U bent hier
Armoede in Vlaanderen en Mol
Armoede is het niet kunnen voorzien in de primaire levensbehoeften: schoon en drinkbaar water, voedsel, huisvesting en gezondheidszorg. Volgens Europese cijfers leeft men in armoede als men minder dan 60 % van het gemiddelde inkomen van een land verdient.
De grootste groep armen vind je bij daklozen, illegalen, geesteszieken, verslaafden, ouderen, gehandicapten en alleenstaande gescheiden moeders. 14 % van de Belgen leeft in armoede: 21 % in Brussel, 10 % in Vlaanderen en 17 % in Wallonië.
ARMOEDE MAAKT ZIEK
De levensverwachting van de Belgen is de laatste 10 jaar met 2,5 jaar gestegen. Dat geldt echter niet voor de armen in onze samenleving. De arme stelt het doktersbezoek uit. Armoede maakt ziek.
Hoe kunnen we armoede voorkomen? Door bijvoorbeeld de uitval uit het onderwijs te beperken, het onderwijs te democratiseren, de kennis van de landstalen te verbeteren en de tewerkstellingsgraad te verhogen.
VAPA
In 2010 werd het Vlaams actieplan tegen armoede (VAPA) gelanceerd. Het plan werd opgesteld door vertegenwoordigers van de verschillende politieke en sociale geledingen van de maatschappij. De investeringen van bevoegd minister Lieten (sp.a) liggen echter nog veel te laag om een gunstig effect te hebben.
Enkel steun is niet voldoende. Uitkeringen geven geen welvaart. We moeten afstappen van een ‘steun’-maatschappij. Alleen een actief arbeidsmarktbeleid (jobs creëren) met responsabilisering kan leiden naar een duurzame welvaart.