Gemeenteraad oktober 2014

Parkeren in de Rivierstraat (Jan Vangheel)
Vrachtwagens in Molse woonwijken (Paul Janssen)
Volkstuintjes (Mia Belmans)
Mijn wachten wordt niet beloond (Koen Dillen)
Heeft onze gemeente een beleid voor rondtrekkende woonwagenbewoners? (Koen Dillen)
Zelfgemaakte bladkorven worden niet geledigd (Koen Dillen)
De Populierenstraat is in slechte staat (Koen Dillen)

Parkeren in de Rivierstraat (Jan Vangheel)

Raadslid Vangheel (N-VA) zegt het fietspad dat langs de Nete ligt nogal vaak te gebruiken. Als men
van de Markt naar beneden rijdt, ontwikkelt men een klein beetje snelheid. Vaak staan de auto’s tot
vlak aan of soms tot voor dat fietspad geparkeerd en dan is het heel moeilijk om daar in te draaien.
Kan men daar niets aan doen? Kan men daar bv. een gele doorlopende lijn aanbrengen, zodat het
voor de mensen duidelijk is dat ze daar niet mogen parkeren? Of misschien een witte lijn op de weg,
zodat men weet dat men tot op een bepaalde plaats mag parkeren?
Schepen Vanhoof (sp.a) deelt mee dat hij dat fietspad ook heel regelmatig in beide richtingen ge-
bruikt. Als men van de Markt komt heeft men inderdaad de neiging om dat fietspad te missen. Dat
heeft meerdere oorzaken. Ten eerste omdat men daar nogal wat snelheid heeft, zoals het raadslid
zelf gezegd heeft. Ten tweede omdat er inderdaad vaak auto’s staan, die het zicht op het fietspad
belemmeren, zodanig dat men niet weet dat er een fietspad aanwezig is. Het staat ook niet echt
duidelijk aangegeven dat er een fietspad is. Hij heeft dit met de verkeersdienst besproken en men
stelt voor de meters voor het fietspad - op de brug boven de Nete - een parkeerverbod in te voeren,
maar er ook een bord te plaatsen zodat het duidelijk is dat er een fietspad is. Dit om te voorkomen
dat men in de toekomst niet meer altijd op de parking zelf zit, maar echt op het fietspad. Op 1 van
de volgende gemeenteraden zal een parkeerverbod op de voorgestelde plaats worden geagendeerd.

Terug naar boven

Vrachtwagens in Molse woonwijken (Paul Janssen)

Raadslid Janssen (N-VA) heeft de laatste jaren moeten vaststellen dat er in woonwijken vrachtwagens
staan op het openbaar domein. Het is niet geweten wat er zich eigenlijk in die vrachtwagens bevindt.
Die vrachtwagens, soms met 12 wielen en 20 ton, horen daar niet thuis. Die horen thuis op een in-
dustrieterrein. Nu is het zelfs zo dat die vrachtwagens en soms voor langere tijd geparkeerd staan,
soms van vrijdagavond tot maandagmorgen. Hij werd hierover al aangesproken. Het raadslid heeft
het zelf ondervonden en zelf gezien dat die vrachtwagens daar staan. Naast het ethische aspect en
het veiligheidsaspect qua lading, is het ook een probleem voor de voetgangers en voor de spelende
kinderen. Zo is er bv. een speelpleintje t.h.v. de 11-Julilaan, waar een vrachtwagen elke avond ach-
terwaarts met zijn lading die doodlopende straat in moet. Hij vindt dat een heel onveilige situatie
voor de kinderen die daar spelen. Kan er geen algemeen parkeerverbod uitgevaardigd worden voor
zulke vrachtwagens in de Molse woonwijken? Mocht dat niet mogelijk zijn, dat men toch op bepaalde
punten waar overlast wordt veroorzaakt door het veelvuldig parkeren door vrachtwagens, een bijzon-
der verbodsbord plaatst.
Schepen Vanhoof (sp.a) antwoordt dat dit probleem hem tot op heden nog niet ter ore gekomen was,
maar dat wil niet zeggen dat het geen belangrijk probleem is. Er bestaat wel bovenlokale wetgeving
over. Vrachtwagens van meer dan 7,5 ton mogen maximum 8 uren parkeren in de bebouwde kom.
Als men daar specifieke problemen mee heeft, kan men altijd contact opnemen met de wijkagent die
de situatie zal bekijken. Hij vindt ook dat de werkgevers daar een opdracht in hebben. Hij wil de vol-
gende maanden deze problematiek in een breder kader bekijken en nagaan of de gemeente strenger
kan zijn dan hetgeen de bovenlokale wetgever voorzien heeft. Hij heeft begrepen dat er gemeenten
zijn die dat doen en dat wil hij de volgende maanden bekijken. Ten eerste om te zien of het nodig is
en ten tweede om te zien welke gepaste maatregelen men kan nemen. Het voorbeeld dat het raads-
lid geeft is heel relevant en men moet echt wel oppassen dat men de veiligheid van die kinderen niet
in het gedrang brengt. Hij zal het zeker onderzoeken.
Raadslid Janssen zegt dat hij de wijkagent hierover gebeld en gemaild heeft, zelfs met
heeft daar echter nooit enige reactie op gekregen.
Schepen Vanhoof vraagt hem die foto’s door te mailen zodat hij dit met de wijkagent kan bespreken.

Terug naar boven

Volkstuintjes (Mia Belmans)

Raadslid Belmans (N-VA) deelt mee dat vooral in steden, maar ook in kleinstedelijke gebieden en
gemeenten, de behoefte aan volkstuintjes alsmaar meer groeit door de verdichting van het centrum.
Hierdoor hebben de bewoners aan hun woning minder grond en minder ruimte beschikken om te
tuinieren, maar dat wil niet zeggen dat men daar geen behoefte aan heeft. Volgens haar is het vanuit
sociologisch, ruimtelijk en financieel oogpunt interessant om in Mol plaatsen te voorzien voor volks-
tuintjes. Op dit moment is het nu niet direct het moment om te planten en te zaaien, maar als we
volgend jaar aan de slag willen is plannen wel aan de orde. Haar collega raadslid Jan Vangheel heeft
dit onderwerp ook al ooit aangehaald, in de tijd dat dit nog gesubsidieerd werd. Nu wordt dit niet
meer gesubsidieerd, maar dat wil niet zeggen dat die behoefte niet bestaat. Welke visie heeft het
gemeentebestuur omtrent volkstuintjes? Bestaat de mogelijkheid om ook in Mol volkstuintjes te reali-
seren op de verplichte groenvoorziening bij verkavelingen?
Schepen Van Craenendonck (CD&V) deelt mee dat men op de dienst tot nu toe nog geen enkele
vraag over volkstuintjes gekregen heeft. Men is er wel mee bezig. Men zal in het informatieblad een
oproep doen om te zien of er mensen geïnteresseerd zijn in volkstuinen. Men moet eerst weten of er
behoefte is. Burgers die op dit moment al willen tuinieren en zelf geen ruimte hebben, kunnen steeds
terecht in de ecodemotuin. De vzw VELT heeft nood aan vrijwilligers. Hij herhaalt dat men eerst de
behoefte zal onderzoeken. Nadien zal men ruimte zoeken indien dit nodig is.
Raadslid Belmans vindt het heel goed dat men die behoefte onderzoekt. Het wil niet zeggen omdat
die vragen niet tot op de gemeente komen, dat dit niet leeft. Zij merkt dat in andere gemeenten die
volkstuintjes een succes zijn.
Schepen Van Craenendonck stelt dat die volkstuintjes in sommige gemeenten een succes zijn, maar in
sommige andere gemeenten een succes geweest zijn.

Terug naar boven

Mijn wachten wordt niet beloond (Koen Dillen)

Raadslid Dillen (N-VA) zegt dat hij in het voorjaar 3 vragen gesteld heeft waarop hij nog steeds geen
antwoord gekregen heeft. Dat was hem echter wel beloofd. De eerste vraag ging over de zebra-
paden aan het ziekenhuis van Mol. Toen werd hem een antwoord beloofd tegen juni, maar hij heeft
daar niets meer over gehoord. Men moest toen nog gaan tellen of het interessant was om daar even-
tueel zebrapaden te voorzien. Hij had gevraagd om die daar aan te leggen omwille van de veiligheid.
Er zijn veel mensen die van het Rondplein komen en naar het ziekenhuis gaan, omdat de parking van
het ziekenhuis veel te klein is. Ten tweede heeft hij 5 maanden geleden de vraag gesteld om een
oversteekplaats of een versmalling te voorzien aan de Lidwinastichting, omdat daar een aantal men-
sen van de Lidwinastichting dagelijks verschillende keren moeten oversteken voor hun werk. Dat zijn
mensen met een mentale beperking, mensen met een lichamelijke beperking. Toen hij daar aanwezig
was voor een samenkomst, heeft hij vastgesteld dat daar heel wat vrachtwagens voorbij reden tegen
een serieuze snelheid. Ook op die vraag heeft hij nog geen antwoord gekregen. De derde vraag is
nog maar 4 maanden geleden gesteld. Hij heeft toen gevraagd om de Oude Wilg, gelegen in de hoek
van de Blauwe Keidreef, af te sluiten. Hij is daar ondertussen nog eens geweest en dat ligt daar nog
volledig open, daar is nog niets gebeurd. Hij heeft daar ook nog niets van gehoord, terwijl hem
beloofd was dat men daar zou gaan zien. Is er ondertussen iets gebeurd, is er nog niets gebeurd,
heeft hij iets gemist of wat is de procedure?
Schepen Vanhoof (sp.a) zegt een antwoord te willen geven op de 2 vragen over de zebrapaden. Men
kan best een procedure afspreken, want het was voor hem niet duidelijk dat hij het raadslid daarover
zou inlichten. Het raadslid mag ook altijd de verkeersdienst of hemzelf daarover contacteren. Wat
het zebrapad aan het ziekenhuis betreft, is het zo dat toen het Rondplein en de omliggende straten
werden aangelegd er brede stoepen werden aangelegd. In de St. Pieterstraat is er enkelrichtingsver-
keer voorzien en het is er allemaal zone 50. De rijweg is daar niet heel breed, en het is in dat opzicht
dat de verkeersdienst dat onderzocht heeft en een negatief advies gegeven heeft om daar een
zebrapad aan te leggen. Hij volgt dat advies omdat hij denkt dat er meer nadelen dan voordelen aan
zijn. Het was de bedoeling de vrijheid van de mensen niet in te perken. Als men een zebrapad aan-
legt, moet men binnen de 30 meter dat zebrapad altijd nemen. Nu is men daar vrij om de rijweg over
te steken. Men is van mening dat het aanleggen van een zebrapad op die plaats meer nadelen heeft
dan voordelen. Hij wil daar aan toevoegen dat men de volgende jaren een volledige herinrichting van
die zone gaat plant. Men kan daar bij wijze van spreken terug vanaf nul beginnen. Men gaat zeker
bekijken in hoeverre men daar de oversteek van voetgangers veiliger kan maken. Ten tweede wat de
Lidwinastichting betreft. Hij heeft nadat het raadslid die vraag gesteld heeft, contact opgenomen met
de Lidwinastichting. Hij is er ter plaatse geweest en heeft de verkeersdienst de opdracht gegeven om
daar telkabels te voorzien. Die werden er geplaatst, maar hij moet hier op de gemeenteraad voor de
tweede keer melden dat die telkabels gesaboteerd werden. Men legt die telkabels sinds een aantal
jaren, en het is al de vierde keer dat die gesaboteerd werden. Die telkabels moeten daar dus op-
nieuw gelegd worden. Dat zal 1 van de volgende weken gebeuren. Als hij die resultaten heeft ont-
vangen, zal hij contact opnemen met het raadslid.
Schepen Van Rompaey (CD&V) antwoordt op de vraag van het raadslid over de Oude Wilg, dat hij ook
ter plaatse gaan kijken is. Hij heeft daar zelf vastgesteld wat het raadslid hier gezegd heeft. In eer-
ste orde moet men daar de betrokken privé-eigenaar voor zijn verantwoordelijkheid plaatsen. Die
eigenaar heeft hem gezegd dat hij al vanalles geprobeerd heeft, maar dat het steeds vernield wordt.
Dat heeft waarschijnlijk ook te maken met het feit dat het wat afgelegen is en er geen enkele vorm
van sociale controle is. De eigenaar ziet ook niet welke maatregelen hij nog moet nemen. Hij heeft
hem voorgesteld om eens samen ter plaatse te gaan kijken. Hij stelt voor dat het raadslid dan mee-
gaat, zodat men ter plaatse kan zien wat de eigenaar kan doen.
Raadslid Dillen merkt op dat dit ondertussen al 4 maanden geleden is.
Schepen Van Rompaey stelt voor om ter plaatse te gaan en dan krijgt het raadslid ook een stukje van
het verhaal te horen waar hij hier niet kan op ingaan.
Raadslid Dillen zegt dat er ondertussen weer evolutie is in dat verhaal. Hij heeft toen foto’s laten
rondgaan over drugsspuiten, brandtichting, … Hij heeft ondertussen weer foto’s over hetgeen er
deze zomer gebeurd is. Hij weet niet of de gemeente daarvan op de hoogte is. Er zijn verschillende
keren door vandalen - vermoedelijk jeugd - overstromingen gecreëerd. Er worden in die beken platen
gestoken en die zorgen daar voor overstromingen. D.w.z. dat heel die regio daar onder water loopt.
De firma Sibelco wordt er steeds bijgehaald en die komt met een grijper ter plaatse om dat terug in
orde te brengen. Als daar niet ingegrepen wordt, gaan daar volgens hem toch belangrijke dingen ge-
beuren. Donderdag was er weer een overstroming. Als men daar niets aan gaat doen, weet hij niet
waar dat gaat eindigen.
Schepen Van Rompaey herhaalt zijn voorstel om samen met het raadslid ter plaatse te gaan.
Raadslid Dillen denkt dat het tijd is dat de gemeente zijn kop niet meer in het zand steekt.
Schepen Van Rompaey stelt dat hetgeen het raadslid nu signaleert, iets anders is dan hetgeen vorige
keer ter sprake gebracht werd. Nu gaat het over vandalisme aan een beek. Hij weet zelfs niet waar
die beek ligt. Ligt die op privéterrein of niet? Hij stelt nogmaals voor om samen ter plaatse te gaan
kijken. Er zijn mogelijks nog altijd zaken waarvoor men de eigenaar voor zijn verantwoordelijkheid
kan stellen.
Raadslid Dillen denkt dat als dit meermaals gebeurt, dhr. Emsens uiteindelijk die wandelweg zal laten
afzetten zodat er niemand meer kan komen. Dan kan men ook niet meer rond de put van ’t Rauw
wandelen. Hij denkt dat het voor het toerisme van Mol toch heel belangrijk is dat daar de beste
voorzieningen aanwezig zijn.

Terug naar boven

Heeft onze gemeente een beleid voor rondtrekkende woonwagenbewoners? (Koen Dillen)

Raadslid Dillen (N-VA) zegt dat het in het voorjaar nationaal nieuws geweest is dat in Landen zigeu-
ners neergestreken waren. De socialistische burgemeester heeft toen wel een mal figuur geslagen
met zijn aanpak. Hij had er een DJ bij gehaald om de woonwagenbewoners te verjagen. Dat is bij de
meeste mensen in het verkeerde keelgat geschoten. De voorzitter van de sp.a is zelfs tussenge-
komen. Uiteindelijk hebben ze daar allemaal goed gedanst en die woonwagenbewoners waren zeer
tevreden dat ze daar hebben kunnen dansen. Dat is allemaal om te lachen, tot het hier gebeurt.
Vlaanderen heeft de opdracht gegeven aan de gemeenten om een woonwagenbeleid te voeren. Dat
is een opdracht die de lokale overheden gekregen hebben. In het meerjarenplan of op de site van de
gemeente Mol vindt hij daar niets over terug. Heeft de gemeente reeds een beleid ontwikkeld? Als er
hier een aantal mensen met woonwagens komen, gaan die dan ergens terecht kunnen of moeten die
zich ergens illegaal plaatsen?
De burgemeester stelt dat het raadslid zeer terecht gezegd heeft dat Vlaanderen de gemeenten die
opdracht geeft. Hij heeft de omzendbrief van minister Bourgeois meegebracht. Het is zeker een
vorm van goed beleid om een probleem te detecteren, om dan de opdracht maar snel te draineren
naar het lokale bestuur. Hij heeft die omzendbrief goed gelezen. Het probleem dat het raadslid
schetst, is een probleem of kan een probleem zijn. Het raadslid informeert of de gemeente een beleid
heeft voor rondtrekkende woonwagens. Dat beleid wordt ook in die omzendbrief gegeven, dat staat
in het Vlaamse woondecreet. En daar wordt nogal wat variatie in gemaakt. Men maakt een verschil
tussen doortrekkersterreinen, pleisterplaatsen, residentiële woonwagenparken, … Die moeten naar -
gelang het geval aan een aantal voorwaarden die ook in de omzendbrief vermeld staan, voldoen. De
gemeente heeft geen terrein, maar heeft er wel aandacht aan besteed. Het is nogal eenvoudig om te
stellen dat men een probleem heeft en dat de burgemeesters er maar voor moeten zorgen dat die
woonwagenbewoners goed geplaatst worden. De voorwaarden waaraan men moet voldoen worden
in Brussel bepaald. Hij stelt vast, als hij heel Vlaanderen neemt - maar hij beschikt niet over de meest
recente cijfers, dat er op dit moment 4 doortrekkersterreinen zijn met in totaal 78 plaatsen.
Raadslid Dillen merkt op dat de burgemeester waarschijnlijk de provincie Antwerpen bedoelt i.p.v.
Vlaanderen, want in de provincie Antwerpen zijn er 4.
De burgemeester neemt aan dat het raadslid het niet heeft over doortrekkersterreinen, want dat zijn
terreinen die men moet inrichten, waar men vergunningen voor moet hebben, die men permanent
inricht, waar men permanent infrastructuur moet hebben naar sanitair e.d., waar men moet over-
leggen met de buurt, waar men moet zien dat het goed bereikbaar is, dat men niet in strijd komt met
allerlei ruimtelijke uitvoeringsplannen, … Vervolgens gaat het over de pleisterplaatsen. Daarvoor is
het iets eenvoudiger, maar men moet het geluk hebben dat het probleem zich niet aandient buiten de
maximale 90 dagen die men dat jaar heeft. In de omzendbrief staat dat als men een pleisterplaats
kiest, de mensen die daar staan geen lawaaihinder mogen hebben, ze mogen geen geurhinder heb-
ben, ze mogen geen grondvervuiling ervaren en er mag geen stof zijn. Het verkeer van en naar de
pleisterplaats mag niet gevaarlijk zijn of mag niet te druk zijn. Men moet zorgen dat men een goed
nabuurschap heeft met de omwonenden. Men moet zorgen dat het niet in een ruimtelijk kwetsbaar
gebied ligt. Waardevolle natuurlijke en landschappelijke omgevingen - zoals historische sites, natuur-
gebieden en open landschappen - mogen niet verstoord worden. Daarom kan een pleisterplaats niet
aanvaard worden in een ongeschonden rivier- of beekvallei, in een natuurlijk bos, in een aangelegd
park of in een open, waardevol landschap. Daar mag het allemaal niet. Maar als men toch een plaats
vindt, moet men ook zien dat die qua evacuatiemogelijkheden voldoet. Men moet zorgen dat er
minimum voorzieningen zijn in de omgeving: waterkraan, al dan niet mobiele toiletten of een lozings-
punt voor septisch afval en een lozingspunt voor huishoudelijk afvalwater. Men moet goede afspra-
ken maken met de gebruikers over de afbakening van het terrein, de duur van het verblijf, het toege-
stane aantal gezinnen, wie de verantwoordelijke is, wie de contactpersoon is, hoe het huisvuil wordt
opgehaald e.d. Men mag niets plaatsen dat vergunningsplichtig is. Men mag er tenminste 10
gezinnen hebben voor maximaal 90 dagen per jaar. Voor de Vlaamse overheid is het probleem op-
gelost, en nu kunnen de burgemeesters aan het werk. In Mol heeft men dat werk ook gedaan. Als
men in een gemeente de pech heeft dat er een woonwagenbewoner de 91e dag aankomt, heeft men
een probleem, want die mag niet meer op die pleisterplaats. Men is op zoek gegaan en is heel
creatief geweest. De meeste gemeenten hebben dadelijk een brief gestuurd naar de gouverneur met
de melding dat ze zo geen plaats beschikbaar hebben in hun gemeente. Maar in Mol had men er 2.
In het licht van de voorwaarden vond men dat 2 goede plaatsen. De eerste plaats was de nieuwe
parking langsheen de E34. Die parking is bewaakt, daar is sanitair aanwezig, men kan er douchen,
die parking is verlicht, … Deze plaats leek een prima voorstel. Maar AWV is er niet mee akkoord.
Men had nog een tweede plaats, het provinciaal domein Zilvermeer. Daar is heel wat ruimte, men
heeft er parking, men kan het wat afscheiden, daar zijn toiletten. Als dat in de regel is van beperkt in
aantal en alles gecontroleerd, leek ook dat een zinvolle piste. Maar ook dat vond men geen goed
voorstel. Als men de rest bekijkt, zijn er niet direct locaties aanwezig die aan al die voorwaarden vol-
doen. Hij vindt de gebruikte methodiek niet goed. Men schetst het probleem, men stelt een om-
zendbrief op en de lokale besturen moeten het oplossen. Dat is gemakkelijk. Maar degenen die het
gaan doen, … A ls men dat niet controleert en als men dat niet anders aanpakt, is de kans zeer reëel
dat men permanent problemen gaat hebben. Dat is ook het probleem in de realiteit. Hoe men dat
aanpakt en hoe men dat elders gedaan heeft, daar heeft hij geen enkele verantwoordelijkheid in. Hij
heeft collega’s uit verschillende regio’s die dit ooit hebben meegemaakt. Het probleem is dat men niet
de kans krijgt om de voorbereiding te doen van alles wat er gevraagd wordt, omdat die woonwagen-
bewoners daar plots zijn. Hij heeft begrip voor die problematiek. Maar in een omzendbrief opnemen
dat men dat 48 uren op voorhand moet aanvragen, dat de burgemeester een aantal mensen moet
samentroepen, … is niet zoals het in de praktijk w erkt. Als men dat niet bovengemeentelijk gaat aan-
pakken en er geen ruimtes voor gaat voorzien, zal dat volgens hem niet lukken. Nu zijn er gemeen-
ten die melden - misschien terecht - dat ze er geen locatie voor hebben en men heeft gemeenten die
het wel willen bekijken. Het is geen simpele materie, het is een materie waarvoor men begrip moet
hebben, maar waarvan hij vreest dat de methodiek zoals men die nu hanteert niet klopt. Men heeft
er in het schepencollege aandacht aan gegeven, men heeft 2 voorstellen geformuleerd, maar die zijn
niet weerhouden. Als hier morgen woonwagenbewoners aankomen heeft men in Mol geen terrein
beschikbaar.
Raadslid Dillen vindt het goed dat men erover nagedacht heeft. Hij vindt het wel spijtig dat de burge-
meester het een beetje als een karikatuur voorstelt. De dienst Welzijn van de provincie Antwerpen
stimuleert bovenlokale samenwerking om dergelijke dingen op te lossen. Dat is een grondgebonden
materie van de dienst Welzijn. Het is misschien interessant om samen met de gemeenten Balen,
Dessel en Meerhout naar de provincie te stappen met de vraag of men daar samen met de provincie
iets aan kan doen.
De burgemeester stelt het raadslid voor om eens contact op te nemen met de provincie en de vraag
te stellen hoeveel gemeenten er geantwoord hebben dat ze geen mogelijkheden hebben. Dan zal hij
zien dat het heel moeilijk is om daar regionaal rond samen te werken. Het blijft nog altijd een be-
paalde locatie. Hij denkt dat men zal moeten gaan zoeken naar locaties die hetzij door Vlaanderen,
hetzij door de provincie beheerd worden en ingericht worden. Uiteindelijk moet men daar voorzie-
ningen creëren waarvan men weet dat men ze maximaal 90 dagen per jaar kan gebruiken. Hij vindt
het goede bedoelingen en hij maakt er absoluut geen karikatuur van. Hij zegt alleen dat het pro-
bleem zoals het geschetst wordt van wat er verwacht wordt vrij gemakkelijk is, maar dat het niet zo
gemakkelijk te implementeren is op lokaal gebied.

Terug naar boven

Zelfgemaakte bladkorven worden niet geledigd (Koen Dillen)

Raadslid Dillen (N-VA) deelt mee dat volgens hem Rauw het mooiste gehucht van Mol is. In oktober
en november heeft men daar heel veel sociale contacten met de buren, omdat men allemaal samen
bladeren moet rapen. Men doet dat zeker niet tegen zijn zin, want men praat met elkaar en dat is
plezant. Tot vorig jaar was dat zeker geen probleem. Er stonden bladkorven van de gemeente, er
waren mensen die hun eigen bladkorven hadden en er waren mensen die geen bladkorf hadden maar
die verzamelden hun bladeren op een hoop. De werknemers van de gemeente kwamen langs en
kwamen de bladkorven van de gemeente leegmaken, die van de eigenaars leegmaken en de hopen
die erlangs lagen werden ook allemaal meegenomen. Nu heeft hij in het persbericht gelezen dat
alleen nog de bladkorven van de gemeente zullen leeggemaakt worden. Hij heeft hier vorig jaar ook
gehoord dat er nogal wat korven gestolen zijn en dat er geen nieuwe aankopen zouden gebeuren. Er
zijn minder korven dan 1, 2 à 3 jaar geleden. Alleen de bladkorven van de gemeente zullen worden
geledigd en er zijn minder korven, d.w.z. dat er heel wat bladeren zullen blijven liggen langs de
korven of dat mensen die ze niet kwijt kunnen zelf naar het containerpark moeten rijden. Gaat die
firma de hopen met bladeren niet meenemen? Gaat die inderdaad de andere korven niet leegmaken?
Is het echt de bedoeling dat de andere mensen die bladeren laten liggen en terug laten vliegen? Wat
is de gemeente van plan om te doen?
Schepen Van Craenendonck (CD&V) antwoordt dat men een startplan heeft opgesteld voor de blad-
korven. In 2001 is men begonnen met 100 bladkorven en momenteel staan er 350. Waar er blad-
korven worden gezet, staan ze 50 meter uit elkaar. Bladkorven die de burgers zelf gemaakt hebben,
worden niet geledigd. Hiervoor zijn er 2 redenen: omdat de bladkorven dicht genoeg bij elkaar staan
en voor de veiligheid. Op het einde van het seizoen gaat men de straten waar grote bomen staan en
die nog niet helemaal proper zijn zelf reinigen. De mensen mogen de bladeren ook gratis naar het
containerpark brengen van 15 oktober tot 15 december. Als er opmerkingen zijn, kan men die schrif-
telijk overmaken aan de groendienst en dan kan men dat tegen volgend jaar evalueren. Dit jaar blijft
het plan zoals het is.
Raadslid Dillen vraagt of de hopen met bladeren die langs de weg gaan liggen wel meegenomen
zullen worden.
Schepen Van Craenendonck antwoordt dat die wel worden meegenomen.
Raadslid Van Gompel (MeMo) denkt dat men dan toch opnieuw instructies moet geven. De bladkor-
ven werden vandaag geledigd en hij heeft telefoon gekregen van mensen die grote hopen gemaakt
hadden en die bladeren waren niet meegenomen. De bladkorven waren leeg maar de hopen waren
niet weg.
Schepen Van Craenendonck deelt mee dat hij die opmerking zal doorgeven.
Raadslid Vangheel (N-VA) informeert tot wanneer die korven gezet worden. Zijn buurman heeft con-
tact opgenomen met de gemeente omdat er bij hen nog geen bladkorf stond. Ze hebben hem geant-
woord dat dit pas begin november zou zijn.
Schepen Van Craenendonck antwoordt dat de periode van 15 oktober tot 15 december is. Hij veron-
derstelt dat ze momenteel overal gezet zijn.
Raadslid Dillen deelt mee dat in zijn straat nog niets staat.
Schepen Van Craenendonck zal bij de dienst informeren.
Raadslid Belmans (N-VA) zegt dat ze in de Kapellestraat al verschillende keren gemerkt heeft dat als
de gemeente de bladeren komt ophalen of de straat gekuist wordt, men slechts 1 kant van de straat
aanpakt.
Schepen Van Craenendonck zegt dat hij ook deze opmerking zal overmaken aan de dienst.

Terug naar boven

De Populierenstraat is in slechte staat (Koen Dillen)

Raadslid Dillen (N-VA) zegt dat het moeilijk is om in de Populierenstraat te lopen. Men moet daar
echt in het midden van de weg lopen, want er bestaat een enorme hellingsgraad van het midden naar
de zijkant. Aan de zijkant zijn er op verschillende plaatsen stukken verzakt, waardoor men nog 20 à
30 cm lager zit dan de zijkant van de weg. Kleine kinderen kunnen daar bijna niet fietsen, want die
hebben de neiging om te vallen of in de kant te rijden. Er blijven ook heel veel plassen staan. Kan
men daar niets aan doen? Kan die straat niet opnieuw aangelegd worden? Hij heeft het vooral over
het eerste stuk tussen de Kiezelweg en de Canadalaan. Tussen de Canadalaan en de Wateringstraat
is dat probleem veel minder.
Schepen Schoofs (Open vld) zegt dat de diensten een inventaris opgemaakt hebben van alle wegen in
Mol, met een rangschikking en een score op een schaal van 1 tot 5. 5 is de slechtste quotering en 1
de beste. De score die de Populierenstraat gekregen heeft is 2 à 3. Dat is zeker niet bij de beste,
maar dat is ook niet bij de slechtste. Er zijn slechtere straten in Mol. De diensten zeggen dat dit een
straat is die binnen afzienbare tijd een onderhoudsbeurt nodig heeft, maar dat de veiligheid op dit
moment nog niet echt in het gedrang komt. Wat niet wegneemt dat men dat zeker meeneemt in de
planning. Men heeft dit jaar en volgend jaar al een aantal andere straten die men qua score eerst
moet aanpakken. Men is van mening dat de Populierenstraat een vrij grondige aanpak nodig heeft als
men er aan begint, omdat dit niet met een afschraping en een overlaging op te lossen is. D.w.z. dat
men voor een vrij grote uitgave staat, ruw geraamd op 180.000 à 200.000 euro. Met een onder-
houdsbudget van 600.000 euro is dat iets te duur om dat nog dit jaar of volgend jaar te doen. Men
gaat proberen om dat binnen afzienbare tijd op te nemen en uit te voeren. Er is wel beslist om die
bermen aan te pakken, omdat die te veel in helling liggen en het water daar slecht weg kan. Dat is
een vaststelling die men eerder gedaan heeft en die is al opgenomen in het opdrachtenprogramma.
Daar kan men wel iets sneller aan beginnen.
Raadslid Dillen stelt dat men rekening moet houden met het feit dat dit een straat is die vlak bij een
school ligt, waar heel veel kleine kinderen dagelijks met de fiets doorkomen.
Schepen Schoofs vreest dat dit voor heel veel straten geldt.

Terug naar boven