oktober 2013

Verlichting aan het fietspad van de kiosk te Wezel (Koen Dillen)

Raadslid Dillen (N-VA) zegt dat het fietspad aan de kiosk in Wezel tegenwoordig meer en meer wordt gebruikt door fietsers en wandelaars, privé en als traject van en naar het werk.
De lokale bevolking vraagt daar verlichting. In de winter is het vroeg donker. Zij vragen dit voor de veiligheid van de gebruikers van dit fiets- en wandelpad. Men heeft dat bekeken en een zestal lichtpunten zullen voldoende zijn om heel dat pad te verlichten. Men kan dat laten branden tot ’s avonds 23 uur en ’s morgens vanaf 5 uur.
Schepen Schoofs (Open vld) deelt mee dat dit besproken is tijdens het overleg met Iveka.
Er zijn een aantal overwegingen die moeten gemaakt worden. Het raadslid haalt woon-werk-verkeer aan, maar weliswaar is dat woon-werk-verkeer dat zich situeert op een zone waar geen gemotoriseerd verkeer toegelaten is. Dat is wel een overweging naar veiligheid toe. Bovendien is het weinig woon-werk-verkeer, maar is het vooral schoolgaand verkeer.
Het schoolgaand verkeer doet zich vooral voor tussen 8.15u en 8.30u ’s morgens en tussen 15.30u en 16u. Dat is een periode dat het niet echt donker is, maar dat het wel schemert in bepaalde maanden van het jaar, maar dat is een overweging die men heeft meegenomen. Men heeft de offerte laten maken. Het raadslid sprak over 6 lichtpunten, maar als Iveka daar effectief een verlichting moet plaatsen, zijn zij gebonden aan bepaalde veiligheidsnormen en moeten zij een lichtplan opmaken. In hun offerte maken zij melding van 16 palen. Dat is een andere norm die moet gehanteerd worden dan de norm van het raadslid. Een dergelijke offerte loopt wel degelijk op, men spreekt al vlug over een kostenplaatje van 16.000 euro. Andere overwegingen die ook moeten gemaakt worden zijn o.a. het feit dat men een beetje zorgzaam moet omspringen met openbare verlichting en lichtvervuiling in het algemeen. Men moet echt wel overtuigd zijn van het volledige nut ervan. Bovendien heeft men ook onlangs het volledige lichtplan nog eens bekeken. Ook daar gaat men eens met een goed objectief gevoel door gaan en proberen te zien of alles wel moet doorbranden de ganse nacht. Dat heeft ook te maken met besparing van energie. Het college heeft hierover nog geen beslissing over genomen, maar de diensten hebben omwille van de voorliggende argumenten op dit moment negatief geadviseerd. Wat
wel positief geëvalueerd werd is om een bijkomende verlichting te plaatsen aan de ingangen van het pleintje van de Kiosk. In de Langestraat zou dan een extra verlichting komen waar de fietsers en de voetgangers het terrein betreden, en waar wel gemotoriseerd verkeer en fietsverkeer is. Men heeft hetzelfde geadviseerd voor de andere ingang t.h.v. de Kerkstraat. Als die verlichting, een soort van accentverlichting, zou geplaatst worden spreekt men over een ander kostenplaatje, nl. 700 euro. Dat is het advies dat voorligt. Hij gaat daar vandaag geen uitspraak over doen, want men moet dit in het college nog
bekijken. Hij denkt dat er argumenten zijn die men in overweging moet nemen om de verlichting niet te plaatsen.
Raadslid Dillen merkt op dat de schepen over gemotoriseerde voertuigen sprak, maar voor hem gaat het alleen over fietsers en wandelaars. Hij heeft het zeker niet over moto’s of brommers. Het is ook zeker niet de bedoeling dat die lichten heel de nacht blijven branden.
Hij denkt dat het belangrijk is voor de veiligheid van de mensen. Om het controleren van hangjongeren, druggebruikers, ... gemakkelijker te maken.
Schepen Schoofs stelt dat hij wel degelijk gemeld heeft dat er geen gemotoriseerd verkeer is, en dat er om die reden minder veiligheidsproblemen zijn. Hij heeft niet gezegd dat men enkel verlichting wil plaatsen voor gemotoriseerd verkeer. De risico’s zijn veel minder omdat er alleen maar voetgangers en fietsers door mogen. Bovendien, als er mensen zijn met een subjectief of objectief onveiligheidsgevoel, hebben die als het donker is een waardig alternatief waar men sociale controle heeft bij de straten die daar rondom aanwezig zijn. Die moeten zich niet noodgedwongen over het park verplaatsen. Er is een alternatief waar meer dan voldoende licht is.

Eandis biedt openbare besturen een gratis energiedoorlichting aan (Koen Dillen)

Raadslid Dillen (N-VA) zegt dat het bestuur tegen 2020 een belangrijke job heeft om 20% van de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Eandis biedt de gemeente een gratis doorlichting aan. Men heeft dat gezien in de raad van bestuur. Hij heeft contact opgenomen met de gemeente en in Mol is er een interne energiedeskundige. Dat is zeker positief en dat heeft zeker zijn kwaliteiten, maar hij denkt dat het toch ook interessant is om samen te werken met Eandis. Het is belangrijk dat er samenwerking gebeurt, omdat men samen sterker staat dan alleen. Men heeft daar 2 projecten gezien. Het 1e was de stookplaatsenrenovatie. Zonder kosten bracht dat op 5 tot 10 jaar 5 tot 10% besparing op.
Het is volgens hem toch interessant om zeker voldoende contact te houden met Eandis in het vooruitzicht van 2020.
Schepen Vanhoof (sp.a) antwoordt dat samenwerken met Eandis heel belangrijk is. Men heeft van hun dienst, waarvoor zij gratis audits doet, in het verleden al heel wat gebruik gemaakt. Hij gaat zich beperken tot 2013, maar er zijn ook in 2010, 2011 en 2012 heel wat audits geweest. In het voorjaar heeft hij o.a. al een audit gevraagd, specifiek voor dit gebouw. Daarin heeft men bekeken wat het geeft om bijkomende dakisolatie op ’t Getouw te plaatsen, eventueel met de mogelijkheid om zonnepanelen te voorzien. Hij heeft daar een audit van gekregen en hij kan die aan het raadslid bezorgen als hij die wenst. Hij heeft daar ook nog bijkomende informatie over opgevraagd. Er worden heel wat audits gevraagd. Er is zelfs nog een specifieke audit gevraagd voor de raadzaal, omdat er soms te veel warmte in dit gebouw is. Eandis heeft ook daarover een specifieke audit over gemaakt. Er zijn heel wat audits, maar men moet niet van alle gebouwen audits vragen.
Men heeft in het ontwerp van de meerjarenplanning aangegeven dat men een aantal gebouwen gaat vernieuwen deze legislatuur. Hij denkt bv. aan het zwembad, ’t Krekeltje, ... Van gebouwen waarvan men weet dat die uit roulatie gaan moet men geen nieuwe audit doen. Ook voor gebouwen, zoals de nieuwe school in Ezaart, die net opgeleverd zijn, heeft het weinig zin. Men moet een evenwicht zoeken. Hij denkt dat dit vooral gebouwen zijn die men al een tijdje heeft en die men ook nog een hele tijd zal houden. Er zijn al heel wat audits gebeurd en er zullen er zeker en vast nog gebeuren. Men gaat dat heel nauwkeurig
bekijken. Wat de voertuigen betreft is de gemeente dit jaar een pilootproject gestart, samen met Eandis, om een analyse te maken van wat de voertuigen op dit moment zijn, hoeveel zij verbruiken en welke verbeteringen daar mogelijk zijn. Dat is ook een gratis project op voorwaarde dat men piloot wordt, maar in de toekomst zal dat een betalend project worden van Eandis. In het kader van de openbare verlichting is het zo dat Eandis de komende maanden, jaren gratis een masterplan zal ontwerpen voor de gemeente waarin men straat per straat, gehucht per gehucht gaat kijken welke mogelijkheden er zijn om op energie te besparen. Kan men op sommige plaatsen gaan dimmen, afhankelijk van het soort materiaal dat men heeft? Kan men op sommige plaatsen nieuwe armaturen gaan steken? Men heeft systematisch met schepen Schoofs een overleg met Eandis en die resultaten worden daar ook besproken. Hij denkt dat men redelijk veel gebruik maakt van de diensten van Eandis.

Congrestoerisme (Koen Dillen)

Raadslid Dillen (N-VA) zegt dat de N-VA-fractie constructief wil meewerken om de meerjarenbegroting in evenwicht te krijgen. Volgens hen is het congrestoerisme een belangrijke factor om dat te verwezenlijken. Congrestoerisme is een ideale uitdaging voor Mol. Balen en Dessel kunnen dat niet, want daar zijn veel te weinig mogelijkheden voor toerisme. Men weet dat in Vlaanderen 25% van de overnachtingen voor zakelijke doeleinden zijn. In Mol is dat slechts 2%, dus zeer miniem. Wat is nu eigenlijk congrestoerisme? Dat is het promoten van Mol om firma’s naar Mol te trekken om congressen of vergaderingen te organiseren, samen met een event. Men noemt dat MICE-toerisme. Hij zal enkele voorbeelden geven. Een kleine of een grote firma organiseert bv. een congres op Sunparks en logeert daar ook, en die gaan het Kristallijn en het Jakob Smitsmuseum bezoeken. Een ander congres kan in de Rex gebeuren, ze verblijven op Sunparks en gaan op ’t Rauw golfen. Kleinere dingen kunnen er natuurlijk ook gebeuren.
Dat zijn pakketten die voorgesteld worden om bedrijven te lokken. Op dit moment gebeurt dat veel te weinig en eigenlijk is er een heel kader om dat wel te doen. In Mol bestaat er een dienst voor Toerisme. De vzw Kempense Meren is er in de buurt. Er zijn de provincie, het Convention Bureau for Flanders & Brussels en Toerisme Vlaanderen. Er zijn 3 belangrijke niveaus om het congrestoerisme te promoten. Ten eerste is dat Toerisme Vlaanderen en dat gaat dan vooral via een bureau. Die rekruteren vooral bedrijven uit het buitenland. Misschien is dat op dit moment nog een beetje te hoog gegrepen, alhoewel
Nederland en Duitsland eventueel wel kunnen.
Via het provinciebestuur zijn er mogelijkheden om de Vlaamse bedrijven naar hier te krijgen. Dat is allemaal gratis, ook bij Toerisme Vlaanderen. Wat er bv. ook gepromoot wordt, is dat de dienst Toerisme van Mol of eventueel de vzw Kempense Meren bepaalde projecten voorstellen aan bedrijven in de buurt - provincie Antwerpen, provincie Limburg - om de mensen op kleinere schaal naar hier te krijgen. D.w.z. dat de mensen van de dienst Toerisme bedrijven kunnen informeren over een pakket van wat men hier kan komen doen. Dat gaat heel wat geld in het laatje brengen zonder dat het iets kost en het gaat ook jobs creëren. Hij denkt dat dit heel belangrijk is naar de toekomst toe. Daarom wil de N-VA-fractie dat voorstellen en zij hopen dat de gemeente daar achter kan staan.
Schepen Deckx (sp.a) stelt dat het raadslid hier een hele kadering gegeven heeft, maar als ze de vraag van het raadslid zag, wist ze niet zo goed wat hij bedoelde. Hij schrijft letterlijk: ‘Mol heeft weinig industrie maar is vooral bekend door het toerisme in Mol-Rauw. Vele voorzieningen, mooie natuur, kunst en musea zijn essentieel om een nieuwe vorm van toerisme te promoten, het congrestoerisme. N-VA Mol wil constructief samenwerken met de meerderheid en het plan voorstellen en helpen implementeren. Het plan zal bijdragen tot het in evenwicht brengen van de meerjarenbegroting.’ Men zal begrijpen dat ze niet goed kon inschatten waar het raadslid naartoe wou met zijn vraag. Het plan kende zij niet, maar zij heeft dat dan in de loop van de voormiddag gekregen via het secretariaat en heeft dan meteen alles waarmee ze bezig was laten vallen. Uiteraard interesseerde het plan haar enorm. Zij is dan ook meteen beginnen lezen. Het 1 e blad was een inleiding, dan een inhoudstafel, nog een inleiding en dan heel veel cijfers. Die cijfers kende zij wel, en die
dienden om aan te tonen dat het grootste deel van het congrestoerisme zich momenteel in Brussel, Antwerpen en Gent afspeelt en in de onmiddellijk omgeving van Brussel, wat gezien de gegeven situatie van die steden niet zo abnormaal is. Het raadslid zegt dat Mol en toerisme een geslaagd huwelijk is, daar is zij het helemaal mee eens. Dan zegt het raadslid dat men maar weinig toeristen heeft die hier verblijven met ‘zaken’ als doel. Dan neemt hij Mol onder de loep en krijgt zij een overzicht van de verblijfaccommodatie met op kop domein het Zilvermeer. Zij weet niet goed of men congrestoeristen kan onderbrengen
in een bivakruimte met 50 bedden, in blokhutten van 4 tot 6 personen. Vervolgens het Zilverstrand waar men diverse soorten caravans kan huren. Ze weet niet of men daar de congrestoeristen kan onderbrengen. Vervolgens worden zeer terecht Sunparks, Aparthotel Corbie, ... genoemd. Dan komen de bezienswaardigheden in zicht. Naar het casino van Gompel zou ze de mensen niet direct mee naartoe nemen. Maar ze ziet dat er een aantal dingen niet vermeld zijn. Als je weet dat de toeristen naar hier komen voor de prachtige wandelpaden, voor de geweldige fietsknooppunten, voor de abdij van Postel en de dierenmarkt, moet men ook daar over durven spreken. Het raadslid schrijft vervolgens over de bereikbaarheid dat Mol goed bereikbaar is met privé en openbaar vervoer. Zij is heel blij dat het raadslid dat zo stelt. Hij zegt ook met het vliegtuig, maar dat is volgens haar iets moeilijker want dat is toch al eventjes rijden. Het raadslid stelt dat dit een uitdaging is voor Mol, en dan maakt men een sterkte-zwakte analyse. Zij ziet daarin een aantal dingen die zeker kloppen. Een groot industrieel verleden, zand en zink. Zij zou daar zeker ook glas aan toevoegen. Bij zwakke punten staat dat er een beperkt hotelaanbod is. Dat was haar ook al opgevallen. Zij denkt dat dit echt een zwak punt is waarmee men moet afrekenen, dat wanneer er heel veel congrestoeristen naar Mol komen, onze accommodatie die door de Mollenaars aangeboden wordt inderdaad vrij beperkt is. Zij neemt aan dat het raadslid niet
bedoelt dat men als gemeente hotels moet gaan bouwen, want daar heeft men geen geld voor. Zij denkt ook niet dat dit tot de kerntaken van een gemeentebestuur behoort.
Vervolgens zegt het raadslid dat er geen grote zaal voorhanden is. Volgens haar is de zaal van het SCK toch een behoorlijk grote zaal. Dan zegt het raadslid dat er geen profilering is inzake zakentoerisme, geen beleid inzake zakentoerisme, geen folder of info inzake de beschikbare accommodatie, geen medewerker om organisatoren te begeleiden. Zij vraagt of het raadslid al eens gezien heeft hoeveel mensen er op de toeristische dienst actief zijn.
Die effectief elke dag iedere toerist, ook de congrestoerist, maar graag begeleiden. Dat vond ze nu toch een beetje kort door de bocht om dat zo te stellen. Dan stelt het raadslid dat het niets hoeft te kosten, dat men wel op zoek gaat naar sponsoring. Haar gevoel is dat de tijden van sponsoring een beetje voorbij zijn. Het raadslid zegt dat vzw Kempense Meren in het Ecocentrum zit en dat die een belangrijke taak op zich zouden nemen. Zijzelf
zit in de raad van bestuur van de vzw, en dat is samen met Balen, Dessel en Retie, waarvan het raadslid zojuist gezegd heeft dat die daar niet aan moeten beginnen omdat ze geen toeristische attracties hebben. Het slagen van congrestoerisme wordt volgens het raadslid gedeeltelijk bepaald door het aanbod en de capaciteit. Dat is allemaal waar, maar dan komt het raadslid tot het Convention Bureau for Flanders & Brussels . Daarvan zegt hij dat dit bureau een dienst is van de marketingafdeling van Toerisme Vlaanderen en dat het de bedoeling is dat men daar mee gaat samenwerken. Dan volgt er een opsomming van alle congresfaciliteiten. Bij punt 9, SCK, zegt het raadslid dat er een grote infrastructuur is, maar dat de gegevens niet voorhanden zijn. Zij heeft even gezocht via google en binnen de seconde had ze alle gegevens. Dan ziet ze daar ook nog Hof van ’t Rauw tussen staan.
Dat is zeer interessant, maar Mol is groter dan Rauw en men heeft in Mol nog andere heel interessante zaken waar er mogelijkheden zijn. Dan kwam de conclusie en ze was heel benieuwd naar het voorstel dat er ging komen. Ze moet eerlijkheidshalve zeggen dat ze lichtelijk teleurgesteld was, want daarin stond gewoon dat een samenwerking tussen privé en overheid onontbeerlijk zou zijn, dat men moet toetreden tot het Convention Bureau for Flanders & Brussels. Toen heeft ze zich toch de vraag gesteld of Brussel wel bij ons land zou behoren, en of ze onze eieren wel in dat mandje moet leggen. Gelukkig liggen onze eieren al in een mandje. Daar waar het raadslid zegt dat de gemeente daar geen beleid rond voert en daar niet mee bezig is, moet zij zeggen dat men daar wel mee bezig is. Maar dat zal het raadslid niet opgevallen zijn. De gemeente Mol maakt deel uit van Meeting Kempen. Dat is een private samenwerking met de overheid, TPA, met 37 MICE-bedrijven.
Als men op de computer www.meetingkempen.be ingeeft, krijgt men op die website allerlei boeiende informatie. Meer nog, je krijgt daar zelfs een prachtige gids met alle beschikbare hotel- en congresfaciliteiten van heel de Antwerpse Kempen. Dat is in samenwerking met de provincie, een prachtige zaak. Wat is men nog van plan? Men is al eventjes bezig met het ontwerpen van een nieuwe toeristische website. Uiteraard gaat men daar het congrestoerisme mee promoten, want men vindt dat een zeer belangrijke markt. Men stelt wel vast dat onze regio heel populair is voor toeristen die vooral willen wandelen, fietsen, de abdij van Postel bezoeken en onze dierenmarkt. Dat zijn de appelen die men verkoopt en zij stelt voor dat men daar absoluut blijft op inzetten. Die moeten rood en blozend zijn. Gaat men daar druiven naast leggen? Ja, dat wil men wel, maar men moet wel opletten dat de appelen niet in de verdrukking geraken en dat de druiven toch niet verkopen. Maar men gaat het zeker en vast promoten. Men heeft ook een onderzoek gedaan over hoe het
nu eigenlijk zit met de toerist en wat die van ons wil. Geen enkele vraag heeft men gehad over congrestoerisme. 1 ding kan zij echter niet goed verdragen en dat is dat het raadslid bij de zwaktes zet dat de gemeentediensten daar geen beleid rond voeren en daar geen promotie rond voeren.
De burgemeester stelt dat het raadslid in zijn inleiding zegt dat ze een heel sterk programma ontwikkeld hebben en dan over congrestoerisme spreekt. Hij heeft daar het warm water niet mee uitgevonden, maar wat hij toch wel in het achterhoofd moet houden is dat de burgemeester al meer dan een jaar geleden met de directies van Centerparks heeft samengezeten. Hij wil de pret en het enthousiasme van het raadslid niet bederven, maar hun signaal is zeer duidelijk. Als men in Mol 1 pijler heeft waar men congrestoerisme moet doen - dan mag men het Zilvermeer en het Zilverstrand aanhalen, maar dat is niet
ernstig om dat te vermelden - dan is dat Sunparks. Maar die mensen zijn daar niet in geïnteresseerd, dat signaal is zeer duidelijk. Al die parken staan onder druk en zij hebben zeer duidelijk gezegd dat zij ook aan congrestoerisme denken, maar dat volledig in Lommel willen doen, in Vossemeren. Men doet dat niet op 2 plaatsen, want om dat op 1 plaats te doen is al moeilijk genoeg. Als men denkt dat men met het congrestoerisme het gat in de
meerjarenbegroting dicht kan krijgen, is dat volgens hem wishful thinking. Het is een goed idee, maar de gemeente is al veel langer bezig met dat idee. Wat hem ten 2 e nog meer verbaasd is dat het raadslid de provincie als grote speler aankaart. Het raadslid zit in de provincieraad. Hij nodigt hem uit om in het kaderplan Kempense Meren, dat is nu de grote kapstok om vanuit de provincie over toerisme, eens te gaan zoeken wat daar over congrestoerisme in staat.
Raadslid Dillen zegt dat zijn fractie dit plan gebracht heeft, omdat men duidelijk ziet dat Mol qua overnachtingen van gewoon toerisme op de 5 e plaats staat in Vlaanderen en qua congrestoerisme op de 19 e plaats. Aan de steden Antwerpen, Gent en Brugge kan de gemeente Mol niet aan. Maar Lommel, ongeveer een vergelijkbare gemeente, staat qua gewoon toerisme ongeveer samen met Mol, maar qua congrestoerisme staan zij veel hoger.
Hij zegt niet dat er geen beleid is, maar in Mol is er nog geen organisatie van congrestoerisme. Als dat goed georganiseerd wordt, kunnen er heel wat bedrijven naar hier gehaald worden. Wat het Zilvermeer betreft, zegt hij dat congrestoerisme niet alleen bestaat uit hoogstaande congressen en nadien gaan golfen, maar dat bestaat ook uit teambuildingweekends. Op het Zilvermeer heeft men hele mooie bungalows waar men dat kan doen. Hij denkt dat er wel mogelijkheden zijn om op het Zilvermeer zoiets te doen. Het is inderdaad zo dat het meeste rond Brussel zit, maar hij denkt dat men ook een deel naar de Kempen kan halen en dat dit niet alleen in Lommel moet zijn. Hij denkt dat het heel goed gezegd is dat het Convention Bureau for Flanders & Brussels sponsors zoeken.
Hij heeft vermeld dat er 3 niveaus zijn. Het 1 e niveau is Vlaanderen waar men het Convention Bureau heeft. Dat gaat over grote en internationale bedrijven. Het 2 e niveau is op provinciaal niveau, waar men als gemeente zelf heel veel inbreng kan doen en input kan doen naar de provincie toe om bepaalde pakketten aan te bieden aan bedrijven. Het 3 e niveau is dat men vanuit de gemeente zelf de bedrijven kan aanspreken om naar hier te komen om bepaalde kleinere pakketten aan te nemen, met of zonder overnachting.
Volgens zijn fractie is hier heel wat mogelijk en als er een beetje moeite gedaan wordt kan die 2% naar 3, 4 of 5% gaan.
Schepen Deckx verduidelijkt dat de gemeente met Meeting Kempen werkt.
De logieverstrekkers of de accommodatieaanbieders die daarin geïnteresseerd zijn doen daar aan mee. Het Zilvermeer staat daar bv. niet tussen. Misschien kan het raadslid dat eens bespreken met de deputé van de provincie Antwerpen die bevoegd is voor toerisme, die binnen het Zilvermeer de dingen kan aanpakken zoals hij wil. De gemeente is daarvoor niet echt bevoegd. Hoe dan ook, congrestoerisme staat in de gemeente ook zeer hoog op de agenda. Als er zich gelegenheden voordoen zal men die zeker niet laten schieten. Men gaat dat actief op de website zetten, men gaat blijven deel uitmaken van Meeting Kempen.
Het raadslid heeft Lommel aangehaald, maar Lommel heeft heel wat bedrijven. Mol heeft andere bedrijven, zoals bv. het SCK en VITO die voor een groot deel hun eigen accommodatie hebben.
SCK heeft het Clubhouse, waar zij niet alleen hun congresfaciliteiten hebben, maar ook hun hotel. Dat bieden zij ook aan aan anderen. De vragen die de gemeente rond dat thema al bereikt hebben zijn nihil. In verhouding tot onze andere toeristische poot moet men heel goed opletten, want in tijden van
economische efficiëntiewinsten die moeten geboekt worden, moet men toch ook wel zorgen dat men die poot - waarvan men weet dat die zeer belangrijk is voor Mol - niet uit het oog mag verliezen.
Raadslid Dillen zegt dat Lommel meer industrie heeft dan Mol, maar het is niet de bedoeling om die industrie in te gaan schakelen in dat congrestoerisme. Hij denkt dat mensen uit de industrie van Lommel ergens anders op congrestoerisme moeten gaan, dat men mensen van bv. Gent naar hier moet lokken en niet die van Lommel.
De voorzitter vraagt of men dit punt hier kan afronden. Het is zeer positief dat het raadslid constructief mee denkt en werkt rond dat congrestoerisme.
Raadslid Dillen denkt dat de gemeente Mol meer initiatieven moet nemen en dat het congrestoerisme dan misschien kan stijgen.

Lekkende vaten nucleair afval (Koen Dillen)

Raadslid Dillen (N-VA) heeft een aantal vragen aan het gemeentebestuur hierover. Vorige maand is Electrabel enkele keren in het nieuws geweest met de lekkende vaten van licht radioactief afval in Dessel en Antwerpen. België haalt tot op heden nog altijd veel energie uit kernenergie. D.w.z. dat er ook veel afval is. Hij ziet dat nog niet direct veranderen, dus naar de toekomst toe is het belangrijk om daar rustig over na te denken. Is er iets gekend
van de samenstelling van die gel die vrijgekomen is uit die vaten? Hoe blijft Mol op de hoogte van de evolutie van die onderzoeken van de plannen? Wordt Mol ook betrokken bij nieuwe stockeringen? Dit zijn een aantal vaten, maar in Antwerpen zijn er nog een hele hoop vaten die wachten op versluizing naar hier. Wordt Mol daarbij betrokken? Is het mogelijk om de gemeenteraad af en toe eens te informeren over de evolutie ter zake? Hoe wil de gemeente de bevolking geruststellen en correct informeren?
De burgemeester denkt niet dat men een bevolking geruststelt met teksten zoals het raadslid ze hier schrijft over ‘lekkende vaten nucleair afval’. Hij is een beetje verbaasd over die vraagstelling en hij is ook verbaasd dat het raadslid deze vragen aan het gemeentebestuur stelt. Hij gaat op de vragen die het raadslid stelt over die gel en over die vaten niet antwoorden, omdat hij daar totaal onbeslagen in is. Het enige dat men kan doen is zorgen dat men zich informeert. Al die informatie vindt men terug op de website van Niras. Niras is samen met Bel V de dochteronderneming van het FANC die de controle moet doen. Die mensen communiceren daar in alle openheid over. Dat zijn degenen die daar technisch bekwaam voor zijn, die daar ook voor opgeleid zijn en die de opdracht hebben gekregen. Daarom begrijpt hij niet dat het raadslid die vragen aan de gemeente stelt. Het is wel belangrijk dat er informatie komt. Het raadslid is samen met alle collega’s van de gemeenteraad uitgenodigd op een informatievergadering waar zowel de directeur-generaal van Niras als de directie van Belgoprocess en een vertegenwoordiger van het FANC aanwezig waren. Die mensen hebben dat zeer uitvoerig toegelicht. Hij citeert wat hij
daarvan onthoudt: ‘Het is belangrijk te vermelden dat alle vastgestelde non conformiteiten geen enkel gezondheidsgevaar voor de medewerkers van Belgoprocess of voor de omwonenden opleverden vermits de radioactieve stoffen hoe dan ook steeds in vaste vorm ingesloten blijven in hun conditioneringsmaatregel.’ Ten 2 e is dat ook op de algemene vergadering van Mona toegelicht. Daar waren zeker 3 mensen van de N-VA aanwezig. Ook de directeur-generaal van Niras heeft daar tekst en uitleg gegeven. Hij gaat zich beperken tot te verwijzen naar die toelichtingen die aan alle raadsleden zijn verstrekt en ook aan de leden van Mona. De gemeente heeft niet in de minste mate enige inspraak over het stockeren van die vaten. Dat is de taak van Niras om op te leggen hoe het afval moet geconditioneerd worden. Hij wil het raadslid er nog even op wijzen dat dit bedrijf op Dessels grondgebied staat. Naar aansprakelijkheid van gemeentebestuur is dat toch niet onbelangrijk dat men rekening houdt met het feit dat men de juiste burgemeester interpelleert als het over veiligheid en gezondheid gaat. De gemeente Mol volgt dat ook op, als buurgemeente. Hij begrijpt de vraag van het raadslid, maar als hij het heeft over een radioactief gel, dan doet hij de waarheid geweld aan volgens de nota’s die de burgemeester heeft, want het gaat niet over een radioactief gel. Er is een zeer geringe activiteit vastgesteld die op de meest eenvoudige manier verwijderd is. De matrixen waar het afval als dusdanig in zit zijn niet aangetast. Dat is informatie die hij van Niras heeft gekregen en die hij doorgeeft.
Raadslid Dillen denkt dat de bevolking de site van Niras niet echt leest. Een aantal mensen zullen dat wel doen. Hij weet niet of het een taak is voor de gemeente om daar iets meer over te zeggen. Misschien is dat niet nodig, maar als er ongerustheid is, kan dat wel. Op die vergadering waren mensen van de N-VA, maar hij heeft juist gevraagd naar de evolutie.
Hij heeft ook niet gezegd dat er gevaar is voor de bevolking.
De burgemeester stelt dat ook dit allemaal op de laatste algemene vergadering van Mona, die doorging op 9 oktober, door die directie van Niras werd toegelicht. Die vaten worden verder gecontroleerd. Men gaat onderzoeken van waar die reactie komt.
Dit productieproces van afvalvaten wordt stopgezet. Men heeft een vermoeden dat het een alkali-silika reactie is en dat heeft te maken met de beton die er rond zit. Hij neemt aan dat men de informatie van het verdere onderzoek ook wel zal krijgen.
Raadslid Dillen vraagt dat als hij het goed begrijpt het geen taak is voor de gemeente Mol om de bevolking hierover in te lichten, omdat alles via Niras gaat.
De burgemeester vraagt of het niet de logica is dat men techniekers aan het woord laat, ook de mensen van Mona. Mona heeft het verslag verspreid en ook bij hen kan men dat allemaal terugvinden. De gemeente kan dat allemaal nog eens dubbel gaan doen, maar hij vindt dat Mona als partnerschap alle geledingen ook vertegenwoordigd, en zij hebben dat altijd zeer goed gedaan. Zowel Stora in Dessel als Mona in Mol zullen daar volgens hem over communiceren. Hij stelt voor hen dat te laten doen. Degenen die meer informatie wensen kunnen dat allemaal perfect vinden.

Gevaar voor de volksgezondheid: slordige opslag van de zinkashoudende straatfunderingen in Wezel (Koen Dillen)

Raadslid Dillen (N-VA) zegt dat hij hierover op de hoogte gebracht is door mensen die daar in de buurt wonen. Hij is zeer tevreden dat ondertussen de berg zinkassen afgedekt is en dat alles mooi afgesloten is sinds vrijdag. Hij had dit puntje woensdag op de dagorde gezet en vrijdagavond was alles afgedekt. Hij is daar zeer tevreden mee. Hetzelfde was met het inschrijven voor gemeenteradar.be voor Unizo. Alleen vond hij het toen een beetje spijtig dat de bevoegde schepen de pluimen op de hoed gestoken heeft, want dat was eigenlijk een vraag van de N-VA om dat te doen. Hij gaat nu dit punt even kaderen. De
straatwerken in Wezel zijn al een tijdje bezig. De funderingen van de straten worden uitgegraven en daar is ergens in Wezel een berg voor gemaakt. Een berg met fundering die men eigenlijk niet ziet. Die berg bevindt zich aan de achteruitgang van de Chirolokalen van Wezel en aan de oefenterreinen van de voetbalclub van Wezel. Die fundering bevat zinkassen, dat zijn sterk bevuilde assen. Hij zou er geen problemen mee hebben als dat daar allemaal goed in orde was, maar die assen waren echt heel slecht afgedekt. Daar lag een zeil over, maar over de onderste halve meter lag er niets. Hij vindt persoonlijk dat dit niet kan, omdat dit zwaar vervuilde grond is die daar bloot ligt. Zeker omwille van het feit dat daar kinderen op kunnen spelen. Hij heeft al gehoord dat daar kinderen op gespeeld hebben en hij weet echt niet wat de gevolgen daarvan kunnen zijn. Daarom heeft hij dit puntje toch op de gemeenteraad gezet. Welke afspraken zijn hier gemaakt met de aannemer? Afspraken om die berg te maken, om die berg af te dekken. Afspraken over controle. Is er controle vanuit de gemeente of is dat de aannemer die dat allemaal in het oog houdt? Hoe zit het met de verantwoordelijkheid? Hij denkt dat het hier gaat over volksgezondheid en dan is de gemeente daar volgens hem verantwoordelijk voor. Zijn er afspraken en heeft de aannemer daar kunnen doen wat hij wou doen?
Schepen Schoofs (Open vld) wil voor alle duidelijkheid een rechtzetting doen bij de aanvang van zijn antwoord. De gemeente Mol is hier geen opdrachtgever en is dus geen bouwheer.
Het is Pidpa die bouwheer is van deze werken. Dat wil niet zeggen dat men de verantwoordelijkheid als gemeentebestuur hier niet moet opnemen. Men doet dat ook. Men volgt de werfvergaderingen telkens op, samen met de mensen van Pidpa, samen met het studiebureau. Het raadslid nuanceert al een stuk zijn eigen vraagstelling. Er is hem ondertussen al wat informatie bezorgd waaruit blijkt dat men zeer omzichtig moet omspringen met het tot stand komen van de procedure van de berging van die afvalstoffen.
Het raadslid heeft alle documenten ter beschikking gekregen en weet dat men hier niet zo maar over 1 nacht ijs gegaan is en dat deze procedure volledig uitgetekend is conform de handleiding voor milieuverantwoorde verwerking van zinkassen bij wegenwerken. Ovam heeft daar bovendien ook een toezichtsfunctie en heeft ook de hele procedure in detail bestudeerd en goedgekeurd. De aannemer heeft een aantal voorwaarden opgelegd gekregen bij hoe hij moet stockeren, maar ook hoe hij de afvalstoffen terug mag verwerken in de onderfundering en in de fundering van de aanleg van de straten. Het raadslid zegt in zijn vraagstelling dat de N-VA eist om onmiddellijk die ganse berg af te voeren. Hij zou toch een beetje oppassen met dergelijke verklaringen, want dat is in zijn ogen een beetje paniekzaaierij, wetende dat die stoffen terug hergebruikt mogen worden in de fundering en de onderfundering van die wegenis, en dat bij overschotten nadien een afvoer in de procedure is voorzien. Hij vindt het toch wel belangrijk dat men daar juiste nuances legt en dat men juist communiceert, want het gaat over inderdaad over volksgezondheid, en dan moet men voorzichtig en kort op de bal spelen. Dan moet men alles doen om te
voorkomen dat er een verkeerde interpretatie in Wezel ontstaat. Op die manier denkt hij dat men daar toch een beetje op glad ijs zit. Het raadslid zegt dat de materie slecht afgedekt was. Er zijn sporadisch streekproef gewijs door de gemeente vaststellingen gebeurd. Dat is eenmaal vastgesteld en dat is ook opgenomen in het werfverslag enkele maanden geleden. De mensen van de gemeente zijn quasi dagelijks op de werf aanwezig.
Indien het raadslid vaststellingen doet dat het niet goed afgedekt is, moet hij dat melden aan de schepen. Hij zou ook graag hebben dat vaststellingen die daar gebeuren door buurtbewoners onmiddellijk gemeld worden bij het gemeentebestuur. Men heeft bij de informatievergaderingen duidelijk te kennen gegeven dat het niet de bedoeling is de werven te betreden, ook aan de buurtbewoners. Er is ook duidelijk te kennen gegeven dat indien men de werf moet betreden om van of naar de woning te gaan dat zeer omzichtig te doen en rekening te houden met het feit dat het een werf is en dat daar natuurlijk risico’s aan
verbonden zijn. Hij gaat de hele procedure niet in detail overlopen, hij heeft die aan het raadslid bezorgd. Het is volgens hem duidelijk hoe men te werk is gegaan. De nodige instanties zijn daarbij betrokken en de nodige vergaderingen zijn daaraan vooraf gegaan met Ovam, met de aannemer - die ter zake de nodige expertise heeft opgedaan bij soortgelijke wegenwerken in de Limburgse Kempen, waar de problematiek van de zinkassen ook gekend is. Hij heeft daar trouwens meegewerkt aan een proefproject van Vito. Hij denkt dat men hier terecht, indien er zich overtredingen voordoen, kort op de bal moet spelen, maar dat men niet moet wachten op een gemeenteraadszitting om dergelijke feiten te melden.
Raadslid Dillen zegt dat het hem niet om de berging gaat, omdat hij weet dat die assen terug gebruikt zullen worden voor de stabilisatie, maar het ging hem vooral over de opslag, het feit dat die berg niet goed afgedekt was. De schepen spreekt over het feit dat er enkele maanden geleden iets aan de hand geweest is, maar het moment dat hij daar geweest is, is ongeveer 2 weken geleden. Toen was de onderste halve meter niet bedekt met een zeil. Kinderen konden daar op spelen, die kunnen die stenen vastnemen en hun handen mee besmetten. Schepen Schoofs herhaalt dat het op dat moment het raadslid vrij staat om onmiddellijk te bellen. Dat is eigenlijk zijn burgerplicht. Hij zegt niet dat het niet het geval is geweest. Het kan gebeuren dat er eens een zeil wegwaait, maar dan moet men niet wachten tot aan de volgende gemeenteraad om dat te melden.
Raadslid Dillen merkt op dat het zeil daar goed op lag, behalve onderaan. Hij denkt dat het toch de taak van de gemeente is om daar ook een beetje toezicht op te houden.
Schepen Schoofs stelt dat dit ook gebeurt en hij heeft dat hier ook al gezegd. Hij betreurt het ten zeerste dat het raadslid dat in twijfel trekt. Hij kan de melding laten zien op het werfverslag en hij zal ze aan het raadslid bezorgen.
Raadslid Dillen zegt niet dat alles van de gemeente komt. Volgens hem is er een belangrijke factor van Pidpa of van wie dan ook die verantwoordelijkheid heeft daarin. Ondertussen is dat afgedekt en dat vindt hij heel goed. Wat hij wel zou willen vragen is dat er ook een bord komt met de vermelding ‘verboden toegang’.
Schepen Schoofs deelt mee dat dit besteld is. Hij heeft gevraagd om er extra voor te zorgen dat deze werfzone volledig kenbaar gemaakt wordt als risicovol. Hij wil er ook duidelijk bij vermelden dat dit ook altijd gemeld is op alle bewonersvergaderingen. Er wordt gewerkt op die werf. Er wordt constant op en afvoer gedaan. Tijdens dat moment moeten de mensen ook kunnen werken en moet het zeil verwijderd worden. Vaststellingen doen dat het zeil daar tijdelijk niet op ligt, is wellicht vrij eenvoudig, maar volgens de procedure is voorzien dat tijdens die werken daar moet kunnen gewerkt worden. Raadslid Dillen verduidelijkt dat de vaststellingen in het weekend gebeurd zijn. Toen lag er een zeil op, maar het was te klein.
Schepen Deckx (sp.a) wil even tussenkomen op de opmerking van het raadslid over de gemeenteradar. Zij heeft geen hoed en daar zitten die pluimen ook niet op. Dat is vrij eenvoudig gegaan. Unizo heeft een brief geschreven aan de dienst. Die hebben haar gevraagd of men daar op zou intekenen. Zij heeft dat men dat uiteraard zou doen. Unizo is gesloten wegens te groot succes en ze hebben laten weten dat de gemeente Mol niet voor het eerst aan de beurt zal komen omdat er zeer veel inschrijvingen zijn, en dat men nog wat geduld zal moeten hebben.
Raadslid Dillen merkt op dat men op woensdag dat punt heeft ingediend op de gemeenteraad en de maandag daarop heeft de gemeente ingeschreven.
Schepen Deckx antwoordt dat dit per toeval zo kan zijn, maar die opdracht was al gegeven, zoals blijkt uit werkverslagen.

Invoeren van het gratis halfuurtje parkeren in het Centrum (Wendy Soeffers)

Raadslid Soeffers (N-VA) zegt dat een kwartier normaal heel snel voorbij gaat. Wanneer men in de rij staat bij de bakker of de slager kan dat kwartiertje heel snel voorbij zijn. Met als gevolg dat we wel eens te laat kunnen zijn aan de auto. Ook minder mobiele mensen moeten al een beetje sneller verder doen. Moeders met kinderen hebben daar soms ook al wel eens problemen mee. Zij denkt dat men zowel de Molse burger als de lokale economie daarmee tegemoet zou komen als men dat zou kunnen verlengen naar een half uur. Hoe staat het gemeentebestuur daar tegenover?
Schepen Vanhoof (sp.a) zegt dat hij direct met de deur in huis gaat vallen en dat hij geen voorstander is van het gratis half uurtje. Dat heeft niets met het financiële te maken. Het raadslid had in haar vraag geschreven dat men dat gratis half uurtje zou kunnen compenseren door het tarief te verhogen en dat dan vooral de niet Mollenaars dat gaan voelen. Hij weet dat niet, want daar zijn geen wetenschappelijke gegevens over. Zijn argument is niet financieel. Hij denkt dat wanneer men een gratis half uurtje geeft men nog meer autoverkeer in het betalend gedeelte van het centrum gaat trekken. Een betalend gedeelte is sowieso al het drukste deel, en daarom is het natuurlijk ook betalend gemaakt. Hij denkt dat dit eerder de files, die men met piekmomenten reeds heeft, nog gaat verhogen. Dat is de reden waarom hij het niet eens is met een gratis half uurtje. Waar hij wel kan volgen is de stress die het raadslid aangeeft. Met het invoeren van een gratis half uurtje gaat men de stress gewoon een kwartier verleggen, maar hij vindt het wel een valabel argument. Sinds vorige maand heeft men een gebruikersgroep ‘parkeren’.
Daarin is met de mensen van lokale economie ook over die stressfactor gesproken. Men neemt dat wel degelijk ernstig. Men denkt dat men dat het beste kan aanpakken door eens gaan te kijken, en dat hebben zij ook gezegd. Zij hebben bv. niet gesproken over het gratis half uurtje, maar ze hebben wel gezegd dat ze vragende partij zijn om sms-parkeren in te voeren in Mol. De gemeente heeft daar een tweetal weken geleden over samengezeten met Parkeerbeheer. Ten opzichte van ons tarief - vanaf 1 januari is dat een tarief van 0,60 euro per uur - is dat sms-parkeren redelijk duur. Men meldt zich aan, men meldt zich af en ondertussen krijgt men nog een bevestigings-sms, dus is men sowieso al 0,45 euro kwijt.
Met het tarief dat men vanaf 1 januari in Mol zal hebben, kan men daar 45 minuten mee parkeren bij wijze van spreken en dat zou niet echt aanslaan. Nu is het zo dat er nieuwe evoluties zijn in sms-parkeren, die er wellicht toe gaan leiden dat het goedkoper gaat worden. De gemeente volgt dat op de voet. Er is ook afgesproken met Parkeerbeheer dat zij de gemeente op de hoogte houden van die evoluties. Hij denkt dat dit zeker iets is dat men gaat moeten invoeren als de tijd er rijp voor is. Volgens hem kan men daardoor de stressfactor voor een deel verlagen.
Raadslid Soeffers stelt dat het zou kunnen dat de drukte in het centrum zou verhogen door het invoeren van het gratis half uurtje, zo heeft zij er niet over nagedacht. Maar ze blijft er toch bij dat een kwartier heel vlug voorbij is voor heel veel mensen en dat een half uur dat toch wel zou kunnen oplossen. Zij wacht af, omdat men met die werkgroep ‘parkeren’ misschien nog met iets anders uit de bus kan komen.

Muziekacademie (Mia Belmans)

Raadslid Belmans (N-VA) heeft de muziekacademie zien verhuizen van aan het Rondplein, de gemeentelijke jongensschool, naar de Guido Gezellestraat. Zij had toen al de indruk, en ook nu nog steeds, dat zij toch binnen een accommodatie zitten die beter kan. Alles is niet optimaal, en alles kan beter, maar ze heeft toch de indruk dat de muziekacademie, die kwalitatief toch wel goed gewaardeerd wordt in de omgeving, eigenlijk meer verdient. Dat is haar mening. Er is geen lift aanwezig in het gebouw. Mensen met een mobiliteitsprobleem kunnen daar niet naar boven. Niet alleen mensen met een mobiliteitsprobleem, maar men moet daar ook vaak grote instrumenten verhuizen. Naar aanleiding daarvan is ze gaan kijken in een inspectieverslag van 2010. Daarin heeft ze een aantal aanbevelingen gevonden inzake punten waarop men de academie zou kunnen verbeteren. Daarin staat dat men kan verbeteren op het punt actualisering en aanpassing van de infrastructuur. De toegankelijkheid kan beter. Voor het onthaal een balie, met op drukke weekmomenten bemand door een toezichter aan de hoofdingang. Er wordt gesteld dat er nu niet echt een balie is. En er is ook geen echte continuïteit op het secretariaat. Eigenlijk is het secretariaat een openstaande deur van de directeur. Een ander punt dat men ook aanhaalde was een vraag om meer aandacht te besteden aan bijzondere initiatieven voor kansarmen en minderbedeelden. Als ze al die punten samen las, vroeg zij zich af of het niet interessant is om te denken om op termijn de muziekacademie onder te brengen, samen met de academie voor beeldende kunsten in het vroegere ROG in De Zwaan. Omdat men daar toch met een gebouw zit dat beschermd is, eigendom van de gemeente, iets wat men moet onderhouden. Daar zou men de kunstvormen kunnen samenbrengen. Daar is een balie die het werk voor de 2 academies zou kunnen doen. Zij gelooft dat daar ook een lift is. Volgens haar kan men daar heel wat dingen samenbrengen op termijn en dat zou een mooie oplossing zijn voor de huidige muziekacademie.
Schepen Deckx (sp.a) heeft de vragen van het raadslid met heel veel aandacht gelezen. Ze begon met de vraag of die academie vanuit het gemeentebestuur de erkenning die ze verdient. Zij neemt aan dat het raadslid bedoelt op financieel gebied, op het vlak van investeren of wil zij zeggen dat de gemeente niet regelmatig genoeg zegt dat het goed is.
Raadslid Belmans zegt dat zij het meer heeft over de infrastructuur en de vragen die daarachter komen.
Schepen Deckx stelt dat het raadslid verwijst naar een inspectieverslag van 2010 naar een aantal bemerkingen en aanbevelingen. Het idee om de academie voor muziek en woord onder te brengen in De Zwaan heeft men meteen op de eerste vergadering besproken als men samen zat met de onderwijsverstrekkers. Dat is zowat het allereerste dat naar voor gekomen is en ze hebben daar niet tegen geprotesteerd, integendeel waren ze daar zeer enthousiast over. Zij denkt dat die mensen ook al wel met dat idee leefden. De Zwaan is niet helemaal gemeentelijke eigendom. Als men die academie daar zou onderbrengen, moet men daar enorm investeren. Een ruwe schatting is dat men daar 3,5 miljoen euro voor nodig zou hebben. Dat is een pak geld en men begrijpt dat men dat niet zo maar kan. Men zal nu in de tijd moeten gaan kijken welke investeringen daar echt noodzakelijk zijn, welke eigendomsverwerving daar misschien nog nodig is - want het is niet allemaal van ons, en hoe men dat desgevallend kan voorbereiden naar de toekomst. Het zou fantastisch zijn moest men ooit tot het eindresultaat komen, en liefst op niet te lange termijn. Maar als men het bedrag hoort weet men het wel, moest men daartoe komen. Momenteel is men dat nog verder aan het onderzoeken, want de legislatuur is nog jong. Voorlopig gaat men geen extra investeringen doen in het huidige gebouw, behalve onderhoudswerken. Men heeft wellicht gezien dat er nu ook al werken uitgevoerd worden aan de buitenkant van het gebouw. Dat is noodzakelijk, dus dat doet men ook. Wat die lift betreft zijn er wel meer mensen die vinden dat die daar moet komen. Zij hebben gevraagd aan de politiezone, maar daar maakt men ook maar deel van uit, of desgevallend een samen gebruik van liften mogelijk is, als zij hun gebouw zetten. Tot op dit moment heeft men op deze vraag nog geen antwoord gekregen. Voorlopig zal men zich nog moeten behelpen door de zware materialen zo veel mogelijk op het gelijkvloers te gebruiken en daar ook de mensen die moeilijk te been zijn of mindervalide kinderen de kans te geven om muziekonderwijs te volgen. Het is niet echt noodzakelijk dat men naar boven gaat, men kan de dingen ook naar beneden brengen. Ze wil nog even iets zeggen over de investeringen. Het raadslid heeft wellicht niet echt zicht op wat de gemeente Mol jaarlijks uitgeeft aan kunstonderwijs. Zij wil daarmee zeggen dat het kunstonderwijs in Mol absoluut de aandacht krijgt die het verdient. Voor 2012 heeft zij als cijfer 287.000 euro dat men per jaar uitgeeft aan de academie voor beeldende kunsten. Dat gaat over een administratief medewerker die de gemeente daar extra heeft ter ondersteuning om die loketfunctie te vervullen. Men geeft daar geld uit aan levende modellen. Door de directrice wordt haar absoluut bevestigd dat dit niet overal het geval is. Er is daar voorlopig - maar dat heeft men gezien in de meerjarenplanning dat men dat toch wel gaat afbouwen - ook nog een extra investering door de gemeente in het onderwijzend personeel. Elektriciteit, water, gas, huurcontracten, onderhoud van gebouwen, verzekeringen, huur van kantoormachines, ... Dat alles brengt het op een fameuze kostprijs. Hetzelfde voor de academie voor muziek en woord, waar toen de totale uitgave meer dan 168.000 euro was. Daar heeft men ook die administratief medewerker. Men stelt voor om ook daar die extra administratief medewerker die betaald wordt met de centen van de Molse belastingbetaler daar toch aan boord te houden, ook in budgettair moeilijke tijden. Dat komt er dus op neer dat men met nog wat investeringen ongeveer 500.000 euro per jaar investeert in het Molse kunstonderwijs. Van Vlaanderen krijgt men in totaal 98.000 euro, plus de betaling van het personeel. In gebouwen, in infrastructuur komt Vlaanderen niet tussen. Niet dat zij het niet geprobeerd heeft. Zij weet dat dit een zeer moeilijke dobber is en zij is haar collega’s van het schepencollege ongelooflijk dankbaar dat ze haar ondersteund hebben en dat ze niet harder heeft moeten besparen. Men zal zien waar men uitkomt, want de bespreking moet hier nog gevoerd worden. Bij het college is alvast de bereidwilligheid. Zij heeft aan de minister van begroting gevraagd of er geen extra tussenkomst zou kunnen zijn in het kader van het nieuwe decreet op het kunstonderwijs. Helaas moet men budgetneutraal blijven, en dat respecteert zij. Zij wil maar even duiden dat het heel gemakkelijk is om in een inspectieverslag te schrijven dat het hier en daar toch nog beter zou moeten zijn, maar daar geen euro tegenover te zetten.
Raadslid Belmans zegt dat men qua idee op dezelfde golflengte zit. Zij wist niet dat men daar besprekingen rond gehad heeft. Zij ziet het wel als een enorme mogelijkheid om de muziekacademie in De Zwaan onder te brengen. Dat gebouw moet ook onderhouden worden en daar is voldoende parking in de buurt. Anderzijds kan met het gebouw waar momenteel de muziekacademie in ondergebracht is iets anders gedaan worden, bv. verhuren of verkopen.
Schepen Deckx stelt dat ze het daar helemaal mee eens zijn en dat dit zelfs geen punt van discussie is. Men moet alleen de middelen vinden.
De burgemeester denkt dat de schepen op het einde van haar uiteenzetting de vinger op de zere plek gelegd heeft. Hij vraagt zich af of het gemeentebestuur vanuit Vlaanderen de erkenning krijgt die men verdient voor de inspanningen in die sector. Men krijgt hiervoor 0,0 euro vanuit Vlaanderen. Als hij het over Vlaanderen heeft, heeft hij het ook over de omliggende gemeenten. Als er 1 voorbeeld is van wat hij al dikwijls heeft aangehaald is het dat Mol een regiofunctie heeft. Men heeft destijds, toen was hij schepen van openbare werken, 26.000.000 BEF in de herinrichting gestoken. Als men het over de academie voor beeldende kunsten heeft, heeft men een gebouw dat volkomen verkommerd was een goede bestemming gegeven. Maar men heeft het wel tot de laatste eurocent moeten betalen, ook voor de gebouwen. Men staat daar nu nog voor zeer grote investeringen. Men heeft daar niet de minste marge gekregen. Hij durft de getallen niet te noemen van hetgeen men in dat gebouw geïnvesteerd heeft. Hij respecteert die inspectieverslagen, maar het is inderdaad nogal storend dat men dan zegt dat men nog een balie zou moeten zetten, en dat men nog allerlei andere zaken zou moeten doen. Hij kan perfect andermans huis prachtig inrichten, want dat is heel gemakkelijk als men het niet moet betalen. Dat doet niets af aan de bekommernis van het raadslid. De gemeente heeft in een zeer ruime regio een ongelooflijke voorbeeldfunctie vervuld, zowel naar beeldende kunsten als naar muziek en woord, waar men ontzettend veel in geïnvesteerd heeft. Hij denkt dat men allemaal verbaas zou staan kijken als men die bedragen allemaal zou optellen.
Schepen Schoofs (Open vld) zegt na 12 jaar schepen van onderwijs te zijn geweest dat hem iets van het hart moet. Het is een vaststelling dat in Vlaanderen zwaar ingezet wordt in onderwijs en dat decretaal ook de mogelijkheid geboden wordt om de infrastructuur van het deeltijds kunstonderwijs (DKO) te financieren. In de praktijk blijkt echter dat bij voorrang de infrastructuur van het leerplichtonderwijs wordt gefinancierd, en dat het potje op is op het moment dat men bij het DKO komt. Niet toevallig is de inrichter van het DKO in 95% van de gevallen een gemeentebestuur. Geen enkel net heeft zich daaraan gewaagd, wellicht goed wetende wat het kostenplaatje is. Het is iets te gemakkelijk vanuit Vlaanderen om inspectie te sturen naar gemeentebesturen en dan met het vingertje te komen zeggen wat men nog bijkomend aan inspanningen moet leveren. Men heeft van bij het begin van de opmaak van het meerjarenplan de transactie bekeken van de academie voor muziek en woord en de academie voor beeldende kunsten 1 academie te maken, want daar gaat men naartoe, naar een verdere integratie na het goedkeuren van het volgende decreet.
Het is een te zwaar kostenplaatje om dit nu al binnen de lopende meerjarenplanning mee te nemen. Ruw geschat zal de investeringskost 3,5 miljoen euro zijn. De opbrengst van de verkoop wordt geraamd op ongeveer 1 miljoen euro.
Raadslid Deckx stelt dat zij nog niet geantwoord heeft op de vraag over kansarmoede. Zij vindt het heel belangrijk dat iedereen toegang heeft en kan deelnemen. Dat geldt niet alleen voor het kunstonderwijs, maar ook voor het leerplichtonderwijs. De gemeente heeft nu ook een schepen van armoede, omdat men het belangrijk vindt dat daar goed naar gekeken wordt. Ook op het OCMW wordt daar heel belangrijk werk rond verricht. Men gaat daar zeker screenen en nagaan hoe men dat nog kan verbeteren.
Raadslid Belmans zegt dat ze tevreden is over de kwaliteit van het kunstonderwijs. Ze is ook blij dat men op dezelfde golflengte zit naar ideeën toe daarrond. Haar zou dat alleen maar sterken om te proberen die ideeën waar te maken. Zij weet ook wel dat dit niet van vandaag op morgen kan en dat daar financiën tegenover staan, maar het is ook wel een sterkte van Mol.

Investeren in de Toekomst (Nicole Smets)

Raadslid Smets (N-VA) zegt dat men vaak leest en hoort dat men een gemeente wil die ondernemingsvriendelijk is. Men heeft dat ook teruggevonden in het meerjarenplan, maar eigenlijk wordt daar nooit gedetailleerd op ingegaan. Zij willen graag wat meer toelichting van wat hier juist mee bedoeld wordt en hoe men dat ondernemingsvriendelijk klimaat creëert.
Schepen Deckx (sp.a) zegt dat het een beetje voorbarig is om over die meerjarenplanning te spreken. Dat zal in december uitvoerig aan bod komen. Wat dat allemaal betreft liggen er heel weinig echte plannen op tafel, maar dat wil niet zeggen dat men daar niet mee bezig is. De gemeente Mol is daar al lang mee bezig. Men heeft hier een dienst Lokale Economie waar de deuren elke dag heel ver open staan, met een stel zeer gemotiveerde medewerkers, bij wie elke startende ondernemer maar ook elke gevestigde ondernemer, wanneer die een vraag, een bedenking of een probleem heeft, terecht kan. Zij helpen die mensen zeer goed verder. Er wordt ook heel wat veldwerk gedaan naar de ondernemers toe en naar de organisatoren van kermissen. Ook naar de mensen van de markt toe wordt er een grote inspanning gedaan. De marktleidster is altijd een groot deel van de markt aanwezig en aanspreekbaar. Problemen kunnen ook op de marktcommissie besproken worden. Men heeft ook een foorcommissie, men heeft de lokale adviesraad waar ook alles aan bod kan komen. Uiteraard houdt het daar niet bij op. We organiseren ook events. Netwerkevents voor ondernemers. Men heeft er zo al eentje achter de rug voor ondernemers. Ook 1 specifiek voor de toeristische sector, voor de toeristen en de logiesverstrekkers. Men plant een nieuw netwerkevenement nu in december, dat wordt nu volop georganiseerd, waar men informatie zal geven. Men gaat daar een aantal sprekers uitnodigen, maar men gaat daar natuurlijk vooral luisteren naar wat de bekommernissen zijn en zorgen dat mensen onderling hun kennis van zaken kunnen uitwisselen. Er is ook een project ‘ondernemingsvriendelijke gemeente 2012’ vanuit Vlaanderen waar de gemeente op ingetekend heeft. Men heeft dat niet alleen gedaan, maar doet dat samen met Dessel, Geel, Retie en IOK, Niras, Resoc, SCK, SPK, Thomas More Kempen, VITO en Voka zijn daar van de partij. Daar wordt ook op regelmatige basis vergaderd en bekeken hoe men nog in onze regio, niet alleen in Mol, ondernemingsvriendelijker kan worden. Zij vermoedt dat hier nog zeer concrete resultaten zullen uitkomen. Intussen is er een nieuwe oproep gedaan voor het project in het kader van ondernemingsvriendelijke gemeente. De gemeente heeft daar een beetje de trekkersrol in gespeeld. Men heeft daar contact genomen met de mogelijke partners en momenteel zoekt men op welk moment men kan samenzitten. Dat gaat nooit per gemeente, maar per regio en men wil dat men daar zo veel mogelijk partners bij betrekt. Men gaat op zeer afzienbare termijn weer samen zitten om te zien of men een nieuw project kan indienen. Dat zal wellicht het geval zijn, maar dat moet nog besproken worden. Dan is er ook nog het plan van Resoc, dat ze al een paar keer heeft doorgenomen en waarin zij ook heel wat acties ziet waar telkens gemeenten achter staan. Dat gaat men zeker en vast ook wel mee opnemen en uitdragen in onze gemeente. Zij heeft vorige week nog samen gezeten met een medewerkster van Resoc en met de voorzitter Michel Meeus om daar in dat kader al een overleg rond te hebben. Er wordt dus zeker aan gewerkt. Het is zeker geen statisch gegeven maar iets dat zal evolueren, ook naar aanleiding van noden die ons gemeld worden.
Raadslid Smets zegt dat de schepen het over netwerkevents heeft. Welke mensen worden daar op uitgenodigd? Is dat dan voor alle ondernemers of alle zelfstandigen?
Schepen Deckx antwoordt dat dit de 1 e keer de toeristenverstrekkers waren, de logiesverstrekkers en iedereen die met toerisme te maken heeft in de regio. De vorige keer waren dat ondernemers in het algemeen en deze keer moet men de uitnodigingen nog versturen.
Raadslid Smets stelt dat de schepen gezegd heeft dat er bepaalde projecten volgen uit zo’n netwerkevents. Kan zij daar een voorbeeld van geven?
Schepen Deckx zegt dat zij dit niet gezegd heeft. Zij heeft gezegd dat het de bedoeling is dat er kennis uitgewisseld wordt tussen de ondernemers onderling. Als men daar iets oppikt kan men daar desgevallend ook iets mee doen. De projecten liggen op tafel, daar waar ze moeten uitgewerkt worden en dat is nu in het kader van ondernemingsvriendelijke gemeente 2012. Dat is het project ‘Campina op weg naar een innovatieregio’. Daar gaat het momenteel over het onthaal van internationale spelers, maar ook anderen die naar Mol of onze regio zouden komen. Hoe men die het best kan onthalen, hoe men die best kan bereiken, ... Hoe gek het ook mag klinken, er zijn blijkbaar ondernemers en ook hun werknemers die niet naar Mol komen omdat we geen Europese school zouden hebben. Het is heel vreemd als men dat vaststelt en dan weet men dat men daar rond moet gaan werken. Er zijn een aantal punten die al naar voor gekomen zijn. Er gaan ook nog bevragingen gebeuren van de diensten Lokale Economie van ondernemers en van alle betrokkenen om te zien hoe men beter kan inspelen op een bepaald publiek, om te zien hoe men de dienstverlening op een bepaald vlak nog kan verbeteren. In het voorjaar 2014 zal men daarin toch naar resultaten moeten gaan, maar ze wil zich zeker niet vastpinnen op een datum. Men is zeker nog van plan om voor 2013 nog een project in te dienen. Men heeft enkele weken geleden de projectaanvraag gekregen en nu moet er overlegd worden met wat men kan instappen en hoe men dat precies gaat doen. Men kan dat niet doen als gemeente alleen of je project zou kopieerbaar moeten zijn voor andere gemeenten. Uit ervaring weet men dat het best is dat men met een regio samenwerkt. Dan maakt men het meeste kans dat het project wordt goedgekeurd.