gemeenteraad mei 2013



 

Faciliteiten in het zwembad Den Uyt (Wendy Soeffers)

Raadslid Soeffers (N-VA) denkt dat men nog geruime verder zal moeten met het huidige zwembad. Dat betekent ook dat men moet roeien met de riemen die men nu heeft. De peuters en kleuters kunnen op woensdag en zaterdagnamiddag terecht in het zwembad.Dat is een heel goed initiatief. Moet er in de familiekleedkamers een aanpassing gebeuren wat betreft hogere tafels met verschoonkussens? Die zijn er momenteel niet. Dat zou het aangenamer maken voor de ouders en de kinderen om het aanen uitkleden makkelijker te maken. Zeker wanneer het gaat over kinderen die nog niet goed kunnen zitten of staan.
Kan daar nog iets voor gedaan worden? Kunnen daar aanpassingen voor gedaan worden?
Is daar een budget voor mogelijk? Volgens haar zou dat budgettair een kleine aanpassing kunnen zijn.
Schepen Verdonck (CD&V) antwoordt dat er momenteel faciliteiten zijn in het buitenbad. Daar zijn 2 familiekamers waar men beschikt over de nodige infrastructuur om dergelijke kinderen om te kleden. In het binnenbad heeft men geen familiekamers, maar wel groepskamers. Op vraag aan de kassa kan men daar altijd over beschikken als ze niet bezet is door bv. scholen. Op de momenten die het raadslid aanhaalt, is dat geen probleem en kan men daar gewoon op simpele vraag altijd terecht. Men kan ook terecht in de EHBO-kamer
waar een bed staat. De vraag van het raadslid heeft hen tot nadenken gestemd. In de groepskamers gaat men een tafel voorzien met een verschoonkussen zodat men daar ook terecht kan. Met een zeer kleine investering zal men dat daar realiseren.

Aanmoedigen horeca en winkeleigenaars om hun pand zo toegankelijk mogelijk te maken (Wendy Soeffers)

Raadslid Soeffers (N-VA) merkt dat er heel wat knelpunten zijn op verschillende domeinen.
Dit kan gaan van niet aangepast sanitair, pashokjes die te klein zijn, het betaalapparaat datniet verplaatsbaar is, terrassen die niet toegankelijk genoeg zijn wat betreft de doorgang ende indeling, ... Een toegankelijke omgeving is niet alleen een noodzaak, maar dat kan ookeen meerwaarde zijn voor ons allemaal. Dat geldt niet alleen voor restaurants, cafés en winkels, maar ook voor de economische overwegingen is dat belangrijk. Wanneer men iedereen buiten kan krijgen en iedereen kan meedraaien in de economie, betekent dat ook
een grotere opbrengst. De N-VA-fractie vindt dat het lokaal bestuur in het toegankelijkheidsverhaal een belangrijke rol te spelen heeft. Zij staan het dichtst bij de bevolking waardoor de stappen die ondernomen worden een directe impact hebben op de mate van de toegankelijkheid. Bestaat er een mogelijkheid om deze knelpunten samen met de Horeca en de winkels te inventariseren en in de mate van het mogelijke een actieplan op te stellen? Op deze manier kan men ook weer sensibiliseren en informeren en de betrokkenen
over juiste richtlijnen en afmetingen op de hoogte brengen. Wanneer de eigenaars van horecazaken en winkels hier aan werken, en ze zouden iets realiseren wat de toegankelijkheid alleen maar zou bevorderen, kan men hen daar voor belonen. Bv. met een sticker op het raam van een toegankelijk pand. Maar dat kan bv. ook gaan naar een gratis reclame in het informatieblad en dat is natuurlijk ook altijd fijn meegenomen. Hoe staat men daar tegenover? Bestaat er een mogelijkheid om daar mee aan de slag te gaan?
Schepen Celen (sp.a) denkt dat het raadslid met haar vraag een terechte bekommernis aanhaalt. Toegankelijkheid is heel belangrijk. Niet alleen de puur fysieke toegankelijkheid, maar de toegankelijkheid in de brede zin van het woord. Dat past ook in de armoedebestrijding. Vanuit de sociale dienst is men daar momenteel volop mee bezig. Het is de bedoeling om een werkgroep samen te stellen met de doelgroepen. Dat zijn niet alleen mensen met een handicap, maar ook vanuit de seniorenraad is er een vertegenwoordiging
in gewenst samen met de adviesraad Lokale Economie. Het is de bedoeling om van daaruit voorstellen te formuleren. Het is belangrijk dat men de medewerking heeft van de doelgroepen, van handelszaken, ... Als men het over drempels heeft, moet men niet alleen aan de letterlijke drempels werken, maar ook aan de figuurlijke drempels. Het beleid moet er op gericht zijn om al die drempels te overwinnen en die drempels lager te maken. Daar gaat men proberen rond te werken.
Schepen Deckx (sp.a) heeft niet veel meer toe te voegen. Het verhaal van schepen Celen is duidelijk en iedereen wordt gevat door deze problematiek. Zij zal aan de voorzitter van de adviesraad Lokale Economie vragen om het punt alvast op de agenda te zetten, want zij hebben op 6 juni de volgende bijeenkomst. Dan kan het al meegegeven worden als signaal naar de handelaars en dan kunnen zij ieder voor zich al een keer nadenken over hoe zij aan de slag kunnen om de toestand desgevallend te verbeteren.

Automatisering van cadeaubons via een op te starten webshop (AndreVerbeke)

Raadslid Verbeke (N-VA) zegt dat het in het verslag van het college van burgemeester en schepenen van 2 mei gaat over de exploitatie van de webshop voor cadeaubons. Blijkbaar moest er een webshop gemaakt worden om 80% subsidies te kunnen krijgen daarvoor. Er staan een hoop argumenten in, waarom men vooral met een externe partner zou moeten werken. Omdat het goedkoper is en omdat men dan uiteindelijk ook geen eigen personeel gaat moeten inzetten. De sectie Lokale Economie en de dienst Financiën zeggen dat men
best met een externe partner kan gaan werken. Dan ziet men in het besluit van het schepencollege dat men gaat starten in eigen beheer. Als al die argumenten wijzen in de richting van een externe partner snapt hij niet waarom men toch kiest voor de duurdere oplossing, waar men zowel per maand een stuk meer gaat moeten betalen en waarvoor men ook eigen personeel gaat moeten inzetten.
Schepen Deckx (sp.a) antwoordt dat de webshop een onderdeel is van het geheel omdat men daardoor een belangrijke subsidie kan krijgen. Men ziet daar uiteraard ook wel opportuniteiten in. Velen onder ons hebben ondertussen het systeem van webshopping wel gevonden. Naar de toekomst toe zal dit alsmaar belangrijker worden. De diensten hebben inderdaad geadviseerd, op basis van het kostenplaatje, om in zee te gaan met een externe partner. Zij moet wel even verduidelijken dat men er dan vanuit ging dat men ging werken met zo’n payment service provider. D.w.z. dat men ook op de webshop gewoon kan betalen met een bankkaart. Men heeft dit luik eventjes opzij gezet en men gaat voorlopig starten met een gewone overschrijving. D.w.z. dat men die hoge kosten sowieso niet moet betalen. Het is een relatief nieuw gegeven. Voorlopig zit ook alleen de cadeaubon er in.
Omdat men niet echt weet hoe dat van start gaat, heeft men in het college besloten om het voorlopig op eigen krachten te doen, te bekijken hoe het evolueert en dan desgevallend bij te sturen. Het is nu een voorlopige beslissing. Men gaat zien hoe het systeem in werking gaat en men zal dan opvolgen of het inderdaad al dan niet te intensief wordt voor de diensten en of men desgevallend toch moet overschakelen naar een ander systeem van betalen. Het raadslid heeft gevraagd of het desgevallend ook voor andere aankopen kan gebruikt worden. Dat is op dit ogenblik nog niet zo, maar ook dat zit voorlopig mee in de piste die men zou kunnen bewandelen. Nu is het wel zo dat men als gemeente momenteel niet echt veel waardevolle dingen aanbiedt. Dan is het de vraag of de consument ook extra’s wil betalen om dingen toegestuurd te krijgen. Zij gaat dat zeker ook met de verschillende diensten opnemen om te kijken, eens die webshop werkt, hoe men dat kan laten evolueren. Dat is zeker een belangrijk punt naar de toekomst toe.
Raadslid Verbeke vraagt of de schepen een idee heeft wat de nieuwe raming gaat zijn, omdat er toch wel duidelijk een verschil is.
Schepen Deckx verduidelijkt dat men dit nu in eigen beheer doet en dat men momenteel geen extra kosten heeft, omdat men niet in dat specifieke systeem ingestapt is. Men gaat afwachten tot het ogenblik wanneer het systeem in werking is en bekijken of er inderdaad heel veel gebruik van gemaakt zal worden. Dan kan men pas evalueren. Als er geen gebruik van gemaakt wordt, kost het ons ook niets. Dat zal men moeten opvolgen.

Vragen in verband met sensibilisering rond zwerfvuil (Hans De Groof)

Raadslid De Groof (N-VA) zegt dat zwerfvuil ook in onze gemeente jammer genoeg een groot probleem is. In de afgelopen jaren is de hoeveelheid zwerfvuil toegenomen. Meer en meer burgers ergeren zich hier ook aan. Zwerfvuil wordt aanzien als 1 van de meest storende elementen in de directe leefomgeving. Als toeristisch centrum is een propere omgeving voor onze gemeente van groot belang. Dit stukje tekst komt van de gemeentelijke website. Het gemeentebestuur voorziet op dit moment al een heel aantal dingen om het probleem aan te pakken. Zo wordt er via het systeem van de netheidsverantwoordelijke een beroep gedaan op verenigingen, scholen en individuele burgers om in ruil voor een kleine vergoeding een aantal straten 3 of 4 maal per jaar afvalvrij te maken. Centrumstraten worden dagelijks door gemeentepersoneel schoongemaakt. In de stationsomgeving doen de medewerkers van het Fietspunt hun duit in het zakje en verder werden recent ook nog de openbare vuilnisbakken vernieuwd, werd hun aantal vergroot en wordt er via het GAS-reglement een sanctie gegeven op sluikstorten. Verder verschenen er vanuit de gemeente ook nog 2 persberichten i.v.m. zwerfvuil. Eén naar aanleiding van de campagne ‘net gemist’ en één in verband met het ‘blikjesproject’. Vooral de sensibilisering in de campagne ‘net gemist’ dient misschien wel een vervolg te krijgen. Ondanks tal van sensibiliseringsacties liggen de bermen nog steeds bezaaid met zwerfvuil. De N-VA-fractie heeft zelf al een klein beetje verder nagedacht over dit sensibiliseren en heeft misschien al wel 2
ideeën die het bekijken waard kunnen zijn. Men kan misschien met deze voltallige gemeenteraad zelf eens een fluo vestje aantrekken, een vuilniszak in de hand nemen om zelf op pad te gaan. Zo kan men alvast zelf het goede voorbeeld geven. Of men kan een beetje zoals in de campagne ‘net gemist’ tijdens 1 van de opruimweken van de netheidsverantwoordelijken al het verzamelde zwerfvuil bij elkaar brengen op een zichtbare plaats, bv. voor het oud gemeentehuis of hier voor ’t Getouw. Met de nodige persaandacht is dit een
goede kans om dat iets groter aan te pakken, of misschien is een combinatie van deze 2 ook wel mogelijk. Misschien heeft het bestuur zelf nog wel zaken die in de pijplijn zitten.
Vandaar zijn vragen. Zijn er in de toekomst nog gelijkaardige projecten zoals de ‘net gemist’-campagne gepland? Zijn er misschien nog andere projecten die op til zijn? Op welke manier zal de gemeente deze problematiek blijvend onder de aandacht van de Molse burgers brengen?
Schepen Van Rompaey (CD&V) zegt dat hij heel blij is met de voorstellen van het raadslid.
Men kan misschien best beginnen om de volgende dagen en weken werk te maken van deze 2 voorstellen. Het zwerfvuil is altijd een probleem geweest waar men binnen het bestuur, ook in het verleden, geprobeerd heeft aandacht voor te hebben. Er is geen wondermiddel en ook niet 1 techniek om het probleem op te lossen. Er moet een hoeveelheid aan initiatieven zijn om voortdurend terug op die nagel te blijven kloppen en de aandacht van de mensen, zoals het raadslid dat ook vraagt, voortdurend te blijven vragen. Het raadslid
verwees naar de actie ‘net gemist’, een actie van IOK die ook in Mol heeft plaatsgevonden.
Er zijn ondertussen 9 Kempense stations waar de medewerkers van IOK ’s morgens burgers hebben aangesproken om in discussie te gaan over de afvalproblematiek en de zwerfvuilproblematiek. Zij hebben tot op heden al meer dan 2.000 reizigers bereikt. Voor Mol ging dat over ongeveer 250 contacten met wie zij dat gesprek gehad hebben. De evaluatie bij IOK is dat de actie toch wel heel nuttig is. Men denkt aan een herhaling van deze actie.
Ook in verleden heeft men gelukkig samen met IOK al een aantal initiatieven kunnen nemen. Hij denkt dan aan de verschillende tentoonstellingen die er geweest zijn ‘zwerfvuil wordt kunst’ of ‘kunt van afval’ die hier in het Ecocentrum van Mol zijn doorgegaan. Men heeft voor de lagere scholen in de periode 2011-2012 meer dan 2.000 boekjes verspreid,  specifiek naar die doelgroep over de problematiek van zwerfvuil. Daarnaast zijn er natuurlijk de initiatieven die de gemeente al heel lang onderneemt, het systeem van de netheidsverantwoordelijken waar men best fier op mag zijn. Mol is 1 van de eersten die daarmee gestart is. Het kent ondertussen heel wat navolging in vele andere gemeenten. Het vraagt natuurlijk wel wat middelen om dat te doen. Maar als het alternatief is dat men eigen mensen gaat moeten sturen, is hij ervan overtuigd dat het een veel duurdere actie zou zijn.
Hij hoopt dat men ook in alle financiële moeilijke discussies dat systeem overeind kan houden, omdat het er uiteindelijk voor zorgt dat op permanente basis een kleine 300 mensen in Mol, dankzij al die verenigingen en dankzij die individuen, bezig zijn met zwerfvuil. Ze komen ’s morgens samen om in de bermen te duiken, ze praten daarover, ze praten op hun vergaderingen daarover. Hij denkt dat het toch wel een heel uniek middel is
om dat te doen. IOK heeft ook nog een peukenproject gepland in de uitgangsbuurten. Dat is iets dat er op termijn gaat aankomen. Hij wil ook heel even kort ingaan op het tweede bericht waar het raadslid naar verwees, omdat het volgens hem toch ook wel een primeur is, nl. het blikjesproject. Men is er vorig jaar in gelukt om een bedrag van ongeveer 30.000 euro aan middelen op Vlaams niveau te kunnen laten toewijzen aan de gemeente Mol, om specifiek een actie te gaan opzetten rond de problematiek van het blikjesafval. Als men met de netheidsverantwoordelijken spreekt, hoort men heel vaak dat de grote fractie afval die men tegenkomt bij het opruimen, net die blikjes zijn. Als men er in lukt om die terug uit de bermen te krijgen is al een groot stuk van het probleem opgelost. Men werkt dit momenteel praktisch uit met IOK, dus dat kost in principe geen geld aan de gemeente Mol, het is volledig gesubsidieerd door Ovam en FostPlus. Hij hoopt de volgende weken en maanden daar terug mee naar hier te komen om de praktische werkwijze van hoe men het verder gaat aanpakken, toe te lichten.
Raadslid De Groof zegt dat zijn fractie heel blij is dat de het gemeentebestuur zeker wil inzetten op een schoon en proper Mol. Men weet ook dat dit probleem niet altijd even eenvoudig is om aan te pakken. Zoals gemeld in het persbericht rond het blikjesproject is een propere gemeente de verantwoordelijkheid van elke inwoner. Zijn fractie vindt daarom ook dat de Molse politieke partijen zelf het goede voorbeeld dienen te geven. Wanneer zij
zelf reclame maken voor hun evenementen is het misschien ook een kleine moeite om er ook zelf voor te zorgen dat er geen zwerfvuil wordt gecreëerd. Dat dit niet altijd even goed lukt werd enkele weken geleden nog geïllustreerd. Er werd toen op een woensdagmiddag reclame gemaakt aan de schoolpoort van het St. Lutgardisinstituut op het moment dat die school net uit was. Naast heel wat flyers voor het evenement werd er ook snoepgoed uitgedeeld dat door de scholieren uiteraard met veel plezier werd aangenomen. Toen alle
schoolgaande jeugd naar huis was en ook de reclamemakers huiswaarts gekeerd warendit jammer genoeg zonder te kijken wat voor afval hun campagne op de straat had achtergelaten - is hij zelf maar even de straat op gegaan en heeft een beetje zoals bij de campagne ‘net gemist’ de rondslingerende papiertjes verzameld in een doorzichtig zakje waarvan men hier het resultaat ziet. Hij hoopt hierbij de Molse politieke partijen alvast te sensibiliseren om in de toekomst beter hun reclame aan te pakken en alvast zelf het goedevoorbeeld te geven in de strijd voor een schone en propere gemeente.
Raadslid Sergooris (sp.a) deelt mee dat het een evenement was van een Molse jongerenbeweging en niet van een politieke partij.
Raadslid Vansant (Vlaams Belang) zou nog graag een aanvulling willen doen. De schepen heeft juist aangehaald dat blikjes de grootste fractie van het zwerfvuil uitmaken. Zijn fractie heeft vorig jaar of het jaar voordien al eens voorgesteld om terug blikvangers te installeren. Vooral op de schoolroutes waar veel fietsende scholieren voorbijkomen. Dat is ook niet altijd proper, maar dan blijven de blikjes tenminste gecentraliseerd.
Schepen Van Rompaey stelt voor dat alle fracties eens goed nadenken over dat voorstel.
Men heeft ze weggehaald omwille van misbruik, maar als de raad vindt dat het wel zijn meerwaarde heeft, dan kan men ze eventueel opnieuw plaatsen. 

Huurvoorwaarden voor de sporthal van Mol-Rauw (Koen Dillen)

Raadslid Dillen (N-VA) zegt dat de Rauwse schoolbevolking zeer tevreden is over de sporthal aan de school. Hij heeft de laatste weken leerkrachten, leerlingen en ouders gecontacteerd, en die zijn heel enthousiast. Op de officiële opening waren de speeches ook heel enthousiast. Er werd gezegd dat de Rauwse bevolking de kans zou krijgen om sport te gaan doen in die sporthal. Er werd enorm perspectief geboden om zelf sport te gaan doen. Als hij dan nadien het persbericht las, vond hij dat toch wel een beetje contradictorisch omdat er gezegd werd dat het vooral de Molse sportclubs waren die er mochten gaan sporten. Er zijn toen heel wat ontevreden en zelfs boze reacties bij hem binnengekomen van mensen uit Rauw, die vonden dat het er niet voor bedoeld was om daar clubs te laten sporten. Hij heeft dan een telefoontje gedaan naar de sportdienst en men vertelde daar inderdaad dat er geen zaalwachter voorzien is, maar wel 9 badges. Een badge om binnen en buiten te gaan. 1 per sportclub, maar welke sportclubs dat wisten ze nog niet. Er wordt nu een lijst
opgemaakt. Sportclubs kunnen zich kandidaat stellen en op 12 juni is er een vergadering.
Sportclubs die intekenen voor een heel jaar zullen een badge krijgen om binnen te geraken.
In Rauw heeft men de Hoffeesten, de parochiefeesten, daar is een 3-daags tornooi van een 20 à 25-tal volleybalclubs. Die mensen kunnen daar volgens hem niet gaan oefenen want die willen alleen maar oefenen van mei tot augustus, maar dat zal niet lukken. Dat zijn ook geen officiële clubs, dus dat gaat niet. Als hij met de mensen van de Schooldreef minivoetbal wil gaan spelen, dat zal ook niet gaan, want dat is een privé initiatief. Is dat een verkeerde redenering die hij heeft? Kan daar echt niets aan gedaan worden? Kan daar niemand individueel of in groep gaan sporten met een individueel initiatief? Is dat echt alleen bedoeld voor de sportclubs? Als dat zo is, zijn er heel wat mensen in Mol-Rauw ontgoocheld.
Schepen Verdonck (CD&V) antwoordt dat hij van het raadslid een gelukkig man gaat maken. Zijn mondelinge vraag verduidelijkt meer dan de schriftelijke vraag, want hij kon niet goed weg met die vraag. De afgelopen 4 - 5 maanden is er zeer veel gecommuniceerd. Hij heeft het even nagevraagd bij de informatiedienst. Al vanaf december is in persteksten, zowel in het Laatste Nieuws als het Nieuwsblad verschenen dat die zaal ter beschikking zou staan van sportclubs. Via de Streekkrant, via de LCD-schermen, de website, Facebook en
Twitter heeft men opgeroepen om kandidaten te ronselen om in die sporthal te kunnen gaan sporten. Men gaat in deze sporthal niet afwijken van reglementen die men in andere sporthallen hanteert, buiten site Den Uyt. Men heeft de sporthal van Achterbos, men heeft de sporthal van het College, men heeft de sporthal van Millegem en men heeft de sporthal van de Rozenberg. Daar zijn de regels zeer duidelijk. Het moet een al dan niet erkende sportclub. Elke sportclub die zich aanmeldt kan kans maken om daar te gaan sporten. De
vraag is daar wel om voor een langere periode in te tekenen. D.w.z. 1 keer per week. Dat hoeft niet voor 12 maanden te zijn, maar dit kan perfect voor 3 à 4 maanden of zelfs korter.
Maar men vraagt wel dat het voor een langere periode is, want anders is dit planmatig niet haalbaar. Men ziet ook dat die zalen vol zitten. Wat betreft de zaal in Mol-Rauw heeft men momenteel 2 aanvragen binnen van Rauwse clubs die al hebben aangegeven wanneer zij daar graag zouden trainen. Dat zal op de vergadering van 12 juni besproken worden. Men heeft 1 ad hoc organisatie die 1 maal per jaar doorgaat, die ook een positief advies van de dienst zal krijgen. Men kan daar geen individuele vragen in toelaten. Bv. een vader die
eens graag een uurtje wil komen badminton spelen met zijn zoon, dat kan men niet toelaten. Men heeft er de mogelijkheid niet toe om de nodige uitleg te verschaffen om daar 1 uurtje badminton te gaan spelen. Deze mensen kunnen perfect terecht in site Den Uyt.
Als men met de mensen uit 1 straat of met de mensen van de Hoffeesten daar ad hoc een evenement wil organiseren, dan zal men met heel veel plezier daar de nodige instructies voor geven. Dit is ook besproken met de directrice van de school. Zij heeft heel duidelijk gezegd dat zij geen verhuurkantoor gaan worden, want dat is niet hun kerntaak. Dat doen zij trouwens ook niet met andere zalen van de school. Heel concreet stelt hij dat als men daar met de Hoffeesten een wedstrijd wil organiseren die langer duurt dan 1 uur en die gedragen is door de gemeenschap, men al het mogelijke zal doen om hen daar te laten spelen.
Raadslid Dillen zegt dat op dit moment die badges nog niet verdeeld zijn. Als die zaal echt een succes wordt en er komen meerdere clubs op af, stelt hij toch voor om minstens 1 badge te behouden voor kleine activiteiten die af en toe eens kunnen voorkomen. D.w.z. dat men hierdoor het vrije sporten toch mogelijk maakt.
Schepen Verdonck antwoordt dat men badges kan bijbestellen, dat is geen enkel probleem.
Men is heel voorzichtig begonnen, omdat men ook niet weet hoe die zaal gaat evolueren.
Ploegen die daar bv. wekelijks trainen voor een gans jaar of een langere periode krijgen een vaste badge. Zo kan men ook traceren wanneer zij in de sporthal geweest zijn, mochten er bv. beschadigingen vastgesteld worden. Er zullen altijd badges overblijven voor die ad hoc organisaties.

Klimaatneutrale organisatie 2020 (Koen Dillen)

Dit agendapunt wordt verdaagd naar de gemeenteraad van juni.

Bevlagging Den Uyt (Piet Lamberts-Van Assche)

Raadslid Lamberts-Van Assche (N-VA) zegt dat naast de ingang van de sporthal 2 masten staan met 2 vlaggen, een Belgische vlag en een vlag van Mol ‘pittig en attractief’. Vermits sport meer en meer een bevoegdheid is van de Vlaamse gemeenschap denkt de N-VAfractie dat daar ook plaats is om een vlag van de Vlaamse gemeenschap te hangen. Om de zaak dan helemaal algemeen te stellen vraagt hij om er ook een vlag van Europa en van de provincie bij te hangen.
Schepen Verdonck (CD&V) stelt dat dit normaal een thema is voor schepen Deckx, omdat bevlagging onder toerisme en feestelijkheden valt. Vermits het raadslid de vraag stelt over het complex Den Uyt zal hij op deze vraag antwoorden. Men volgt in Mol zeer duidelijk de regelgeving van de omzendbrief van de Vlaamse regering. Daarin wordt zeer duidelijk gestipuleerd wanneer en waar welke vlaggen moeten hangen. Men heeft in Mol de afspraak enkel op 3 plaatsen de officiële bevlagging te voorzien: aan het oude gemeentehuis, aan ’t
Getouw en aan gebouw A van het OCMW. Wat is er aan de sporthal gebeurd? Een overijverige sportdienst die het gezamenlijk kijken naar het Belgisch elftal had georganiseerd, heeft daar een Belgische vlag gehangen. Net zoals ze tijdens de olympische spelen, als er gezamenlijk kon gekeken worden naar de wedstrijden van de olympische spelen, ook een olympische vlag hebben gehangen. Deze mensen zijn niet zo goed op de hoogte van wat de omzendbrief van de Vlaamse regering voorschrijft, nl. dat als men daar een Belgische of een Vlaamse vlag hangt daar ook de andere vlaggen naast moet hangen, ook al is het geen erkende feestdag. Hij heeft vorige week de opdracht gegeven om de Belgische vlag te laten verwijderen. De vlag van Mol hangt er nu nog. Men zal intern nagaan of men die ook laat verwijderen zodat er conform de afspraken in Mol maar op 3 plaatsen wordt bevlagd.