niet afdoende zal zijn. Wordt er nagedacht over meerdere stappen?
Schepen Vanhoof (sp.a) antwoordt dat men in het verleden heel wat klachten ontvangen heeft van
fietsers. Als het druk is, is het moeilijk om als fietser goed door te stromen op de fietssuggestiestrook
van de Markt tot aan de Rozenberg en omgekeerd. Het uitgangspunt van de actie is dat er voldoende
ruimte is als iedereen zich hoffelijk gedraagt. Hij zegt niet dat alle problemen daarmee opgelost zijn,
maar een deel van de oplossing ligt daar. Men heeft daarvoor die campagne ‘geef fietsers de ruimte’
ontwikkeld. Men heeft niet alleen die borden geplaatst, maar men heeft ook de witte fietsen geschil-
derd op de fietssuggestiestrook om de fietser duidelijk te maken dat hij een plaats heeft in het cen-
trum. Men heeft er een hoofditem van het infoblad van gemaakt en men heeft de amateurfilmers in
Mol gevraagd om een film te maken en via de website te tonen wat wenselijk en wat geen wenselijk
gedrag is. Men heeft ook de wandelweg duidelijk aangegeven als een alternatieve fietsroute. Niet
enkel vanuit het centrum naar de wandelweg, maar ook vanaf de wandelweg geeft men duidelijk de
doorsteken naar het centrum aan. Is dat afdoende? Hij heeft de voorbije weken met heel wat
fietsers gesproken. Er zijn er een aantal die zeggen dat ze wel voelen dat er een verbetering is. Hij
kan dat moeilijk inschatten. Op de vraag van het raadslid of er een evaluatie komt, antwoordt de
schepen dat dit moeilijk zal zijn. Hij beseft wel dat die actie - een hoffelijkheidsactie - niet zaligma-
kend is en niet alles oplost. Die illusie had hij zelf absoluut niet. Als het druk is, is het moeilijk om
zich als fietser in het centrum te begeven. Hij heeft daar zelf als volwassene minder last van, maar hij
beseft wel dat kinderen en senioren dat wel hebben. Men vervult nu eenmaal een centrumfunctie, en
eigenlijk is het goed dat het in Mol met momenten druk is. Er zijn de scholen, er is het ziekenhuis, er
is het handelscentrum, … dat maakt dat het met momenten druk is. Op de vraag van het raadslid of
men niet meer structurele maatregelen moet nemen, antwoordt de schepen dat er niet 1 zaligma-
kende oplossing is. Zoals met elk ingewikkeld probleem, zal men een reeks van maatregelen moeten
nemen om een verbetering voor die fietser waar te maken. De volgende maanden gaat men bv. wer-
ken om het zoekverkeer van bestuurders die hun auto in het centrum van Mol willen parkeren te be-
perken. Momenteel loopt de parkeerroute door het drukste deel van ons centrum. Dat zal men in de
toekomst moeten aanpassen. Mensen die een parkeerplaats zoeken kan men beter sturen en best
niet door het drukste deel van het centrum. Men zal ook de westcirculatie die men heeft meer moe-
ten gaan versterken, zodanig dat het doorgaand verkeer - zowel vrachtverkeer als automobilisten die
niet in het centrum moeten zijn - die westcirculatie meer gebruikt. Men moet daar ook een aantal
aanpassingen doorvoeren. Bv. de toekomstige aanpassing van de St.-Apollonialaan creëert een goede
mogelijkheid om op het kruispunt met Galler die westcirculatie een duidelijke voorrang te geven. 1
van de zaken die het raadslid in het verleden al aangehaald heeft, is de afvalophaling. Men heeft hier
zojuist een reglement gestemd dat de burgers de mogelijkheid geeft om ook ’s avonds het afval al
buiten te zetten. Dat geeft meer vrijheid om ook daar in de toekomst een oplossing voor te ont-
wikkelen. Hij denkt ook aan de problematiek van het laden en het lossen in het centrum. Ook daar
zal men aan moeten werken. Bij toekomstige ontwerpen die men moet goedkeuren, zal men de fiet-
ser centraal moeten plaatsen. Dat hoeft niet altijd met grote maatregelen, dat kan soms met kleine
maatregelen die het verschil kunnen maken. Hij beseft dat met het drukke verkeer er in de toekomst
nog altijd problemen zullen zijn. Men wil het probleem absoluut niet onder de mat vegen. Daarom
heeft men die campagne, die inderdaad een debat teweeggebracht heeft, ook gelanceerd. Dat was
wat hem betreft ook een stuk de bedoeling, want uit een debat kunnen alleen maar goede dingen
komen. Hij denkt dat men wel een aantal structurele maatregelen gaat doorvoeren.
Raadslid Verbeke hoort heel veel dingen waarover nagedacht wordt, maar dat zijn volgens hem alle-
maal zaken om het autoverkeer in het centrum te gaan beheren. Hij hoort de schepen niets zeggen
over hoe men die fietsers in het centrum veilig gaat laten fietsen.
Schepen Vanhoof meent dat als het minder druk wordt in ons centrum, er sowieso meer ruimte komt
voor de fietsers. De keuze voor mengverkeer bestond er juist in om de snelheid te beperken.
Raadslid Verbeke merkt op dat er niet door de fietser traag gereden wordt in het centrum. De fietsers
in het centrum moeten niet als hinderpaal gaan dienen.
Schepen Vanhoof stelt dat hij het daarmee eens is.
Raadslid Verbeke zegt dat het verkeer in het centrum de grootste tijd stil staat. Hij vindt het goed dat
er nagedacht wordt over hoe men dat terug in beweging kan krijgen, maar dat staat volgens hem los
van de veiligheid van de fietsers, die op dit moment echt niet gegarandeerd wordt. Men gaat dat
probleem ook niet oplossen door er gewoon voor te zorgen dat het autoverkeer meer op gang komt.
Wordt er nagedacht over andere maatregelen, o.a. over hetgeen de sp.a-fractie voorgesteld heeft?
Schepen Vanhoof zegt dat als men aparte fietspaden wil aanleggen, men dat toch heel goed zal moe-
ten bekijken. 8 jaar geleden is er een nieuwe doortocht gekomen in Mol, en die legt men niet aan
voor 8 jaar. Het zou geen goed bestuur zijn om na 8 jaar de doortocht te wijzigen. Er zijn ook nog
andere noden buiten Mol-centrum. Hij denkt dat de handelaars er ook niet mee gediend zouden zijn
om Mol-centrum opnieuw 1 of 2 jaar open te leggen. Er is destijds niet gekozen voor volwaardige
fietspaden. Men zit dus met mengverkeer. In het meerjarenplan is er niets voorzien om deze legis-
latuur daar nieuwe fietspaden aan te leggen. Hij wil er ook op wijzen dat er ook eventuele nadelen
aan verbonden zijn. Hij heeft gelezen dat sommige mensen een dubbelrichtingsfietspad willen door-
heen het centrum. Dat gaat volgens hem veel gemakkelijker zijn dan de huidige situatie. Hij wil ook
nog duidelijk vermelden dat men met het mengverkeer heel weinig ongevallen heeft. Vanuit de hoge-
re overheid wordt mengverkeer ook aanbevolen, omdat het heel weinig ongevallen veroorzaakt.
Raadslid Verbeke merkt op dat als alles stil staat men niet kan botsen.
Schepen Vanhoof stelt dat meestal niet alles stil staat in Mol.
Raadslid Verbeke vindt het merkwaardig dat het standpunt van de schepen op 2 jaar tijd volledig ver-
andert. 2 jaar geleden werd er geijverd voor aparte fietspaden en nu zegt de schepen dat het eigen-
lijk allemaal zo slecht nog niet is.
Schepen Vanhoof stelt dat hij niet zegt dat alles niet zo slecht is, anders zou hij die campagne niet
gevoerd hebben, anders zou men ook de maatregelen niet uitvoeren die men de komende jaren gaat
nemen. Het is nodig om maatregelen te nemen om fietsen in ons centrum te promoten.
Raadslid Verbeke merkt op dat de schepen zelf gemeld heeft dat er niets voorzien is in de meerjaren-
planning.
Schepen Vanhoof denkt dat het logisch is dat als men een aanleg doet van het centrum, dat 8 jaar
nadien niet opnieuw volledig gaat openbreken om dat te wijzigen. Als men een doortocht maakt, doet
men dat voor 30 of 40 jaar, zonder dat men daar onmiddellijk grootschalige aanpassingen aan gaat
doen. De essentie van de campagne is dat de fietser en de automobilist daar samen moeten leren
leven en dat is juist de bedoeling van de actie, dat vereist een zekere hoffelijkheid.
Raadslid Van Gompel (MeMo) merkt op dat hij 1 ding hier nog niet heeft horen vermelden in heel dit
verhaal, nl. dat er 8 jaar geleden met de herinrichting van het centrum gewoon heel bewust gekozen
is om de fietser geen plaats te geven in het centrum. Hij weet dat dit voor discussie zorgt en dat men
zegt dat dit niet waar is, dat de oplossing mengverkeer zou zijn en dat de fietser zijn plaats moet
opeisen in het verkeer. Als hij de schepen hoort zegen dat er heel weinig ongevallen gebeuren op die
plaatsen waar dat mengverkeer is, is het duidelijk dat dit zo is omdat het verkeer daar gewoon voort-
durend stil staat. Heel veel mensen durven niet meer fietsen in Mol, men heeft er gewoon minder
fietsers. Veel fietsers rijden ook op de stoepen. Hij raadt zijn kinderen ook aan om op de stoepen te
rijden omdat het op straat veel te gevaarlijk is. Dat is de essentie van heel het verhaal en dat is ook
de erfenis waar de schepen van mobiliteit mee zit. Het is waar wat raadslid Verbeke zegt, nl. dat de
sp.a ooit gevraagd heeft naar aparte fietspaden. De schepen zit nu wel met de erfenis van 8 jaar ge-
leden toen de sp.a niet mee in de meerderheid zat, toen er heel duidelijk gekozen werd voor ‘ geen
fietsers in het centrum’ .
De burgemeester wil hier toch even op reageren. Eerst en vooral is dat verhaal van 8 jaar geleden
niet juist. De discussie over de herinrichting van de doortocht is 20 jaar geleden gestart. Die is ge-
beurd met inspraak, zoals men dat nog maar weinig in trajecten gedaan heeft. Men heeft de mobili-
teitsdagen gehad, het is begeleid door ‘Langzaam Verkeer’, er hebben scholen geparticipeerd, hande -
laars, politie, gemeentediensten,... Zeggen dat daar plots iets aangelegd is, vindt hij zeer kort door
de bocht. Als het raadslid dit interesseert mag hij eens tot bij de burgemeester komen. Hij heeft al
die documenten zorgvuldig bijgehouden. Dat het raadslid zegt dat er gekozen is om de fietser uit het
centrum te houden, is niet juist. Het is natuurlijk altijd heel gemakkelijk om na de feiten de profeet te
spelen en te zeggen dat men het anders had moeten doen. ‘Langzaam Verkeer’ is volgens hem toch
een instantie die weet wat langzaam verkeer is. ‘Langzaam Verkeer’ heeft toen zeer duidelijk aange-
geven dat door het wel aanleggen van fietspaden, men de optie nam om de stoepen veel smaller te
maken en om parkeerplaatsen weg te doen. Hij nodigt het raadslid uit om eens uit te tekenen dat
men op het Laar fietspaden legt die conform het vademecum zijn. Hij wil de stoepen dan eens zien
en hij wil eens zien hoeveel parkeerplaatsen er verdwijnen. Tijdens de discussie heeft men zich altijd
afgevraagd of fietspaden veiliger zouden zijn. Hij heeft dat niet verzonnen, maar de deskundigen van
toen hebben gezegd dat als men in dat centrum - waar het zo druk is en waar men heel veel han-
delszaken heeft, waar men veel scholen heeft en waar men veel zijstraten heeft, waar men al die
oversteekbewegingen zal moeten combineren met een auto die minder hindernissen heeft en die snel
rijdt - zij vreesden dat er heel wat ongelukken zouden gebeuren. Men zit met een zeer delicate
discussie, want elk ongeval is er 1 te veel. De fietsongevallen die hij ooit heeft moeten betreuren, zijn
altijd gebeurd op plaatsen waar een fietspad lag, omwille van het feit dat er een conflict ontstond
tussen een automobilist en een fietser. Waar men niet goed wist wie er voorrang had of waar men
twijfelde. Zeggen dat dit veilig is doet hij niet, maar hij wil toch grote vraagtekens plaatsen bij het
standpunt van het raadslid wanneer hij zegt dat de fietsers er bewust uitgehouden zijn. Als men het
over het centrum heeft, moet men correct zijn. Er is heel wat geïnvesteerd in fietspaden. Omdat hij
een fervente fietser is wil hij er een erezaak van maken. Als men ziet welke fietspaden er de laatste
jaren extra zijn bijgekomen, die in het centrum liggen, moet men niet gaan overdrijven. Men zit met
een kritische strook, maar voor het overige heeft men vanuit Mol-Wezel, dat is 8 km ver, vrijliggende
fietspaden over de Rozenberg tot hier. Men heeft er in de Martelarenstraat, men heeft er in de Jakob
Smitslaan, men heeft er in de Hangarstraat, men heeft een nieuw fietspad Keirlandse Zillen, men
heeft het Charel Coolspad, men heeft de verbinding met het Charel Coolspad naar het centrum, men
heeft een prachtig Netepad, … Dus zeggen dat er in Mol geen plaats is voor fietsers is niet correct.
Er is heel veel geïnvesteerd in fietspaden.
Raadslid Van Gompel vindt het ook niet correct dat men keer op keer blijft ontkennen dat er een pro-
bleem is met fietsers in Mol-centrum. Er is een heel lange en moeilijke as voor fietsers van de Mar-
telarenstraat, over de Markt, tot helemaal aan de Statiestraat. Dat is gewoon een gegeven. Men
heeft dat destijds verkocht als mengverkeer, kwestie van terminologie. Hij zegt dat fietsers geen
plaats hebben in Mol-centrum, de burgemeester zegt dat dit mengverkeer is. Als de burgemeester nu
tegen hem zegt dat dit mengverkeer werkt, dan vindt hij dat ook niet eerlijk.
De burgemeester verduidelijkt dat hij alleen heeft willen duiden dat in het centrum wel heel veel
fietsvoorzieningen zijn. Hij heeft niet gezegd dat er geen probleem is. Er is met verkeer overal een
probleem, gelijk waar men komt. Men leeft in een heel druk mobiliteitslandschap. Hij zal de laatste
zijn om te ontkennen dat er geen problemen zijn.
Raadslid Van Gompel stelt dat men dat kan verkopen zoals men wil. Hij kan ook plaatsen aanduiden
in vergelijkbare gemeentes, in vergelijkbare straten, met ook veel zijstraten e.d., waar het wel werkt.
De burgemeester merkt op dat dit een keuze is die men maakt tussen de verkeersvormen. Onlangs
heeft men op TV het mengverkeer in Utrecht nog gestimuleerd. Daar heeft men de ruimte voor de
fietsers nog uitgebreid, en die discussie moet men ook eens durven voeren. Daar moet die automo-
bilist zich mengen met fietsers, maar op een nog meer beperkte strook dan in Mol het geval is. Hij
vreest dat er voor een heel druk bezocht centrum geen toverformule bestaat.
Raadslid Van Gompel stelt dat als men alle gemeentes bekijkt, zowel in België als in Nederland, waar
lovend over gedaan wordt of die bekend staan als fietsgemeentes, dat gemeentes zijn waar de fietser
een aparte plaats krijgt in het verkeer.

Terug naar boven

Toestand van Sint Apollonialaan na heraanleg en ontbreken van wegmarkeringen (Hans De Groof)

Op vraag van de voorzitter wordt dit agendapunt samen behandeld met agendapunt 47.n van raadslid
Van Gompel - herstelling St.-Apollonialaan.
Raadslid De Groof (N-VA) zegt dat het naar aanleiding van de vraag van raadslid Van Gompel van
vorige keer, dit punt geagendeerd heeft. Er werden tijdelijke herstellingen uitgevoerd in de St.-Apol-
lonialaan door een aannemer. Deze herstellingen zijn niet afdoende. Er staan nog altijd vele putten
in het wegdek. Op de vorige gemeenteraad werd er gemeld dat er contact zou worden opgenomen
met de aannemer om hier een oplossing voor te vinden. Zijn fractie vraagt naar de stand van zaken.
Mag men een oplossing verwachten en wanneer? Daarop aansluitend meldt hij dat er momenteel een
aantal wegmarkeringen ontbreken, o.a. die van de voorrang aan rechts. Zullen die opnieuw worden
aangebracht als de weg volledig in orde zal zijn.
Raadslid Van Gompel (MeMo) deelt mee dat zijn vraag eigenlijk op hetzelfde neerkomt. Het blijft ook
vreemd dat een straat die hersteld wordt, al is het dan met een minimumbudget omdat die later
definitief zal aangepakt worden, er slechter uitziet dan voorheen. Dat blijft een rare situatie.
Schepen Schoofs (Open vld) antwoordt dat men van de aannemer ondertussen een bevestiging
gekregen heeft dat ook hij niet tevreden is over het uitgevoerde werk. Er zijn 2 vaststellingen. Er zijn
een aantal gaten niet gevuld die moesten gevuld worden. Er zijn een aantal zaken weggefreesd,
waaronder vooral wegmarkeringen. Het verschil met het oppervlak is daar op die plaatsen te groot.
Dan is de overlaging gebeurd volgens de regels van de kunst, maar men blijft dat niveauverschil nog
altijd zien. Dat is ook de reden waarom er op dit moment nog steeds geen nieuwe wegmarkering
aangebracht is. Dat overleg heeft plaatsgevonden op vrijdag 13 juni. De uitvoering die de aannemer
heeft toegezegd om de verbetering aan te brengen aan de gedane werken wordt nog voor het
bouwverlof gepland. De gemeente heeft op dit moment, in afwachting van die uitvoering, een 6-tal
waarschuwingsborden geplaatst met de melding ‘geen wegmarkeringen’. De automobilist wordt wel
degelijk verwittigd van het feit dat de situatie nog altijd niet afgewerkt is. Het toeval wil dat men
tijdens de uitvoering van die herstellingswerken door de VMM op de hoogte gebracht werd van het
feit dat de subsidies voor de St.-Apollonialaan alsnog worden toegekend aan de gemeente Mol. Dat is
goed nieuws, maar dat wil niet zeggen dat men morgen al aan het werken is aan een definitieve
heraanleg van de St.-Apollonialaan. Men heeft nu wel de kans om het voorontwerp dat klaar was nu
in een definitief ontwerp te gieten, en dat in te dienen voor 31 januari 2015. Dan is die kar aan het
rollen, d.w.z. dat men er op hoopt om dat binnen de 3 jaar te kunnen aanpakken. Hij denkt dat men
daarmee een behoefte kan inlossen, vooral een behoefte naar veilig fietsverkeer. Het is de bedoeling
om daar vrijliggende fietspaden aan te leggen en alle voorzieningen om van die weg een veilige ver-
keersader te maken.
Raadslid Van Gompel merkt op dat de specifieke vraag ging over de huidige werken nu in de St.-
Apollonialaan. Men laat in een bewonersbrief schrijven dat men 90.000 euro bespaard heeft door dat
op een minimale manier te laten doen en dat het maar 54.000 euro gekost heeft. In dit verhaal, tot
nu toe, is die 54.000 euro in de vuilbak gegooid. Wat gaat de aannemer doen? Wordt hij in gebreke
gesteld? Gaat hij het herstellen zoals het in het contract bepaald is?
Schepen Schoofs herhaalt dat de vaststellingen gebeurd zijn. De aannemer heeft dat toegegeven en
gaat een bijkomende herstelling doen. Hij gaat een herstelling doen t.h.v. het niveauverschil. Daar
wordt een nieuwe laag op gezet met een speciale techniek - een bijkomende laag van koud asfalt.
Daarvoor moet wel de bestaande bedekking behandeld worden, zodanig dat er terug een kleeflaag
wordt aangebracht die ervoor zorgt dat die bijkomende laag houdt.
Raadslid Van Gompel hoopt dat de diepe gaten die er nu zijn ook opgevuld zullen worden.
Schepen Schoofs verduidelijkt dat er momenteel nog 3 gaten zijn die niet opgevuld zijn. Men moet
ook correct zijn. Van een oude weg kan men met deze herstelling geen nieuwe weg maken. Dat was
ook niet de bedoeling. Het was de bedoeling om de St.-Apollonialaan terug veilig te maken. Dat is
het uiteindelijke doel dat men met deze tijdelijke verbetering wil bekomen.

Terug naar boven