U bent hier
Gemeenteraad maart 2013
- Labelen van fietsen (Jan Vangheel)
- Project buitengewone plekjes (Mia Belmans)
- Maaien van bermen langs de openbare weg: goedkeuring gunningswijze, lastvoorwaarden en uit te nodigen firma's (Marc Van Roy)
- Sneeuwruimen (Marc Van Roy)
- Computerprogramma voor schoonmaakbeheer (Marc Van Roy)
- Jacht op everzwijnen (Koen Dillen)
- Regelgeving inschrijving Molse kleuterscholen (Wendy Soeffers)
- Snelheidscontrole Ginderbuiten (Wendy Soeffers)
- Wegenwerken Spoorwegdreef (Andre Verbeke)
- Werkingstoelage politiezone Mol (Nicole Smets)
- Parkeerproblemen Doornboomstraat (Andre Verbeke)
Labelen van fietsen (Jan Vangheel)
Raadslid Vangheel (N-VA) zegt dat dit punt gaat over het labelen van fietsen tegen diefstal.
Momenteel kan dat enkel in de Slagmolenstraat en enkel op woensdagnamiddag van 13 uur tot 15 uur. Is het niet mogelijk om dat te verhuizen naar het station, naar het fietspunt?
Die mensen zitten daar elke werkdag van 7 uur tot 19 uur, in het centrum van Mol. Daar komen meer mensen met de fiets en dat is toch veel gemakkelijker. Misschien kan dit aanleiding geven tot het feit dat meer mensen hun fiets laten labelen.
Schepen Schoofs (Open vld) antwoordt dat dit een overweging is die men zelf ook al gemaakt heeft, omdat het ook 1 van de zaken is die tijdens het overleg met het fietspunt ter sprake is gekomen. De directeur van het fietspunt is momenteel met vakantie, want hij had dit punt even met hem willen bespreken. Het raadslid heeft dit terecht aangehaald, maar men zal alle kosten even op een rijtje moeten zetten. Op dit moment wordt dit gratis aangeboden door het gemeentebestuur. Het is inderdaad, zoals gesteld door het raadslid, niet
zo praktisch voor fietsers om naar de Slagmolenstraat te rijden. Men moet dat echter even bekijken wat de kostprijs betreft. Het gaat toch om 250 tot 350 graveringen per jaar. Het fietspunt zal daar ook mensen voor moeten inzetten en dat zal ook een kostprijs betekenen. Hij hoopt dat men daarin een beetje inschikkelijk kan zijn.
Raadslid Vangheel meent dat de persoon die nu aanwezig is in dat fietspunt die taak toch gemakkelijk zou kunnen uitvoeren. Daar moet toch geen tweede persoon voor komen bijzitten.
Schepen Schoofs stelt dat de gemeente dat niet kan opleggen. Het fietspunt is een vzw.
Raadslid Vangheel merkt op dat men het wel kan vragen.
Schepen Schoofs antwoordt dat men dat zeker gaat doen.
Raadslid Vangheel stelt dat het graveren vroeger heel wat werk met zich meebracht, maar nu is dat gewoon een sticker die uit een machientje rolt. Dat is dus zo gebeurd.
Project buitengewone plekjes (Mia Belmans)
Raadslid Belmans (N-VA) heeft gelezen dat Plattelandsontwikkeling Vlaanderen een project organiseert om binnen de provincie Antwerpen een 50-tal verloederde plekjes te verfraaien.
Men zou dat doen aan de hand van een wedstrijd, waarin in de eerste plaats de bevolking gevraagd wordt om voorstellen te doen, om iets uit te werken, en dan kan er achteraf gestemd worden om die prijs binnen te halen. Het is een vorm van wedstrijd die vertrekt van bij de burgers, verenigingen, organisaties, ... Zij vindt het spijtig dat de gemeente Mol er niet aan deelneemt. Daar ligt toch een goede kans om mensen verantwoordelijkheid te laten opnemen voor hun buurt, voor het groen. Een groene omgeving of een mooi plekje heeft ook een positieve invloed op het gevoel dat men heeft rond wonen, rond zich goed voelen in zijn buurt. Zij heeft gelezen dat de gemeente Mol niet deelneemt omwille van tijdsgebrek van de groendienst. Omdat het eigenlijk de Mollenaars zelf zijn die in gang mogen schieten, vindt zij dat wel een beetje spijtig dat omwille van het inhoudelijk sterk argument men daar niet aan deelneemt. Deelname kan via een warme oproep aan verenigingen, buurtcomités, de culturele ambassadeurschappen, specifieke doelgroepen, ... die eventueel wel een project zouden kunnen indienen. Uiteindelijk wordt er maar 1 gerealiseerd, maar de andere projecten - het bruikbare materiaal - kan misschien in de toekomst ook meegenomen worden om iets mee te doen.
Schepen Van Craenendonck (CD&V) denkt dat het raadslid van mening is dat de burgers een bijzonder plekje mogen zoeken op het openbaar domein, maar dat is niet zo. Het is op privé-grond dat ze moeten zoeken. De kosten worden voor een heel klein deel, voor 65%, gerecupereerd. 35% moet er nog bijgelegd worden, of de gemeente moet 35% co-financieren. Dat was al een probleem, want men heeft dat krediet niet voorzien in de begroting.
Als men ergens een privé-tuin heeft die wat verloederd is en die men wil inrichten, dan moet men die tuin 5 jaar openstellen voor het publiek. Hij denkt dat hier weinig mensen voor te vinden zijn. De gemeente heeft trouwens al ervaring met zulke zaken. Burgers vragen aan de gemeente om een petanquepleintje in te richten op privéterrein, en zij zullen dat achteraf wel onderhouden. Na 2 jaar vragen ze dan aan de gemeente om het te komen onderhouden omdat het voor hen niet meer gaat. Daarom heeft men de boot een beetje afgehouden. Men heeft op gemeentelijk vlak al tal van initiatieven genomen. Men heeft het Moldersbok, men heeft de begraafplaatsen, men heeft de oude begraafplaats, men heeft de eco-demo tuin, .... Eigenlijk komt dit project voor de gemeente Mol een tweetal jaren te laat.
Raadslid Belmans stelt dat, aan de voorbeelden te horen die de schepen nu aangeeft, er wel locaties zijn waar het zou kunnen gebeuren.
Schepen Van Craenendonck antwoordt dat men die allemaal al verwezenlijkt heeft.
Raadslid Belmans vraagt of er verder in Mol nergens een locatie is waar dit kan gebeuren.
Schepen Van Craenendonck zegt dat het achteraf ook allemaal netjes moet gehouden worden. Men kan iets mooi maken, dat is een kwestie van een maand door te werken, maar dan beginnen de zorgen.
Raadslid Belmans denkt dat als de buurtbewoners erin betrokken worden, zij ook wel bereid zullen zijn om dat mee te onderhouden.
Schepen Van Craenendonck zegt dat de buurtbewoners op openbaar domein geen werken zullen uitvoeren.
Raadslid Belmans denkt dat die bereid zijn om hun buurt mee mooi te maken.
Schepen Van Craenendonck stelt dat die zeker bereid zijn, maar men moet dat ook allemaal naar verzekering en naar veiligheid in orde brengen.
De voorzitter zegt dat niets het raadslid belet om voorstellen aan de schepen door te geven.
Maaien van bermen langs de openbare weg: goedkeuring gunningswijze, lastvoorwaarden en uit te nodigen firma's (Marc Van Roy)
Raadslid Van Roy (N-VA) stelt vast dat er meer en meer naar privé-firma’s wordt gegaan, o.a. voor het onderhoud van hagen in de Martelarenstraat en de Gompelbaan. Voor het herstellen van stoepen worden er ook al heel wat uitbestedingen gedaan. Dat is ook een kostenplaatje. Voor het maaien van de bermen heeft men een aantal machines. Zijn die op korte termijn zo hard versleten dat men dat niet meer zelf kan doen? De nodige tractoren met klepelmaaiers en met jumbo zijn aanwezig. Nu gaat men dat ook weer uitbe-
steden. Is het de bedoeling dat men op termijn dit allemaal gaat uitbesteden?
Schepen Van Craenendonck (CD&V) antwoordt dat hij dit in het verleden al enkele keren besproken heeft met het raadslid.
Men heeft al een paar jaar geprobeerd om de bermen goed af te werken, omdat dat 1 van zijn stokpaardjes is naar veiligheid en naar netheid. Ieder jaar valt dat tegen. Als men stukken heeft aan een machine weet het raadslid ook wel hoe lang dit dan weg is voor reparatie. Er zijn al periodes geweest dat de machine 2 maanden weg waren voor reparatie, dan is de zomer bijna voorbij. Als er dan nog een werkman ziek valt of loopbaanonderbreking neemt, ... Men heeft prijsvraag gedaan bij een aannemer. Die firma’s beginnen in de zomer ’s morgens om 6 uur te rijden en stoppen om 22 uur. De werktijden bij de werklieden van de gemeente zijn korter. Naar veiligheid en naar netheid wil hij dat heel het grondgebied van Mol gedaan wordt. Het is al enkele jaren geleden dat dit fatsoenlijk afgewerkt is. Niet alleen de bermen, maar ook de obstakels moeten proper worden gemaakt. Vorig jaar was men hierover zeer tevreden.
Raadslid Van Roy zegt dat men hetgeen men heeft aan materiaal toch nog kan inzetten om niet alles te moeten uitgeven.
Schepen Van Craenendonck antwoordt dat die materialen nog altijd gebruikt worden. Heel vroeg in het voorjaar maait men de bermen op kruispunten, en op de begraafplaatsen.
Andere jaren deed de gemeente zelf 1 keer per jaar de jeugdpleinen en nu kan men die 3 keer per jaar doen. Ook voor allerlei kleine taken wordt het materiaal ingezet. Hakselen doet de gemeente nog zelf. Vroeger had men 2 tractoren met een klepelmaaier, moest men snoeien en moest de vrachtwagen de takken gaan opladen. Nu laat men die takken door de hakselaar gaan en alles is direct opgekuist. In de winter worden de tractoren mee ingezet bij het strooien. Die hebben dus meer en meer werk, en men heeft eveneens een beetje meer ruimte om andere dingen te doen die anders bleven liggen.
Raadslid Van Roy (N-VA) zegt dat ook tijdens de tweede winterprik het duidelijk werd hoezeer de gemeente faalde bij het sneeuwruimen. Bv. de Martelarenstraat is een weg die heel druk bereden wordt, maar die was niet open. De gewestweg Markt was wel volledig open. Hij stelt zich daar de vraag bij hoe het komt dat het gewest die wegen wel open krijgt en dat de gemeente dat niet kan.
Schepen Schoofs (Open vld) stelt dat men voor de tweede keer hier op de gemeenteraad praat over het sneeuwruimen in minder dan een maand tijd. Hij betreurt dat toch wel, en zeker het taalgebruik dat het raadslid in zijn vraagstelling hanteert. Dat is niet echt met bloemen gooien naar de gemeentelijke werklieden. Dat is een uitspraak die voor rekening valt van het raadslid. Uiteindelijk heeft men al 3 jaar dezelfde routine opgebouwd en dezelfde organisatie uitgebouwd, daar is het raadslid zelf nog getuige van geweest. Hij ziet
niet in waar die strooiroutes grondig gewijzigd zijn, integendeel, die zijn alleen nog maar uitgebreid met plaatsen waar men extra inzet geleverd heeft - schoolomgevingen, rond rusthuizen, aan het ziekenhuis, enz. Men volgt nog steeds dezelfde meetgegevens van Meteoservices. Hij begrijpt niet goed waar het probleem zich stelt. Het raadslid zegt in zijn vraag dat men vastgesteld heeft dat in Balen - de overgang van Mol naar Balen - de straten wel geruimd zijn en in Mol niet. Hij vraagt het raadslid de wegen op te geven, dat heeft hij
vorige keer ook al gezegd. Men is steeds vatbaar voor kritiek en bijsturingen. Maar deze bewering als zou de gemeente gefaald hebben in het sneeuwruimen, dat neemt hij niet in naam van de personeelsleden die zich daar dag en nacht voor inzetten. Hij heeft het raadslid vorige keer ook al attent gemaakt op de mogelijkheid om overleg te plegen met de personen die de deskundigheid in huis hebben en die de ervaring hebben van het ruimen en de organisatie. Hij heeft dat ook in het verslag gezien. Hij weet niet of het raadslid naar de werkplaats geweest is om met de bevoegde ingenieur te gaan praten en bevindingen en tips heeft uitgewisseld. De bevoegde personeelsleden zijn alleszins vragende partij. De straten die onvoldoende geruimd worden, mogen ook gemeld worden. Men heeft over de Martelarenstraat geen meldingen gekregen via CRM. Er zijn wel regelmatig meldingen en dan wordt er verwezen naar het programma van 1e en 2e orde, dat hij vorige keer hier omstandig heeft toegelicht. Burgers aanvaarden dat en beseffen dat men niet overal op 1 moment kan zijn. Waar heeft men bij de overgang van Mol naar Balen straten niet gedaan?
Zaten die dan in ons ruimingsprogramma? Het ruimingsprogramma staat online en is door iedereen raadpleegbaar.
Raadslid Van Roy zegt dat men de volgende winters zal nagaan welke straten het zijn en die straten ook doorgeven.
De burgemeester vindt dat het raadslid hier nu een beetje goedkoop probeert mee weg te geraken. Op zondagmorgen van die 2e winterprik heeft hij het raadslid nog ontmoet op het ontbijt van ‘Kom op tegen kanker’. Op dat ogenblik was het hevig aan het sneeuwen. Collega’s in de gemeenteraad zijn toen met hem nog een tas koffie gaan drinken. Zij hebben 3 ploegen van het gemeentepersoneel op die zondagmorgen zien rijden, die de Rozenberg - een gewestweg - aan het ruimen waren, die hier op de parking aan het ruimen
waren en die gelijktijdig met een andere ploeg bezig waren met het ruimen van de fietspaden. Hij heeft de ploegen 3x zien rijden in de vroege uren, terwijl het bleef sneeuwen.
Het raadslid kent het probleem. Hij wil het raadslid een goed bedoelde raad geven. Het raadslid moet er eens over nadenken om vragen zoals deze door iemand anders van zijn fractie te laten stellen, omdat het raadslid daar zelf bijzonder slecht voor geplaatst is.
Computerprogramma voor schoonmaakbeheer (Marc Van Roy)
Raadslid Van Roy (N-VA) vraagt om dit agendapunt naar de besloten zitting te verschuiven omdat er misschien namen moeten genoemd worden.
Jacht op everzwijnen (Koen Dillen)
Raadslid Dillen (N-VA) zegt dat enkele weken geleden Mol een hot item was in het nationale en zelfs het internationale nieuws. Met de steun van het gemeentebestuur waren de jagers verzameld om samen met hun vrienden het everzwijnenbestand in de Rauwse en Postelse bossen tot gezonde proporties te reduceren door middel van een georganiseerde jacht. Volgens hem een lovenswaardig initiatief. Het was toen een schitterende morgen, een straalblauwe hemel en het was aangenaam. Die mensen hebben zich dus zeker goed geamuseerd. De hele voormiddag heeft de Molse bevolking en zelfs de Vlaamse bevolking die vorderingen van die 200 jagers en trackers kunnen volgen via rechtstreekse reportages op het radionieuws. Tijdens het nieuws van 13 uur heeft men het verlossende en geruststellende bericht gekregen dat er 1 everzwijn van de 170 geschoten was. Het opzet van de voormiddag was misschien geslaagd. De veiligheid van de automobilisten rond Postel en op de autosnelweg Antwerpen-Eindhoven was terug gegarandeerd. De boeren mochten op beide oren slapen over de opbrengst van hun gewassen. Nadien is er dan een persmededeling verschenen, die ook ondertekend was door het gemeentebestuur. Mol heeft hierdoor
de nationale en de internationale pers gehaald. De Molse jachtactie werd negatief besproken in de pers. Voordien waren er 3 everzwijnen die aangereden werden door auto’s, een beer en 2 zeugen. Achteraf bleek dat die zeugen drachtig waren. Vorige week zaterdag zouden er ook nog 3 zwijnen neergeschoten zijn. Gaan er nog gezamenlijke acties komen of blijft het bij deze actie? Kunnen de jagers nu individueel naar believen op jacht gaan? Hij denkt dat een snelle actie nodig is om het everzwijnenbestand een beetje in de hand te houden. Als hij dan ziet dat er van de aangereden everzwijnen 2 zwanger waren, zullen er heel veel biggetjes komen. Zijn er ondertussen resultaten gekend van die biopsies die genomen zijn bij die aangereden zwijnen? Verder gaat het ook nog een beetje over de verkeersveiligheid. Hij denkt dat met die actie de verkeersveiligheid niet verbeterd is rond Postel, ook niet op de autosnelweg. Kan men contact opnemen met de bevoegde Vlaamse minister en vragen om de maximale snelheid op de gewestwegen in die buurt te vermin
deren van 90 naar 70 km/u, en op de autosnelweg van 120 naar 90 km/u. Als er nu al 3 ongevallen gebeurd zijn, vermoedt hij dat er in de zomer nog meer ongelukken zullen gebeuren. Hij wil de ongelukken verminderen, maar natuurlijk ook het aantal verkeersslachtoffers. Misschien kan er vanuit het gemeentebestuur van Mol bij de Vlaamse overheid aangedrongen worden op de aanpassing van de jachtwet. Voor deze dringende situaties bestaat er in Wallonië een wetgeving waardoor het mogelijk is om efficiënter te jagen. In
Vlaanderen bestaat dit nog niet.
De burgemeester verduidelijkt dat de gemeente Mol hier geen enkel initiatief in genomen heeft. Het initiatief is opgestart door het agentschap Natuur en Bos (ANB), in overleg met de natuursector en de landbouwsector en ook op vraag van de jagers. Hij is blij dat het raadslid in zijn inleiding gezegd heeft dat de veiligheid goed georganiseerd was. Dat was voor hem eigenlijk het enigste punt. Hij heeft slechts na een drietal weken een verslag ontvangen over een vergadering die in Turnhout bij ANB was doorgegaan en hij heeft zich onmiddellijk vragen gesteld over hoe dat ging werken, welke de veiligheidsmaatregelen waren e.d. Aanvankelijk was het de bedoeling om die actie in alle stilte te organiseren, om daar niet te veel ruchtbaarheid aan te geven. Hijzelf had daar problemen mee. Dat was ook de reden dat dit, op advies van de communicatieambtenaar, vooraf werd bekendgemaakt aan de pers, met de vraag om het niet te vroeg te publiceren, maar ook dat het een oproep zou zijn naar de mensen toe om daar niet te passeren als het niet nodig was. Hij gaat hier niet uitweiden over alle maatregelen die er inzake veiligheid genomen zijn. Het was dus een initiatief van ANB, waarbij de 3 wildbeheerseenheden die daar hebben gejaagd de volledige verantwoordelijkheid moeten dragen. De gemeente heeft samengewerkt met die instanties, maar voor de gemeente zijn veiligheid en toegankelijkheid het enigste waar men in geparticipeerd heeft en waar men de mensen van ANB heeft ondersteund wat het communicatieve luik betreft. Hij was zelf aanwezig op de laatste coördinatievergadering.
Als hij zag welke instanties daar aanwezig waren, moet hij zeggen dat men het tegen de varkens heeft moeten afleggen, want voor hem was het ook een verrassing dat ze er maar 1 geschoten hebben. Hijzelf kent daar niets van en gaat er ook geen uitspraken over doen, noch over de jagers, noch over de everzwijnen. Het raadslid heeft een vraag gesteld over het drachtig zijn en over de kruising met hangbuikzwijnen. Hij heeft zich niet verdiept in het seksuele leven, noch van de hangbuikzwijnen, noch van de everzwijnen, dus daar kan
hij niet veel over vertellen. Het zijn zoogdieren, zoals de mens, en mensen doen soms ook wel eens rare zaken. Misschien dat varkens dat ook doen, maar daar weet hij niets van. Het is niet omdat hij het niet weet dat het niet belangrijk is. Dat wordt opgevolgd door het Instituut voor Bos- en Natuuronderzoek (INBO). Als er bv. zeugen zwanger zijn, vraagt men zowel de baarmoeders als de foetussen op om over te maken aan een veterinaire instantie. Het is ook niet de bedoeling de populatie daar volledig uit te roeien, maar het INBO heeft als opdracht de evolutie op te volgen. Op dit moment is er een overdruk, dat is heel duidelijk. Wat er in de toekomst gaat gebeuren, daar kan hij niet op antwoorden.
Door 1 van de wildbeheerseenheden werd bij ANB een extra schema van jachten aangevraagd. Hij is daarvan in kennis gesteld. ANB volgt mee op hoe en wanneer nog dergelijke jachten zullen worden georganiseerd. Hij denkt dat het voor de hand ligt dat er ook nog bijkomende acties zullen volgen. Er is zopas nog een evaluatievergadering georganiseerd bij ANB, waar men heeft moeten vaststellen dat de jachttrofeeën eerder zeldzaam waren.
Over veiligheid en communicatie was iedereen zeer tevreden. Wat de organisatie betreft zijn er een aantal pijnpunten aangekaart i.v.m. het resultaat van die jacht. Het is vooral het INBO dat die evolutie daar zal volgen. Hij kan het raadslid die contactadressen bezorgen als hij die graag heeft. Hij herhaalt dat de gemeente geen initiatiefnemer is hierin. Men heeft wel uitdrukkelijk gevraagd om, indien er grootschalige acties zouden worden georganiseerd, de gemeente daar vooraf van in kennis te stellen. Zo kan men nagaan of men eventueel bijkomende maatregelen moet nemen, zoals men dat bv. heeft gedaan op de Postelsesteenweg - een verplichte snelheidsverlaging.
Raadslid Dillen begrijpt dat het gemeentebestuur niet in de organisatie zat, maar hij denkt wel dat het gemeentebestuur mee verantwoordelijk is voor de veiligheid van de burger, van de autobestuurder of van wie dan ook. Hij denkt dat het belangrijk is dat het Molse bestuur bij de Vlaamse overheid alles doet om die onveilige situatie die er nu volgens de persartikels is, aan te pakken. Hij denkt dat een verlaging van de snelheid veel verkeersslachtoffers kan sparen.
Schepen Vanhoof (sp.a) antwoordt dat men op enkele stukken van de weg inderdaad nog 90 km/u mag rijden. N.a.v. de problematiek van de everzwijnen, maar ook omdat er geen vrij liggend fietspad is, is het daar eventueel wel aangewezen om naar 70 km/u over te gaan. De procedure om daar een vrijliggend fietspad te creëren, loopt al enkele jaren. Men zit nu vrijdag samen met AWV voor het halfjaarlijks overleg. AWV heeft meegedeeld dat het wellicht nog even zal duren voor dat fietspad er komt en gaat er daarom principieel mee akkoord om daar nu tijdelijk de 70 km/u in te voeren. Tijdelijk is een heel gemakkelijke procedure en kan ook redelijk snel beslist worden. Waarom tijdelijk? AWV stelt dat op het moment dat het vrijliggend fietspad er komt, men wellicht - zeker op de langere stukken - gaat adviseren om daar terug naar 90 km/u te gaan. Hij zal vrijdag op de vergadering aankaarten of het feit van de everzwijnen een reden kan zijn tot een verlaging van de maximum snelheid.
Raadslid Dillen hoopt dat de vraag van de schepen aan AWV een positief gevolg zal krijgen.
Regelgeving inschrijving Molse kleuterscholen (Wendy Soeffers)
Raadslid Soeffers (N-VA) deelt mee dat ouders heel wat briefwisseling ontvangen hebben om hun kinderen tijdig in te schrijven voor een bepaalde datum. Daarna zouden ze geen voorrang meer krijgen in het schooltje naar keuze. Dat is een goede regel om meer inzicht te krijgen in hoeveel kinderen er in bepaalde klassen terecht zullen komen. Er zou ook rekening gehouden worden met het feit of er al broertjes of zusjes in de school zijn, en dan zou men daar voorrang voor krijgen. Heeft men er ook rekening mee gehouden of kinderen in een bepaald gehucht voorrang zouden krijgen voor de school die men kiest in dat gehucht? Het lijkt haar goed dat als men zich inschrijft voor een school in het gehucht waar men woont, dat gemakkelijker is inzake mobiliteit. Men zal vlugger de fiets nemen als men dicht bij de school naar keuze woont. Ook naar inburgering toe. Aan de scholen worden er toch heel wat contacten gelegd met mensen die in hetzelfde gehucht wonen en
met kinderen die in hetzelfde gehucht wonen. Zij vraagt zich af of dit ook een voorrangsregel zou kunnen zijn. Kan men er rekening mee houden om kinderen voorrang te geven in een bepaalde school?
Schepen Deckx (sp.a) antwoordt dat zij de vraag van het raadslid gelezen heeft. Als ze de redenen hoort die het raadslid opsomt, dat het goed zou zijn dat de overheid die kinderen naar die scholen toe leidt, moet zij daar helaas op antwoorden dat dit verboden is. Er is in België, op grond van de grondwet, een keuzevrijheid om zelf te bepalen naar welke school men gaat. Dat kan niet opgelegd worden door een overheid. Er is een nieuw inschrijvingsdecreet gestemd dat stelt dat men per school de capaciteit moet vastleggen en dat men voorrang moet verlenen aan kinderen uit dezelfde leefentiteit. M.a.w. broers en zussen en ook de kinderen van het personeel. Dat wordt dus door het decreet opgelegd en dat heeft men dan ook gedaan. De inschrijvingen zijn zeer vlot verlopen en er is nergens een capaciteitstekort. Alle kinderen die in een school willen inschrijven kunnen dat ook, of ze nu van het gehucht zijn of niet. Men is van oordeel dat men verder geenvoorrangsgroepen moet bepalen, maar dat men beter - en dat is men nu ook aan het doen - heel goed bestudeert wat de toekomst gaat brengen om er voor te zorgen dat men in de toekomst voldoende capaciteit heeft in Mol, zodanig dat alle kinderen vrij kunnen kiezen waar ze naar school gaan. Bv. waar de grotere verkavelingen komen en hoe de demografische groei zal zijn. Op dit ogenblik is er absoluut geen nood aan het bepalen van voorrangsregelingen, want dat zou de inschrijvingsprocedure voor onze scholen nodeloos verzwaren. Men zou dan met aanmeldingsprocedures moeten werken en die ordeningscriteria moeten vaststellen. Dat is op dit ogenblik echt niet aan de orde. Ieder kind is op dit moment gewoon in de school van
keuze ingeschreven. Men heeft ook vastgesteld dat er nog voldoende capaciteit zal zijn voor de kinderen die zich nog gaan inschrijven.
Raadslid Soeffers stelt dat als het inderdaad zo is zoals de schepen meedeelt, dat het allemaal ingecalculeerd is en dat elk kind in elk gehucht terecht zal kunnen in zijn eigen school.
Schepen Deckx merkt op dat zij dat niet gezegd heeft. Zij heeft gezegd dat men nu al de demografische groei bestudeert en ook de omgeving van onze scholen. Men gaat er voor zorgen dat ieder kind in Mol een plaats op school zal hebben, zodanig dat men geen voorrangsregel zal moeten bepalen, zeker niet op dit moment. Als er zich een moment aandient waar het anders wordt, zal men dat uiteraard wel doen. Op dit ogenblik is dat absoluut niet noodzakelijk.
Snelheidscontrole Ginderbuiten (Wendy Soeffers)
Raadslid Soeffers (N-VA) zegt dat de straat Ginderbuiten, komende uit de richting Rozenberg en uit de richting van de twee afritten van de Zuiderring, elke keer uit komt op de rotonde, waar zich een gemeentelijke basisschool bevindt. Omwille van het feit dat er nu wel kinderen zijn die niet genoeg plaats hebben in die school, moeten die kinderen elke dag een paar maal het zebrapad oversteken, wat vrij gevaarlijk is. In die straat mag er maar 50 km/u gereden worden en in de omgeving van de school maar 30 km/u. Kan men daar snelheidscontroles uitvoeren? Zijn er manieren om na te gaan hoe snel er effectief gereden wordt? Zo kan men maatregelen nemen en afwegen of die rotonde alleen genoeg is om de snelheid af te remmen.
Schepen Vanhoof (sp.a) antwoordt dat er al heel veel controles uitgevoerd zijn in die omgeving. Hij heeft een lijst van 2012, die hij het raadslid kan laten inkijken. Er zijn heel wat bemande controles gebeurd. Niet vlakbij de school, maar wel in de straat Ginderbuiten. Er staat ook een onbemande camera waar regelmatig mee geflitst wordt. Ten derde heeft men daar een snelheidsdetectie gedaan vlakbij de school. Dat was tijdens de periode eind maart van vorig jaar. De gemiddelde snelheid die er gereden werd, was 54 km/u, wat dus
iets te snel is omdat er slechts 50 km/u mag gereden worden. 58% van de mensen hield zich wel aan de 50 km/u en 32% zat tussen de 50 en de 60 km/u. Er wordt dus door een aantal mensen te snel gereden. Dat is ook de reden waarom er heel wat controles gebeuren. Is de rotonde voldoende om de snelheid daar naar omlaag te brengen? Meestal wel.
Er is echter een probleem met 1 richting. Als men uit de richting van Lommel komt en men wil naar Mol-centrum rijden, heeft men te weinig hindernis van de rotonde. Bijkomend probleem daar is dat als men uit die richting komt, men ook niet ziet dat men in een schoolomgeving terechtkomt. Specifiek daarvoor is er in het verleden een procedure opgestart om er naar een variabel bord ‘zone 30’ te gaan. Zo wordt aan de bestuurders duidelijk gemaakt dat men in een schoolomgeving komt. Die procedure loopt en het zal redelijk snel gerealiseerd worden. Er was ook een aanvraag ingediend voor een tweede flitspaal in de straat Ginderbuiten, maar die is ondertussen stop gezet omdat men daar in de toekomst een systeem van trajectcontrole wil invoeren waarbij men een gemiddelde snelheid kan meten en op die wijze kan verbaliseren. De straat Ginderbuiten is opgenomen in de toekomstige trajectcontrole.
Wegenwerken Spoorwegdreef (Andre Verbeke)
Raadslid Verbeke (N-VA) zegt dat hij in de Schooldreef moest zijn voor een huisbezoek en dat hij vastgesteld heeft dat die straat er heel erbarmelijk bijligt. Er is blijkbaar een stedenbouwkundige aanvraag ingediend om daar een verharding aan te leggen. Budgetten zijn er echter in 2013 nog niet voor voorzien. Wat is daar de planning? Daar zijn dringend voorlopige maatregelen nodig. De mensen die daar wonen zeggen dat hun huis vroeger hoger lag dan de weg. Door de constante voorlopige maatregelen ligt de weg ondertussen hoger dan hun huis. Er wordt daar regelmatig geschraapt en opnieuw aangevuld. Volgens de stedenbouwkundige aanvraag zou daar nu een betonverharding voorzien worden. Hoe loopt die planning en wanneer is dat voorzien?
Schepen Schoofs (Open vld) antwoordt dat het raadslid een zeer terechte analyse gegeven heeft van de staat van de weg. Dat geldt trouwens voor alle onverharde wegen. Men heeft op dit moment van het jaar overal dezelfde problemen. Met sneeuwval en ijzel is het volgens de gemeentelijke uitvoeringsdienst bijna onmogelijk om dergelijke wegen in een goede staat te houden. Sinds een aantal jaren werkt men met balast. Vroeger werd dolomiet gebruik en daarvoor maaskiezel. Geen enkel product is zaligmakend, dat is duidelijk.
Die onverharde wegen zullen altijd aanleiding geven tot klachten bij de mensen die er wonen. Men probeert daar zijn best te doen door regelmatig te schaven, maar de voorbije weken waren de weersomstandigheden van die aard dat men niet kon schaven. Wat de Spoorwegdreef betreft, is er wel beterschap mogelijk. Men heeft na heel wat aandringen daar toch een bouwvergunning voor bekomen. Die is vorige maand, op 6 februari, binnengekomen. Men had inderdaad nog geen budget voorzien, omdat men een overgangsbegroting heeft opgemaakt. Men wil dat meenemen naar de bespreking voor 2014. De raming was rond 30.000 euro. Men zal dat moeten afwegen in het kader van de begrotingsbesprekingen. Hij is blij dat het raadslid het probleem ook onderkent en hoopt dat men de nodige steun vindt voor dit dossier.
Werkingstoelage politiezone Mol (Nicole Smets)
Raadslid Smets (N-VA) meldt dat zij de vorige keer op de gemeenteraad daar een vraag over gesteld heeft, omdat de werkingstoelage van de politiezone Mol 39% hoger ligt dan in de buurgemeente Lommel. Zij heeft toen het antwoord gekregen dat dit zou bekeken worden en dat zij daarover geïnformeerd zou worden. Zij heeft daar tot op heden nog altijd geen antwoord over ontvangen. Daarom vraagt zij nogmaals om daar toch enige duiding over te krijgen.
De burgemeester antwoordt dat het raadslid de informatie nog niet heeft ontvangen omdat men tot de dag van vandaag daar al heel wat tijd in gestoken heeft en men niet overal direct de gegevens gekregen heeft die men nodig had. Het raadslid vertrekt van de stelling dat de toelage van de politiezone Mol 39% hoger ligt dan die van de stad Lommel. Dat is uiteraard een vaststelling die de nodige aandacht verdient. Hij weet dat hij tegenover iemand zit die boekhoudkundig veel beter op het ijs zal komen dan hijzelf. Hij gaat het raadslid toch een aantal vragen stellen, omdat hij twijfels heeft over de juistheid van de beweringen van het raadslid. Waarmee hij niet wil zeggen dat die niet juist zijn. Hij weet ook niet waar het raadslid zich op steunt en over welk cijfermateriaal zij beschikt, maar hij wil toch vertrekken van een aantal heel belangrijke punten. Een eerste belangrijk punt is het zeer essentiële verschil tussen Mol en Lommel, omdat Lommel geen politiezone is zoals men die hier kent. Lommel is een ééngemeentezone en Mol behoort tot de politiezone Balen-Dessel-Mol. Dat heeft heel belangrijke consequenties waar hij zo dadelijk nog op terugkomt. Een tweede punt is dat het raadslid vertrekt met als referentiepunt het inwonersaantal. Ook dat is niet volledig correct. Tot slot vraagt hij of het raadslid zich beperkt heeft tot de vergelijking met Lommel en zo ja, waarom? Waarom heeft ze geen vergelijking gemaakt met omliggende meergemeentezones die qua organisatie en qua bevolkingsaantallen met de onze te vergelijken zijn? Heeft het raadslid gans de zone bekeken of alleen Mol? Hij wil even vertrekken van het inwonersaantal. Bij de vaststelling van de bijdrage die elke gemeente in een meergemeentezone levert, steunt men op het KB van 2003, dat op zijn beurt gesteund is op wat men de KUL-norm noemt. De KUL-norm heeft in functie van de eigenheid van elke gemeente berekend welke bijdrage de gemeenten tot hun politiezone leveren. Daarbij is het bevolkingsaantal belangrijk, maar dat is niet het enige. Hij gaat het niet volledig overlopen, maar er zijn actoren zoals het belastbaar inkomen van de inwoners,
het kadastraal inkomen, hoeveel inwoners ouder zijn dan 65 jaar, het aantal overnachtingen, het aantal mutaties, de gevangeniscapaciteit, de risico’s van de nucleaire sector, de oppervlakte, ... Op basis van die normering is in de opstart van de politiezone het minimumkader voor Lommel bepaald op 52 operationele medewerkers, het minimum, waar men nu een effectief kader van 65 heeft. Voor onze politiezone bedraagt dat minimum 106, en men heeft een effectief bezet kader van 114 operationele mensen. Al die parameters die
daar inzitten gaan het intern verschil in onze zone verklaren. Als men een ruwe rekening maakt, weet men dat men ongeveer 60% van de kosten van de gewone dienst van de investeringen van de politiezone draagt. Als men de bevolking bekijkt - samen met Dessel en Balen in totaal 65.628 inwoners, de cijfers van 1 januari 2012 - dan betekent dat 53%.
Waarmee al onmiddellijk is aangegeven dat het inwonersaantal niet het referentiepunt is en dat men als Mollenaar meer betaalt dan de pure verhouding per hoofd. Hij vermoedt dat het raadslid hier een verkeerde eerste inschatting maakt. Men kan hetzelfde doen qua oppervlakte. Ook voor de oppervlakte zit men in dezelfde verhouding. Van de totale oppervlakte van onze politiezone van 21.000 ha maakt Mol meer dan de helft uit, maar men betaalt wel 60% van de kosten op basis van die andere parameters. Dat is ook gelinkt aan
een aantal klasseringen die men vanuit Binnenlands Bestuur Vlaanderen ook toepast, waar Lommel bv. geklasseerd staat als behorende tot de cluster 12, zijnde een landelijke gemeente. Daaronder verstaat men landelijke of verstedelijkte plattelandsgemeente met een sterke demografische groei. Terwijl Mol in de cluster v5 staat vermeld als een centrumgemeente, verdere toepassing middelgrote stad. In alle rapporten die men over de politiezones terugvindt, zal men zien dat niet het aantal inwoners bepalend is voor die bijdrage
van de respectievelijke gemeente, maar wel de typologie van de zone. Een ééngemeentezone of een meergemeentezone, verstedelijkt of landelijk. Als men binnen die typologie van die verschillende clusters de bijdrage per inwoner ziet, dan gaat men daar zeer grote verschillen zien. Bv. in cluster 1 is dat 327 euro, in cluster 2 is dat 174 euro en in cluster 3 is dat 117 euro. Dat is dus al een heel verschillende benadering dan het puur op te delen naar het aantal inwoners. Hij denkt dat hier een eerste correctie moet gemaakt worden.
Als men de cijfers van de volledige zone bekijkt, zal men zien dat de inwoners van Balen en van Dessel een stuk minder betalen dan de inwoners van Mol, om de redenen die hij zojuist gegeven heeft. Dat zijn belangrijke verschillen. Hij zal de meest recente cijfers nemen, deze van de begroting van 2013. Dan bedraagt dat voor Balen per hoofd 89,19 euro, voor Dessel 93,19 euro en voor Mol 119,03 euro. Men stelt vast dat op basis van die KUL-norm, op basis van die parameters die voor elke gemeente gelden, er zeer essentiële verschillen
zijn. Die parameters die in het KB van 2003 staan vermeld zijn opgegeven voor zover de gemeenten van die meergemeentezones er niet uit zouden geraken. Men heeft dat altijd zo gehanteerd, maar in principe kan men met Balen en Dessel aan tafel gaan zitten om te zien hoeveel iedereen zou betalen. Dat is een randbemerking. Wat nog veel belangrijker is, buiten het verhaal van die parameters, is de methodiek en de documenten die het raadslid gehanteerd heeft. Als hij daarstraks gesproken heeft over het verschil tussen Lommel en Mol, dan is dat zeer belangrijk omdat een politiezone zoals de onze een afzonderlijke rechtspersoonlijkheid heeft en geen gemeentelijke dienst is, zoals de politie in Lommel er wel één is. Dat betekent dat men in onze zone een afzonderlijke politieraad heeft, terwijl dat in Lommel volledig ressorteert onder de gemeenteraad. Een afzonderlijke politieraad betekent afzonderlijke zitpenningen, alle administratie die er bij hoort, oproepingen, ... Men heeft een afzonderlijke rekenplichtige versus de gemeenteontvanger in Lommel die dat er gewoon bij doet. Men betaalt vanuit de politiezone huur aan de 3 gemeenten. Dat gaat toch over een bedrag van iets minder dan 100.000 euro. De politiezone betaalt voor het gedeelte van ’t Getouw dat men gebruikt, en dat doet men ook in Dessel en in Balen. Dat zal men in Lommel niet terugvinden, want daar zit de politie gewoon in een gebouw van de gemeente. Als men het heeft over investeringen, de intrestlast, de kapitaalsaflossing op leningen ..., dat zit allemaal afzonderlijk in een politiezone. Hij vermoedt dat men dit niet terug zal vinden op artikel 330 in de gemeentelijke begroting van de stad Lommel. Er zijn ook nog een aantal projecten. Hij denkt hierbij aan het fietshelmenproject, waaraan men jaarlijks tussen de 20.000 en de 25.000 euro ten behoeve van de jonge fietsers besteedt vanuit de politie. Hij denkt aan het bovenlokaal platform strafregister, ... Het is absoluut niet zeker dat wat het raadslid in de gemeentelijke begroting zoals die van de stad Lommel onder de functionele nummer 330 vindt, alle uitgaven zijn die ook met politie te maken hebben. Hij gaat nog een aantal andere voorbeelden geven die zeer belangrijk zijn. Alle investeringen die er in onze politiezone zijn gedaan naar flitspalen, naar de ANPR camera-systemen, naar camerabewaking wat de openbare orde betreft, naar de fantoomverkeersborden in schoolomgevingen, de herstellingen, het onderhoud, het verbruik, ... wordt alle-
maal betaald vanuit de politiezone. Eigenlijk zijn dat investeringen voor een gemeente, maar om redenen van efficiëntie gebeurt dat door de politie. Wat dat punt betreft wil hij eigenlijk besluiten met te zeggen dat hij niet weet of men appelen met peren aan het vergelijken is, dan wel of men dingen aan het vergelijken is die niet vergelijkbaar zijn. Hij doet daar geen verdere uitspraak over, maar hij denkt dat dit zeer essentiële verschillen zijn tussen Lommel - als een ééngemeentezone, en onze politiezone bestaande uit de 3 gemeenten. Heeft het raadslid ook de vergelijking gemaakt met andere zones? Dat lijkt hem iets meer vergelijkbaar. Men heeft dat heel wat jaren geleden al gedaan. Men stelt daar hetzelfde vast als hetgeen men vaststelt in onze politiezone. D.w.z. dat men tussen die gemeenten een groot verschil krijgt. Hij neemt de politiezone Geel-Laakdal-Meerhout en vertrekt van de rekeningcijfers - de cijfers die men heeft van 2012-2011. Hij ziet dan dat men voor Mol per inwoner aan een bedrag van 102,67 euro komt en voor de stad Geel aan 115,73 euro. Als men dat doet voor de zone Voorkempen, waar Schilde ook een stuk meer betaalt dan de anderen, dan komt men daar op 104,60 euro. Die betalen dus ook meer dan Mol. Ook met deze cijfers kan hij alle kanten uit, omwille van het feit dat men in een werking van een politiezone ook 2 methodieken kan gebruiken. Wat heeft men in de politiezone altijd gedaan? Als de rekeningen gemaakt worden en de gevraagde toelages vanuit de 3 gemeenten te hoog zijn, dan wordt dat teruggestort. Men heeft daarvoor geopteerd. Geel heeft dat bv. niet gedaan. Die politiezone steekt de niet gebruikte kredieten in een reservefonds en wendt die aan om investeringen te doen. Broekzak, vestzak zal dat op termijn op hetzelfde neerkomen, vandaar dat hij dat cijfer van Geel wat wil relativeren. Als hij die terugbetalingen niet verrekent, kwam men voor 2010 voor de Molle-
naren op 109 euro, wat nog altijd minder was dan Geel. Hij heeft ook de cijfers gekregen van de korpschef van Lommel. Hij heeft de rekeningcijfers genomen en men ziet dat dit voor Lommel voor dat jaar op 97,33 euro uitkwam en voor Mol op 107,12 euro, waarbij dan de gewone dienst bij inzit. Ook voor die buitengewone dienst kan men moeilijk een vergelijking maken. Men staat hier in Mol voor historische investeringen: een nieuw hoofdkantoor waarvoor men grond heeft gekocht, waarvoor men ontwerpers heeft aangesteld en waarvoor men grootse plannen heeft. Dat zal natuurlijk ook zijn repercussie hebben. Zet hij daar Geel tegenover, dan zit hij terug op 115,73 euro. Lommel ligt wat die cijfers betreft lager, maar absoluut geen 39%. Hij is er absoluut niet zeker van dat in de methodiek die gehanteerd is de juiste dingen met elkaar vergeleken zijn. Als hij al de investeringen die men in een ééngemeentezone niet heeft, gaat verrekenen, dan denkt hij dat men daar veraf zit. Hij heeft even heel snel de berekening gemaakt. Als men 60% betaalt voor 53% inwoners, dan gaat het over 7%. Hij nodigt het raadslid uit om die 7% eens los te laten op het totale bedrag van de bijdrage die men levert. Dan gaat men zien dat het een bedrag zal zijn dat spectaculair naar beneden gaat. Concluderend vraagt hij het raadslid hem toe te staan te twijfelen aan de stelling die zij verkondigt, nl. dat Mol 39% duurder is. Hij heeft niet gezegd dat het niet juist is, maar hij heeft er twijfels over. Hij is zeer graag bereid om dat verder te analyseren, maar dan denkt hij dat men het cijfermateriaal eens naast elkaar moet leggen. Indien het raadslid of haar fractie dat wenst, dan is hij daar zeker toe bereid. Hij zal zijn collega voorzitter in het politiecollegedaarover aanspreken om dat te agenderen op een politieraad, zodat het daar eens in extenso kan bekeken worden. Hij wil afsluiten met 1 randbemerking. Alle rekeningen en begrotingen die tot nu toe op de politieraad werden voorgelegd zijn steeds unaniem, over alle fracties heen, goedgekeurd. Hij zou graag
hebben dat het raadslid naast haar stelling voorlopig nog een vraagteken plaatst.
Raadslid Smets zegt dat het haar enorm plezier doet dat de burgemeester zo veel werk gestoken heeft om daar een verklaring voor te geven. Het is ook niet haar bedoeling om te zeggen dat de cijfers niet correct zouden zijn. Het percentage van 39% is wel degelijk gebaseerd op bepaalde statistieken, maar zij is bereid om de gegevens naast elkaar te leggen.
Zij kan er ook inkomen dat die vergelijking niet zo simpel kan gemaakt worden op basis van het aantal inwoners. Vandaar ook haar vraag om daar een nadere toelichting over te krijgen en om daar wat meer inzicht in te krijgen. Zij stelt voor om daar nader op in te gaan en om die cijfers eens naast elkaar te leggen.
De burgemeester meent dat dit eigenlijk een punt is voor de politieraad. Hij vindt het een beetje een motie van wantrouwen naar de politieraad toe als men het debat hier gaat voeren. In de politieraad kunnen alle vragen gesteld worden die gewenst of nodig zijn.
Raadslid Smets verduidelijkt dat het gewoon de bedoeling is om een beetje zicht te krijgen op de situatie.
Parkeerproblemen Doornboomstraat (Andre Verbeke)
Raadslid Verbeke (N-VA) heeft in het verslag van het college van burgemeester en schepenen gelezen dat er een visieontwikkeling voor het parkeerregime van de zijstraten ten noorden van de Boulevard zou starten met de bedoeling die af te ronden eind 2013. Parkeerproblemen was 1 van de stokpaarden in hun verkiezingscampagne. Zijn fractie vindt dat er in Mol een groot parkeerprobleem is. De N-VA-fractie zou daar ook constructief aan willen meewerken. Wat hij niet kon opmaken uit de tekst was hoe men dat gaat plannen.
Is dat een bepaalde vergadering, is dat een commissie die daarvoor gaat samenkomen? Is het de bedoeling dat alle fracties daaraan gaan deelnemen om te zien hoe men dat gaat aanpakken?
Schepen Vanhoof (sp.a) antwoordt dat n.a.v. de realisatie van de randparking ‘Keirlandse Zillen’ in de volgende maanden en jaren, men tot een situatie gaat komen dat gans de zone ten noorden van de Boulevard en tussen het station voor een stuk ontlast wordt. Daar is nu een serieus probleem rond parkeren, ook voor de bewoners zelf. Het is de bedoeling dat men de komende maanden en zeker wanneer die parking gerealiseerd wordt, dat men daar naar een nieuw parkeerbeleid gaat. Wat zijn daar de mogelijkheden? Men kan daar voor een stuk naar één richting gaan. Men kan naar een blauwe zone gaan, met bewonerskaarten. Het is zo dat men momenteel bezig is met dat voor te bereiden. Normaal gezien komt men in de loop van april met een voorstel naar het schepencollege, met de bedoeling dat inderdaad dit jaar te finaliseren. Het zal ook ruim gecommuniceerd worden en alle suggesties zijn uiteraard welkom. Het is de bedoeling om daar redelijk snel werk van te maken.
Raadslid Verbeke vraagt of er nu geen mogelijkheid bestaat om al deel te nemen.
Schepen Vanhoof antwoordt dat men hem daarover kan aanspreken, dat men mails kan sturen, ... er zijn verschillende mogelijkheden. Als men suggesties wil doen dan is dat geen enkel probleem.
Raadslid Verbeke zegt dat suggesties dikwijls in de vorm van een debat gaan bloeien en groeien. De vraag is gewoon of er aan geparticipeerd kan worden. Schepen Vanhoof antwoordt dat men kan participeren. Het is een open uitnodiging, alle suggesties zijn welkom.